Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4 (1729)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.09 MB)

XML (2.43 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4

(1729)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 362]
[p. 362]

III. Hoofdtstuk.
Van den Godsdienst der Volkeren de Kust van Guinea bewoonende.

Ga naar margenoot+ EEnige Volkeren van Guinee oeffenen de Besnydenis, zonder eenige reden van hun gebruik te geeven, 't welk mogelyk niet dan op de noodzaakelykheitGa naar voetnoot(a) is gegrond: Maar zoo men by dit gebruik zekere oeffeningen voegt door eenige van deeze Volkeren in acht genomen,Ga naar voetnoot(b) als de beste Aardvruchten aan een zekeren God Belly, en aan de Zielen van hunne Ouderen aan te bieden; van geen Osse-noch Koe-Vleesch te eeten, noch van eenigen Visch die Schobben heeft; zal men 'er merktekenen van 't Jodendom en van 't Heidendom der Aloude Egiptenaren vinden. Dit is 'er genoeg van om 'er gevolgen uit te trekken door den geenen die de afgelegenste gissingen geneigt zyn nader by te brengen.

Ga naar margenoot+ Purchas heeft merkwaardige zaaken over den Godsdienst en Geestelyke Plechtigheden deezer Volkeren byeen verzamelt. Alhoewel zy geene Boeken, noch Geschriften, noch zelfs Wetten hebben die eenig redelyk blyk van Burger-Orde te kennen geeven, is 't nochtans waar dat zy een Godsdienst hebben. Zy wyden de Dingsdag hunne Fétiches toe, gelyk wy de Zondag aan Godt doen. Deeze Rustdag word Godsdienstig genoegGa naar voetnoot(c) door danssen enz. waargenomen, en deeze zelfde dag is mede tot de Besnydenis der Kinderen bestemt. Het schynt dat onder hunne Fétiches een is die zy boven de anderen erkennen. ‘WanneerGa naar voetnoot(d) men hen vraagt wegens hun geloof de Godheit raakende, antwoorden ze dat God, gelyk zy, Zwart is, dat hy verre van weldoende te zyn, hun in tegendeel veel quaadt doet.’ Hier op antwoordde de Reiziger in een Taale van Bezendeling, ‘God is, gelyk wy, wit, hy is goedt, hy doet ons veel goeds, hy is ter Aarde nedergedaalt om ons te verlossen, hy is door de Jooden om ons te zaligen gedood; na onze dood gaan wy Hemelwaarts enz.’ Maar de Negers hadden weinig gevallen in deeze redeneeringen, en maakten voornamentlyk tegenwerpingen tegen de Goddelyke Voorzienigheit, waanende dat zy 't niet is die het goede verleent: Maar dat men het de Aarde, de Wateren, Planten enz. verschuldigt zy; en dit is niet te verwonderen. Men heeft niet dan met zich zelven raad te pleegen, om de weinige kracht der sluitredenen te gevoelen die men aan de Negers voorstelde: bovenal is 'er niets vreemder dan de zwartheit van den Godt deezer Negers en de witheit van der Christenen Godt. Was 't niet wel de Negers wederlegt van hun een God van een andere verwe dan de hunne voor te stellen?

De FétichesGa naar voetnoot(e) zyn byzondere GodhedenGa naar margenoot+ den der Negers. Een ieder heeft die op verscheidene wyze volgens 't geen de Masouki belast (dus is 't dat Ovington, een verstandige Reiziger, de Priester der Zwarten van Guinee noemt.) Zy eigenen aan deeze Fétiches 't geluk toe, oneindige gevaaren voor te komen. Indien zy zoo onkundig niet waren als zy bevonden worden, men zou gelooven konnen dat zy de Talismannen der Oosterlingen hebben willen navolgen, die men onderstelde door middel van hunne Figuuren op natuurlyke dingen te werken, en de kracht te hebben van eenige plaats de Regen, Hagel en alle de schadelyke dingen af te wenden. Maar mogelyk dat hunne Fétiches met de Manitous der Noorder Amerikanen overeengekomen, en dat ze mede eenige overeenkomst met de Waargeesten van de Oudheit hebben, voornamentlyk met de Faunen en de Sylvanen enz. De Negers betuigen hun allerlei achting. Op hunne Gastmaalen storten ze ter hunner eere een teug Palm-wyn, en daar door is 't altoos dat zy beginnen.

Zekere VogelsGa naar voetnoot(f) zien zy als FétichesGa naar margenoot+ aan. De Zwaard-Visch is een Fétiche. De Boomen zyn mede Fétiches en daar zyn

[pagina t.o. 363]
[p. t.o. 363]


illustratie
159
Ceremonie Religieuse des Peuples de GUINÉE à l' honneur de leur DIVINITE.
Autre Ceremonie pour demander de la PLUIE &c
.




illustratie
B. Picart direxit 1726.
Ceremonie des Peuples de GUINÉE, pour la CIRCONCISION d'un ENFANT.
Leur COMMEMORATION des MORTS
.


[pagina 363]
[p. 363]

'er die het bestier over Bergen en Heuvelen hebben. Zy offeren aan den voet van de Fétiches-Boomen, en zy gelooven dat deeze die hen af kappen zoude, het verderf van alle de Vruchten des Lands veroorzaaken zou. Wanneer zy deeze Boomen raadvraagen,Ga naar voetnoot(a) zeggen ze dat de Fétiche of Duivel, zoo men wil, hun onder de gedaante van een zwarten Hondt verschynt. Somtyds verschynt hy niet en genoegt zich te antwoorden, zonder zich te vertoonen.Ga naar voetnoot(b) De hooge Bergen waarop den Blixem gevallen is, de Heuvels die zich voor de zelfde toevallen bloot gestelt vinden, worden als het verblyf van eenige Fétiches aangezien. De Zwarten durven 'er naby niet passeeren zonder iet aan hun aan te bieden: Zy omringen die met Geerst, Maiz en Palm-Wyn.

Zekere Steenen, die naar grensscheidingen der Velden gelyken, zyn mede in den rang der Fétiches gestelt. AlzooGa naar voetnoot(c) deeze hun mede dienen om hunne Landen af te paalen; men zou hier niet hinderen konnen de overeenkomst met de Term-of Paal-God der Romeinen en de Paal- of Terminaal-Steen te bespeuren: Maar, waarom hen niet liever vergeleeken, zal een tegenstreevende Bedilal zeggen, by Steenen waar van de Romeinen zich bedienden om den afstand der wegen aan te wyzen? Hoe het ook zy, zy planten de Fétiches aan hunne Huisdeuren, en deeze Huis-Godheden zyn als van stokken haaksgewyze gemaakt, waar van men zich dient om de Boomtakken te schudden, wanneer men 'er de Vrucht wil doen afvallen. De Priesters van de Zwarten hechten ze aan deeze steene Fétiches, waar van wy gesproken hebben, die zy gelooven, zoo men ons bericht, alzoo oud als de waereldt te zyn, en verkoopen ze vervolgens aan 't Volk om tot bewaarnis hunner Huizen te dienen.

Dit is 't welk de groote Fétiches aangaat; behalvenGa naar voetnoot(d) deeze, zyn 'er noch byzonderen en vervoer-of draagbaaren die in kleinigheden van weinig waarde bestaan, en de Priesters aan de Zwarten verkoopen, na die op hunne wyze geheiligt te hebben. Zy hebben een volkomen vertrouwen in deeze geheiligde Fétiches: Hierom is 't, dat zy die in een klein zakje op 't Hart of onder de Oxels hangen. Zy bidden hen 's avonds en 's morgen aan, zy zetten hen de beste stukken voor van 't geen zy eeten, en deelen met hen van 't schoonste dat zy hebben.

Op den dag, met onzen Zondag overeenkomende,Ga naar margenoot+ vergaderen de Zwarten in een plaats, in welker midden een Boom is die zy de Boom van Fétiche noemen. Aan den Voet van den Boom stellen ze een Tafel, waar van zy de voetstallen met kranssen van verscheiden Boomtakken versieren. Op deeze Tafel zetten ze Palm-Wyn, Ryst, Maiz enz. om vervolgens ter eere van hunne Fétiches te eeten en te drinken. Den dag word met danssen en springen rondom den Boom van de Fétiche doorgebragt, zingende en slaande op kopere Handbekkens.Ga naar voetnoot(e) Somtyds is de Priester in 't midden van de plaats voor een soort van Altaar gezeten, waar op hy aan de Fétiches offert. Mannen, Vrouwen en Kinderen zitten rondom den Priester, die een redenvoering doet;Ga naar voetnoot(f) waar na hy een gestrengelde Stroowis neemt, die hy doopt in een Pot met zeker vogt gevult, waar in een Slang is. Hy besprengt deeze Kinderen met dit Water, mompelende over hen eenige woorden. Dit geschied voor 't Altaar; daar na stort hy de Pot leeg, en de Omstanders eindigen de Plechtigheit door qualyk verdeelde toonen, waar by zy veel gerucht maaken slaande in hunne handen. Dien zelfden dag, wasschen ze het aangezicht en 't lichaam zorgvuldiger dan naar gewoonte, want de afwassching is by deeze Volkeren in gebruik; zy wasschen zich alle morgens en maaken zich daar na witte streepen voor 't aangezicht, met een aarde die naar kalk gelykt, en dit alles ter eere van de Fétiche.

Somtyds gaat de PriesterGa naar voetnoot(g) van twee Vrouwen verzelt, zyne bezweeringen voor den Boom van de Fétiche doen, aan wiens voet een zwarte Hondt is, die, zoo zy zeggen, den bezweerende Priester antwoordt. De Boom, gelyk men hier zietGa naar voetnoot†, is van eenige strooie Snoeren versiert.

[pagina 364]
[p. 364]

Ga naar margenoot+ Zie hier wat hunne Orakelen aangaat.Ga naar voetnoot(a) Indien, by voorbeeldt, men eenig onrecht den Koning aandoet, 't zy in de rechten of cyns-gelderen, begeeft hy zich naby den Boom die hy als zyne Fétiche aanziet, hem eeten en drinken aanbiedende; 't welk de Offerhande is. De Priesters komen daarna de Boom bezweeren, om een antwoordt te erlangen op 't geen zy wenschen te weeten. Voor het bezweeren, maaken ze een kleine Piramide van Afsche, waar in zy een Takje van den Boom steeken: Daar na neemen ze een Pot vol Water, zy drinken 'er van, en besprengen het Takje, 't welk van eenige woorden die zy onder hen uiten, word gevolgt; en mogelyk zyn het geheimenissen. Dit geëindigt zynde, besprengen ze anderwerf het Takje, en neemen ten laatsten van deeze Afsche, tot een Piramide gemaakt, waar mede zy zich het aangezicht stryken. Zy zeggen, dat eerlang daar na de Fétiche of Duivel hun antwoordt.

Ga naar margenoot+ Villault van Bellefonds beschryft ons een andere Offerhande deezer Zwarten, aan een van deeze quaaddoende Fétiches gedaan, waarvan wy reeds gesproken hebben. ‘Ik zag, zegt hy, in den ingang van een Huis, 't welk in een afgescheiden Oort was, dat een Man en Vrouw een Hoen, op bladeren op de aarde gespreid, lieten uitbloeden, en nadat het bloeden ophield, sneeden zy 't aanstukken, leiden die op de bladeren en d'een na den ander zich wendende en de handen na de aarde buigende, zeiden ze: Mecusa, Mecusa, Mecusa, 't welk zy my goedgunstig, zy my goedgustig, zeggen wil. Ik liet hen deeze Plechtigheit eindigen, waar na ik hun vroeg wat zy gedaan hadden. Zy zeiden my, dat de Fétiche van deeze plaats hun geslagen had, en dat zy hem eeten gaven..... De Fétiche was een Dakpan met Stroo omwonden.... Ik brak deeze Pan en ik plantte 'er in de plaats een Kruis.’.... De Schryver die dit zegt, handelde alle de Fétiches die hy achterhalen kon, op de zelfde wyze en stelde 'er Kruissen in de plaats, nadat hy de Zwarten overtuigt had, dat het gewyde Hoen geen doodelyk eeten was, gelyk zy zich inbeeldden. Hy berichtte hen noch, dat als de Fétiche hen wilde slaan, zy de kleine Kruissen neemen moesten, die kussen en het teken maaken. Dit wierd gehoor gegeeven, en veele Zwarten bragten hunne Fétiches om 'er Kruissen voor te hebben.

De yverige Reiziger bleef daar niet by.Ga naar margenoot+ ‘Ik liet my geleiden, zegt hy, naar de grootste Fetiche, die in een Vlakte was alwaar zy hunne Offerhanden deeden. Dit was een groote Steen met Aarde bedekt, die ik van alle zyde verspreidde, en brak meer dan vyf hondert haaken die daar rondom waren, en ik ging by een hunner Priesteren, wien ik vroeg om Fetiches te koopen. Hy zeide my, gy hebt 'er een: Dit was een Haak die ik genomen had, en hy begeerde dat ik die hem betaalde. Ik nam hem mede tot naby deeze groote Fetiche, en als hy zag dat ik die t'eenemaal gebroken had, riep hy zyne Landsgenooten, die alle Mirakel schreeuwden, overzulks ik niet dood was. Ik zeide hen, tot uwe betaaling plante ik dit Kruis, en indien 'er iemandt van u aanraakt dan geknielt, zal hy in 't zelfde ogenblik sterven. Zy vluchtten toen naar hun verblyf, maakende een vervaarlyk geschreeuw.’ Te gelooven is 't dat deeze yver door onderwys ondersteunt wierd, zonder dat konden de Zwarten de ontheiliging by de Afgodery gevoegt hebben, en de Kruissen voor Fetiches veel ontzachelyker dan de Alouden neemen. Welk een ander denkbeeldt zouden Afgodische en onkundige Menschen zich van twee stukken Houts maaken konnen, waar van de waare verdienste aan alle anderen dan aan de Christenen onbekent is?

margenoot+
Of eenige Volkeren van Guinee de Besnydenis oeffenen, en hoe zy met iets van 't Jodendom overeenkomen, aangemerkt.
voetnoot(a)
Zie de Plechtigheden der Jouden Bladz. 137.
voetnoot(b)
Dapper Beschryving van Africa.
margenoot+
Welke gebruiken zy in hunnen Godsdienst waarneemen.
voetnoot(c)
Zie de Bry en 't Afoeeldzel.
voetnoot(d)
Dit zyn woorden eens Schryvers van een Bericht van Guinee uit Purchat.
voetnoot(e)
Reize van Ovington naar Suratte enz.
margenoot+
Hoedanig de Negers aan hunne Fétiches byzondere Godheden toeeigenen.
voetnoot(f)
Villault van Bellefonds, zegt in zyn Bericht der kuften van Afrika, dat deeze vogel klein is gelyk een Winter-Koningje, dat het de bek van een Vlasvink heeft, dat hy zwart en wit op een grond van bruingraauwe vederen gevlekt is. Zoo een deezer vogelen in een tuin van een Zwart vliegt, zegt men 'er eenig geluk uit voor, en men werpt hem geduurig eeten toe.
margenoot+
Welke dingen zy voor Fétiches aanzien en die eeren.
voetnoot(a)
Purchas.
voetnoot(b)
Idem en Villault van Bellefonds.
voetnoot(c)
Villaut van Bellefonds Ubi Sup.
voetnoot(d)
Zie de zelve Reiziger en Purchas.
margenoot+
Welk een Feestdag zy omtrent den Fétiche-Boom vieren, en hoe zy zich daar by gedragen.
voetnoot(e)
Purchas.
voetnoot(f)
Zy gelooven dat 'er goede en quaade Fétiches zyn. De besprenging, waar van hy zich bedient, is een bewaarmiddel tegen de schadelyke Fétiches.
voetnoot(g)
De Bry, zie de eerste Figuur, de tweede vertoont een ander slag van bezweering, waar van zy zich, volgens de Bry bedienen, om den regen te verwerven en een gunstige handel te dryven.
voetnoot†
Zie de nevensgaande Afbeelding in vier Figuuren vertoont, waar van de eerste de Godsdienstige Plechtigheit der Volkeren van Guinee ter eere van hunne Godheit verbeeld; de tweede, een andere Plechtigheit om den Regen enz. af te smeeken; de derde, een Plechtigheit der Guineesche Volkeren wegens de Besnydenisse van een Kindt; en vierde, de Lykgedachtenis hunner Overledenen.
margenoot+
Orakelen aan den Fétiche-Boom gevraagt, en hoe dit geschied.
voetnoot(a)
Purchas ibid.
margenoot+
Wat de Reiziger Villault van Bellefonds van de quaade Fétiches bericht.
margenoot+
En zyn verder wedervaaren in 't naspeuren, waar in dit bestond.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken