Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
drama

Subgenre

gedichten / dichtbundel
toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1882)–Allard Pierson–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 75]
[p. 75]

Vondeliana.aant.

[pagina 77]
[p. 77]

Vondeliana.

 
Aan het Oude moet ontspringen,
 
Wat met nieuwen gloed en kracht
 
't Levend Heden zal doordringen,
 
Dat dan ongestraft veracht,
 
Wat d tijd ter ruste bracht.

1.
‘Leid ons niet in verzoeking.’

 
Sluit voor begeerte uw graag gezicht;
 
Zij loert om in uw borst te varen!
 
Sluit de oogen, vensters van het licht,
 
Indien gij wilt uw hart bewaren:
 
Want sluipt zij binnen 't zwak gemoed,
 
Zij zal bederf en jammer baren,
 
Een vuur ontsteken, dat nog jaren
 
In 't wreed gepijnigd binnenst' woedt.
[pagina 78]
[p. 78]
 
De dingen zijn niet als zij schijnen:
 
De worm schuilt binnen geurig ooft,
 
En kleur van leven dekt venijnen.
 
Hij doolt zeer licht, die licht gelooft:
 
In paradijzen nest'len slangen.
 
De slangen schuilen boven 't hoofd,
 
Waar goude' en blozende appels hangen:
 
Wendt af het oog, wendt af de hand,
 
o Vat den Dood niet met uw tand!

2.
In de Huiskamer.

 
Gelukkig huis, waar man en vrouwe
 
Verknocht zijn door gelijke trouwe;
 
Waar 't kroost, hun dierste band,
 
Uit beider aangezicht gesneden,
 
Gedragen wordt op moeders beden,
 
Geleid aan vaders vaste hand!

3.
Het Zielsgebed.

 
Dit is 't gebed der ziel, door alle tijden heen:
 
Eerbiedig met zijn God in stil gesprek te treên;
[pagina 79]
[p. 79]
 
't Waarachtig Licht te zien, aan 't nevelbeeld ontkomen,
 
Om beurt de lust en schrik van ons onrustig droomen;
 
Het zwak en weif'lend hart te domp'len in zijn kracht;
 
Te schuilen in de schauw der hoogste liefdemacht!
 
 
 
't Is voelen, dat de ziel tot d'Eeuw'ge wordt gedreven,
 
Als bronwel, middelpunt en wellust van haar leven;
 
't Is onder 't juk van 't vleesch, dat licht den geest verrast,
 
Te weten: eens valt af de lang gedragen last!
 
't Is streven naar omhoog, naar 't eenig wit der vromen,
 
Van waar de ziel haar eed'len oorsprong heeft genomen;
 
't Is, als in 't aangezicht van zonde, leed en graf,
 
Te rusten in dien God, die ons zijn wezen gaf!

4.
Morgengebed.

 
Wat strijd, wat stormen zie ik naken,
 
Door 't droomgezicht mij aangeduid!
 
Tenzij Gods eng'len mij bewaken,
 
Glijdt heden vast mijn voetstap uit.
 
 
 
'k Was, droomde ik, in een schip getreden;
 
Een storm verbergt mij lucht en land.
[pagina 80]
[p. 80]
 
Een kille schrik bevangt mijn leden,
 
Die al mijn vroolijkheid verbant.
 
't Scheen of mij de afgrond wou verslinden.
 
De golven teist'ren tuig en mast.
 
Gejaagd, geslingerd door de winden,
 
Raakt eind'lijk 't ranke vaartuig vast.
 
Toen zat ik neder, droef verlaten,
 
Mijne angsten klagende aan de zee;
 
Maar klacht noch zuchten mochten baten.
 
De zee voelt niemands hartewee!
 
 
 
o Woeste golven, norsche buien,
 
Waarmede ik droomende overvoer,
 
Moet gij een zwaarder storm beduien?
 
 
 
'k Beveel het u, o God, die 't roer
 
Van mijn gemoed behouden sturen,
 
En voeren kunt ter veil'ge kust!
 
En of gij 't onweer lang liet duren,
 
Nog slaap ik in uw schoot gerust.
 
 
 
Mijn God, mijn Toevlucht, uw geboden
 
Zijn 't anker van mijn zekerheid.
 
De storm kan 't broze lichaam dooden,
[pagina 81]
[p. 81]
 
Maar niet de ziel, tot u gevloden,
 
Die Gij uw heem'len binnenleidt.

5.
Aan Janmaat.

 
Vaarwel! ploeg 't schuimend pekelzout
 
Op 't hobb'lend hout,
 
Langs onbekende kusten!
 
Ga ver van honk en diep in zee!
 
Ons hart gaat meê:
 
Het kan aan wal niet rusten!
 
 
 
Ga, toon op 's werelds zouten vloed
 
Uw fieren moed,
 
Als golf en winden stuiven!
 
Vaar om de groote waterkom,
 
Maar kom weerom
 
Bij ons, die 't welkom wuiven!

6.
Sic Semper.

 
Ach daag'lijks rijst de stille bede,
 
Aan 't hart ontweld,
[pagina 82]
[p. 82]
 
Door schuld gekweld,
 
Om deugd, verstand en zielevrede!
 
 
 
Ziedaar, o zwoegend kroost der menschen!
 
Wat lot gij draagt.
 
Gij vraagt en klaagt,
 
En sterft, nog vol van vrome wenschen!

7.
In Weelde.

 
Duur lang, o zoete liefdepijn
 
Van liefdepijlen, diep geschoten!
 
Mijn dierste, smolt uw hart in 't mijn',
 
En werd mijn hart in 't uw' gegoten?
 
Ons heeft een macht, en niet van de aard,
 
Ononderscheidelijk gepaard.
 
 
 
Geef artsenij, o schoone mond,
 
En kus mijn kwijnend hart gezond!
 
Verzoet, vernieuw gestaag mijn lijden!
 
Gelijk het blozend morgenrood
 
De rozen uit zijn vollen schoot
 
Op 't half ontwakend veld laat glijden,
[pagina 83]
[p. 83]
 
Zoo dauwe op mij en dale een vloed
 
Van kussen, die uw lippen wijden
 
Door de' allerreinsten liefdegloed!

8.
De Wet der Dingen.

 
o Zoete liefdeband:
 
De golven kussen 't strand,
 
Als om tot weelde en lust het dorre duin te wekken;
 
Het klimop zoekt zijn stam; de zachte winden lekken
 
Het versch bedauwde land.
 
 
 
De hemel kust zijn bruid,
 
En alles kiemt en spruit,
 
En beurt het kopje omhoog om licht en dauw te drinken;
 
De stroom wil de'Oceaan in de open armen zinken,
 
En stort zich schaat'rend uit.
 
 
 
o Godd'lijk liefde-akkoord,
 
Van eeuw tot eeuw gehoord!
 
Eén zucht drijft al wat leeft, eén macht slaakt aller boeien;
 
't Hijgt alles naar elkaar, naar 't innigst samenvloeien,
 
En liefde alleen brengt leven voort!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken