Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen) (2011)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
Afbeelding van Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.20 MB)

Scans (29.36 MB)

ebook (16.63 MB)

XML (6.34 MB)

tekstbestand






Editeur

Arthur van Dijk



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)

(2011)–Willem Pijper–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Concert voor violoncello en orkest (1936)

Première: Amsterdam, 22 november 1936
Concertgebouworkest o.l.v. Willem Mengelberg; solist: Marix LoevensohnGa naar voetnoot46

Vulnerant omnes, ultima necatGa naar voetnoot47

 

Het werk is geschreven in 1936, op verzoek van Marix Loevensohn. Duur: ± 15 minuten. Bezetting: 2 fluiten, 2 hobo's, 2 klarinetten, basklarinet, 2 fagotten, 3 hoorns, 3 trompetten, 3 trombones, tuba, harp, slagwerk en strijkorkest.

Vorm. Het concert bestaat uit vijf zonder onderbreking in elkander overgaande delen. De korte inleiding (twintig maten), waarin het materiaal voor het hele concert geëxponeerd wordt, is een Poco adagio. Hierop volgt het eerste scherzo, dat uit drie

[pagina 899]
[p. 899]

even grote delen bestaat (a, b en c). A en b stijgen tot een climax, c verloopt pianissimo. Het middendeel: Lento assai, is ook melodisch het centrum van het werk. De solopartij, welke aanvankelijk deelnam aan de rustige beweging van het orkest, wordt na het dynamische hoogtepunt (het midden van dit deel, en daarmee van het gehele concert) figuratief van karakter en bereidt zodoende het 4e deel (Allegro aperto) voor. Dit is het tweede scherzo, vijf variaties op een thema van twaalf maten. De scherzo-beweging wordt op het hoogtepunt plotseling ingehouden, gestremd als het ware. Op deze climax volgt het vijfde deel, de Epiloog (largamente). Dit slotdeel begint als een siciliano, de beweging wordt steeds rustiger en na een korte cadens voor het solo-instrument eindigt het concert pianissimo, quasi niente.

Rekening houdend met het enkelvoudig melodisch karakter van het gekozen solo-instrument, komen in dit concert geen eigenlijke doorwerkingen of grote ritmische complicaties voor. Over het algemeen is de beweging zeer rustig en de snelle delen hebben de betekenis van intermezzi.

Thematiek. De eerste maat



illustratie

bevat alle gegevens welke in de loop van het stuk tot ontwikkeling komen. De beide trioolmotieven worden evenzeer melodisch verwerkt als de beide verticalen (c-as-f-des en d-fis-gis-e). Men zal dit zonder moeite kunnen herkennen in het begin van het Lento zowel als in de Epiloog. Minder gemakkelijk herkenbaar is de thematische structuur in de beide scherzi. Hoofdthema van het eerste scherzo:



illustratie

Hoofdmotief van het tweede scherzo:



illustratie

Naast de eigenlijke kiemcel (maat 1 van het concert) is het volgende motief,



illustratie

dat voor de eerste maal in maat 12 optreedt, van grote betekenis voor de structuur van het werk. Alle climaxen zijn gebouwd met gebruikmaking van de syncopische elementen uit dit motief. Het treedt bijvoorbeeld duidelijk herkenbaar op de voorgrond in de tweede helft van het Lento en op het einde van het tweede scherzo.

Beschouwing van een aantal secundaire motieven en minder in het oor vallende thematische bewerkingen zou de overzichtelijkheid van deze inleiding niet ten goede

[pagina 900]
[p. 900]

komen. Om dezelfde reden blijft een behandeling van de instrumentatie en de harmoniek ditmaal achterwege.

Voor de algemene stemming, de muzikale sfeer van het werk, zij verwezen naar het motto.

voetnoot46
Pijper schreef dit werk voor Marix Loevensohn, ter gelegenheid van diens afscheid als solovioloncellist van het Concertgebouworkest.
voetnoot47
Alle [uren] wonden, het laatste doodt (opschrift op wijzerplaten van klokken).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken