Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4 (1729)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.09 MB)

XML (2.43 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4

(1729)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXIX. Hoofdtstuk.
Van hunne Bygelovigheden; hunne Voortekenen, enz.

Ga naar margenoot+ DE Nederlandsche Predikant die wy aanhaalen, breid zich over deeze stoffe veel breeder uit, dan wy hier doen zullen. Zie hier echter het voornaamste 't welk hy ons bericht. Indien deeze Eilanders een dood lichaam op hunnen weg ontmoeten, keeren ze haastelyk weerom, vooral zoo zy een Kindt by zich hebben, nademaal zy zich inbeelden, dat de Ziel van den Overledenen in de lucht rondom het lichaam, 't welk zy verlaaten heeft, omzwerft en zoekt het een of ander quaad te doen. De Zielen zyn voornamentlyk op de kleine Kinderen gezet: Om haar te beletten dat ze hen niet beschadigen, dient men zich van zekere bewaarmiddelen die men om de armen of den hals deezer kleine Kinderen wind, wanneer zy den ouderdom van drie of vier maanden bereikt hebben. Alsdan durft geen Demon bestaan hen meer aan te roeren.

Zy gelooven dat een Demon de Kindere-Pokken aanzet, en dat zoo men niet naaukeurig by den Zieke waakt, deeze Demon hem des nachts vervoert en op een Saguboom voert. Het eenigste middel om hem den ingang van 't Huis te hinderen, zulks hy 'er de Kindere-Pokken niet in brenge, is, dat een deezer houte Beelden, waarvan wy in 't voorgaande Hoofdtstuk gesproken hebben, niet aan de Deur en Vensters plaatsen, (want hier is 't dat hy niet inkomt) maar aan een zekere opening van het Dak. Zoodra als den Demon deeze Molik gewaar word, zal dit geen tweemaal geschieden, of hy slaat een anderen weg in, om elders schade te doen.

Als zy t'allereerst 's morgens uitgaan, en een wanschapen Mensch of een verminkte Grysaardt ontmoeten, keeren ze aanstonds weerom, zich inbeeldende, dat indien zy dit voorteeken in den wind sloegen, den ganschen dag zouden ongelukkig zyn.

In deeze Eilanden als ook elders, en zelfs in Christen Landen, scheppen de booze Geesten of Demons het meeste vermaak om 's nachts te waaren, en den geenen die zy ontmoeten, quaad te doen: Om hier voor bewaart te zyn, gaat men 's avonds nooit uit, zonder van een Uien of een bol Look nevens een Mes verzien te zyn, en eenige kleine spaanders hout. Een Moeder die 's avonds met haar Kindt uitgaat, zal deeze voorzorg niet vergeeten. Wanneer ze haar Kindt te slaapen legt, legt zy deeze beuzelingen onder 't Hoofdtkussen van 't kleine Wicht, en dit Kindt tot manbaare jaaren gekomen, erinnert zich noch te vreezen 't geen de Moeder hem doen vreezen heeft. Dus hen altoos de vrees voor Nachtgeesten by en alle de bygelovigheden die aan deeze vrees verbonden zyn: Maar dat men hier de Moluksche Eilanders niet alleen ten spot stelle. De goede oude Vrouwtjes en Godsdienstelingen van een zekere verdieping, hebben deeze vrees zoo algemeen gemaakt, dat ze min of meer in alle Godsdiensten regeert. Men heeft het zelf zoo ver gebragt, dat de Duivel een algemeene Bewerker geworden is.

Zy gelooven dat men de Kinderen door hen aan te zien, door aanraaking en door pryzen betooveren kan. Gegrond op een diergelyke vrees is't, dat eenige bygelovige Duitsers van een oud Wyf eisschen, 't welk

[pagina 108]
[p. 108]

by geval of anderzints hunne Kinderen komt aan te zien en te pryzen, dat zy in den zelven tydt, Godt zegene hen, zegge.

Een jonge Dochter zal zich myden van een dubbele vrucht te eeten. Een Slavin zal 'er nooit van aan haare Meestresse voordienen, uit vreeze dat het haar gebeuren mogte tweelingen ter waereldt te brengen en met smerte baaren. De zelfde Schryver verzeekert ons, dat de Amboineezen een groot vertrouwen in hun Hair stellen, en dat het voor een groot gedeelte hunnen kracht uitmaakt. Op deeze verzeekering, begeeven zy zich stoutmoedig in gevaar, en wanneer zy eenige misdaadt begaan hebben, trotseeren ze de Pynbank, hoe wreed die ook wezen mag. De Nederlandsche Schryver Valentyn brengt eenige voorbeelden by, die schynen, dat dit vertrouwen gegrond is, te bevestigen. Wy zullen die niet aanhaalen. Het zou ook niet voegen hen met 't voorbeelt van Samson te vergelyken: Men vind in de Grieksche Oudheit dat van Nisus die op het hoofdt een purpere Hairlok droegGa naar voetnoot(a) waar van de behoudenisse zyner Statenafhing. Maar dit bewyst alleen, dat de Alouden de zwakheit hadden, zekere dingen te gelooven, die men noch niet t'eenemaal verworpen heeft. By voorbeeldt, niet lang geleeden, was men noch in dien waan, om zich volkomen meester van een Toveraar te maaken, en hem alle behulp te beneemen die hy van den Duivel verwachten kon, dat men te raade wierd, hem de Hoofdhairen en alle andere van 't lichaam af te scheeren, om de Tovertekens te ontdekken die den Vorst der duisternisse aan zyne Dienaars indrukt, na hen zyne bescherming te hebben toegezegt. Dit denkbeeldt en dat der Moluksche Eilanders zoude immers welkonnen gepaart gaan.

Zy beelden zich mede belagchelyk in, dat de Vrouwen in de Kraam, of ook in den tydt van haar zwanger gaan, gestorven, Spooken of Nachtgeesten worden, dat zy dwaalende in de Bosschen omzwerven, en somtyds in de Gehuchten, om haare Mannen op te zoeken, of den menschen een vrees aan te jaagen. Om te beletten dat een Vrouw op deeze wyze gestorven, zich in geen Spooksel herscheppe, legt men haar een Ei onder ieder Oxel voor dat zy begraaven word. De arme Overledene geloovende haare Kinderen te behouden durft dan de plaats niet verlaaten, duchtende hen quaad te doen. Om haar noch meer te beletten zich te verroeren, steeken ze haar Spelden in de Toonen, vullen die tusschenbeiden met Kattoen, leggen haar BorboryGa naar voetnoot(b) kruisgewys onder de voet-ballen, voegen haar de Beenen met zekere Kruiden, waarvan zy touwen maken, byeen.

Eindelyk, om ons niet langer met deezeGa naar margenoot+ bygelovige bedryven op te houden, zullen we tot geen omstandig verhaal treeden over de uitting van vervloeking, die zy tegen een Raave uitspreeken, die zich op hun Huis nederzet, noch over oneindige beuzelingen die zy raakende de Betoveringen en Toveryen uitventen. Om 'er zich voor te bewaaren; gaan de Eilanders van Amboina zelden zonder hunne Mamakurs uit. Deeze Mamakurs zyn armsnoeren, waar van men hier de AfbeeldingGa naar voetnoot+ ziet.

MassapeGa naar voetnoot(c) is voor een Heilig Landt berucht.Ga naar margenoot+ De Moluksche Eilanders voeren hunne Zieken derwaarts, zich inbeeldende dat de Heiligheit van dit Landt op de gezondheit hunner lichaamen invloedt heeft. Men zegt ons niet of de inbeelding met de bygelovigheit gepaart tot de wonderdadige geneezing medewerkt. De voorbeelden van diergelyke geneezingen zyn niet raar. Hoe 't ook zyn mag, deeze die zich in 't Eilandt laaten overvoeren, brengen ook eenige Bokken mede. Wy zyn van gedachten dit Heilig Landt met onze Paardestallen, en de Zieken met de Paerden te vergelyken; want't is niet onbekendt, dat men om de gezondheit deezer Beesten te bewaaren, gemeenlyk een Bok by hen op Stal zet.

De Amboinsche Eilanders leggen een bolletje Look en zekere Kruiden onder't Hoofdtkussen van een Zieke. Zy voegen 'er Bezemstokken by, om zich tegen de booze Geesten te konnen verweeren; en dit alles legt men aan zyne rechter zyde.

[pagina t.o. 108]
[p. t.o. 108]


illustratie
120
A. ORNEMENS HIEROGLYPHIQUES des Insulaires des MOLUQUES. B. ABRAXAS des Basilidiens semblables à ces ORNEMENS. 1.2.3. MAMAKURS, ou BRACELETS qui ont du raport aux COLLIERS du CANADA.


margenoot+
Hunne Bygelovigheden aangeweezen.
voetnoot(a)
 
Inter honoratos medio de vertice canos
 
Crinis inhaerehat, magni fiducia regni.
 
Ovid. L. 8. Metam.
voetnoot(b)
Dit is Indiaansche Saffraan.
margenoot+
Hoe zich deeze Eilanderstegen hunne gewaande Toveryen wapenen,
voetnoot+
Zie de nevensgevoegde Afbeelding, verbeeldende eenige Armbanden en andere Versiersels die de Moluksche Eilanders Mamakurs noemen. Eenige van deeze Versierselen verbeelden Slangen; en nademaal de Molukkers de zelve als Bewaarmiddelen aanzien, heest men hier eenige Abraxas verbeeldt, waaraan men eertyds de zelfde kracht toeƫigende.
voetnoot(c)
Valentyn.
margenoot+
En met hunne Zieken handelen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken