Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 686]
| |
Aan de orgelbespeling (in de Nicolaïkerk) ter gelegenheid van de jaarvergadering der Nederlandsche Organistenvereeniging werkte het mannenkoor Euterpe mee, onder leiding van de heer Lieven Duvosel. Het is, als ik mij niet bedrieg, de eerste maal dat dit koor optrad onder leiding van de heer Duvosel - het is in ieder geval de eerste keer dat het koor mij onder deze directie onder de oren kwam - en het lijkt dus geraden te kritiseren ditmaal onder een zeker voorbehoud. Bovendien is het zomer, en het grootste deel der kritische inkt van het afgelopen seizoen zit opgedroogd in de inktpot - terwijl de voorraad voor het seizoen '22-'23 nog niet aangekomen is. Volstaan wij dus met de vermelding van drie wel zeer trage tempi in de drie koornummertjes, die alle drie wel heel erg zonder blikken of blozen verkozen te zakken - plusminus driekwart toon. Het ergste was, wat dit aangaat, Wagners Pilgerchor, waar ieder der talrijke alteraties voor steen des afstoots fungeerde. Mijnentwege mag men hierop antwoorden dat Wagner dus slecht voor mannenkoor kon schrijven. Het zou nóg zo'n grote tekortkoming niet geweest zijn, doch ik geloof er bovendien niets van... De heer H.G. v.d. Hoek speelde Bachs Passacaglia, een fantaisie zonder kop of staart van Camille Saint-Saëns (opus honderd en één...) en een inleiding plus dubbelfuga van J.B. Litzau. Men zou noch aan de naam, noch aan het muziekje zeggen dat de auteur rond honderd jaar geleden te Rotterdam geboren werd. Bruikbare orgelmuziek in d-klein, in de toonaard waarin Joh. Seb. Bach nóg een honderd jaren vroeger eeuwentrotserende meesterwerken geschreven had. Enfin, de toonaard is letterlijk en notelijk dezelfde; misschien zou dat nog een monumentje kunnen zijn op het graf van de Nederlandse organist Johan Barend Litzau...Ga naar voetnoot162 Hoe dan ook: het is billijk dat men ter gelegenheid van de jaarvergadering der Nederlandse organisten enkele minuten aandacht besteedt aan het werk van een der collega's, juist honderd jaar geleden geboren. De violisten, pianisten en zangers zijn zo pieus niet, in de regel; en dat is soms jammer. |
|