Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen) (2011)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
Afbeelding van Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.20 MB)

Scans (29.36 MB)

ebook (16.63 MB)

XML (6.34 MB)

tekstbestand






Editeur

Arthur van Dijk



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)

(2011)–Willem Pijper–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 935]
[p. 935]

Verantwoording

[pagina 937]
[p. 937]

I De teksten

Dit boek bevat nagenoeg alle gepubliceerde teksten van Willem Pijper. Het zoekwerk in Nederlandse (kranten)archieven heeft tot op heden 761 teksten opgeleverd,Ga naar voetnoot1 die in principe in chronologische volgorde worden gepresenteerd, tenzij het gaat om de volgende categorieën:

•Pijpers programmatoelichtingen op eigen werk zijn opgenomen in een apart gedeelte, zie Toelichtingen op eigen composities (HPG 2, 859-910).
•Replieken die Pijper schreef tijdens de uitbarsting van het conflict tussen hem en Van Gilse in december 1921 (zie HPG 1, lxiii-lxiv). In diverse kranten verschenen opiniestukken en ingezonden brieven, ook van de hand van Pijper. Aangezien diens uitlatingen alleen zinvol zijn in samenhang met de artikelen waarop hij reageert, zijn deze teksten opgenomen in het Intermezzo (HPG 1, 563-596).
•Vijfmaal is afgeweken van de chronologische volgorde teneinde artikelen die als feuilleton gepubliceerd zijn, niet van elkaar te scheiden. Het gaat om de muziekbrieven uit Salzburg voor het Utrechtsch Dagblad (augustus 1922), de teksten over Prokofjev van 16 en 21 december 1925, de teksten over Stravinsky van februari tot april 1926, de muziekbrieven uit Zürich (juni 1926) en Frankfurt (juli 1927) voor het Rotterdamsch Nieuwsblad en het Algemeen Handelsblad. In voetnoten bij de artikelen wordt melding gemaakt van de ingreep.

Dat Pijpers programmatoelichtingen op werk van anderen wèl in chronologische volgorde in het corpus zijn opgenomen, pakt gunstig uit in de uitzonderlijke gevallen dat Pijper voor een concert zowel de toelichting vooraf als de recensie na afloop leverde. Doordat deze teksten direct na elkaar te lezen zijn, kan men zich een mening vormen over Van Gilses verwijt aan Pijper dat hij in de toelichting een voorschot nam op de kritiek na afloop (zie Een ander licht op de ‘Utrechtse Muziekoorlog’, lx).

Van het grote aantal lezingen dat Pijper gedurende zijn leven heeft gegeven, zijn in Het Papieren Gevaar alleen de voordrachten opgenomen die integraal zijn gepubliceerd.

Zoals vermeld in de Inleiding, is Pijper menigmaal verwikkeld geraakt in een discussie. Waar nodig zijn in HPG ook de teksten afgedrukt van anderen waarop hij reageerde. Typografisch zijn ze onderscheiden van Pijpers teksten door een kleinere letter.

In 1924 verscheen in Londen bij J.M. Dent A Dictionary of Modern Music and Musicians onder redactie van A. Eaglefield-Hull. Pijper schreef voor dit naslagwerk de lemma's over Nederland en Nederlandse musici. Hetzelfde deed hij ook voor Das neue Musiklexikon, de Duitse versie van de Dictionary die twee jaar later verscheen onder redactie van Alfred Einstein. De bezorger heeft ervoor gekozen deze lemma's

[pagina 938]
[p. 938]

niet op te nemen in Het Papieren Gevaar, omdat de feitelijke en nu gedateerde informatie niets wezenlijks toevoegt aan de huidige publicatie. Wel is het interessant om te zien welke componisten al dan niet behandeld werden in deze naslagwerken, omdat de kans groot is dat Pijper bij de keuze een belangrijke rol speelde. Bijlage 4 geeft een namenlijst van de besproken componisten.

De Quintencirkel en De Stemvork

Pijpers bekendheid als schrijver over muziek is vooral te danken aan de publicatie van twee bloemlezingen. In 1929 werd hem door uitgeverij Querido gevraagd om zijn belangrijkste essays te bundelen. Vanwege het succes van deze eerste bloemlezing, De Quintencirkel, werd hij een jaar later in staat gesteld een tweede bundel samen te stellen: De Stemvork. In de bundels verschenen in totaal 26 teksten, geschreven tussen 1924 en 1930. (Voor een overzicht van de inhoud zie Bijlage 3, HPG 2, 922-927.) Bij het compileren redigeerde Pijper zijn eerder geschreven artikelen soms minimaal, soms ingrijpend. Daardoor bestaan er van die teksten verschillende versies, hetgeen interessante gegevens oplevert met betrekking tot Pijpers inhoudelijke en stilistische ontwikkeling.

Bij de speurtocht naar Pijpers teksten waren De Quintencirkel en De Stemvork belangrijke hulpmiddelen, omdat men ervan uit kon gaan dat alle geselecteerde teksten eerder waren verschenen, en dat hij voor beide bundels geen nieuwe teksten had geproduceerd. Op twee tekstfragmenten uit De Stemvork na is van alle teksten inderdaad de oorspronkelijke vindplaats getraceerd.

Van De Quintencirkel zijn vier drukken verschenen, waarvan twee na Pijpers overlijden in 1947. Van de eerste druk (1929) bestaat een gebonden uitgave in linnen band en een goedkope ingenaaide uitgave met papieren omslag. Van de tweede druk (1931) bestaat een gebonden uitgave in linnen band en een goedkope uitgave met hard omslag. In die tweede druk heeft Pijper een beperkt aantal correcties doorgevoerd, die in latere drukken zijn overgenomen. De derde druk (1948) is een gebonden uitgave met een foto van Willem Pijper tegenover de titelpagina. Van deze druk verscheen ook een goedkope uitgave met zachte band. De vierde druk (1964) is vermeerderd met drie essays uit De Stemvork (‘Tonaliteitsproblemen’, ‘Het muzikaal absolutisme’ en ‘Muziek en nationaliteit’). Het is een paperback (Reuzensalamander), waarbij de teksten zijn overgebracht in de toen actuele spelling.

De Stemvork moet in september of oktober 1930 zijn samengesteld. Pijper heeft er namelijk nog een artikel in verwerkt dat in augustus 1930 in De Muziek verscheen (‘De Vliegende Hollander op de Kager Plassen’). Bovendien schrijft hij in de inleiding tot het essay ‘Vier jaren hedendaagse muziek’ dat de indrukken van het laatste muziekfeest in Luik nog moeten bezinken. Dat ISCM-festival vond plaats van 1 tot en met 8 september 1930.

In HPG zijn de teksten opgenomen volgens de laatste door Pijper gecorrigeerde versie. In geval van de artikelen die hij in De Stemvork bijeen bracht, gaat het dus om

[pagina 939]
[p. 939]

de lezing van 1930; bij de in De Quintencirkel gepubliceerde stukken om de redactie volgens de door de auteur gesuperviseerde tweede druk. De teksten uit de beide bloemlezingen zijn chronologisch geplaatst naar het moment van eerste verschijning. Inhoudelijk belangrijke verschillen tussen de oorspronkelijke en de definitieve versie worden in HPG in de voetnoten vermeld, waarbij de wijzigingen gecursiveerd worden weergegeven. Fragmenten uit de oorspronkelijke tekst die door Pijper in De Quintencirkel of De Stemvork zijn weggelaten, zijn in HPG tussen ‘en’ teruggeplaatst.

Meermaals heeft Pijper verschillende teksten en tekstfragmenten zodanig samengevoegd voor opname in De Quintencirkel of De Stemvork dat daardoor als het ware nieuwe beschouwingen zijn ontstaan. Het gaat om vier essays in De Quintencirkel: ‘Mechanische muziek en virtuozendom’, ‘Igor Stravinsky’, ‘Arthur Honegger’ en ‘Darius Milhaud’, en om drie teksten in De Stemvork: ‘De Vliegende Hollander op de Kager Plassen’ en de onderwerpen ‘Zürich’ en ‘Frankfurt’ in het overzichtsartikel ‘Vier jaren hedendaagse muziek’. In deze gevallen zijn zowel de oorspronkelijke teksten als de ‘nieuwe’ teksten uit de bloemlezingen opgenomen, waar mogelijk onmiddellijk na elkaar.

Om verschillende redenen bleek dat voor een viertal teksten niet wenselijk en is voor een andere aanpak gekozen. Terwijl de oorspronkelijke teksten hun plaats innemen in het chronologisch geordende corpus, zijn de ‘montages’ zoals door Pijper in zijn bloemlezingen gepubliceerd, te vinden in Appendix Q&S (HPG 2, 845-863). Het gaat om ‘Mechanische muziek en virtuozendom’, ‘Arthur Honegger’, ‘Darius Milhaud’ en de inleiding op ‘Vier jaren hedendaagse muziek’. In de voetnoten wordt de keuze voor het opnemen als bijlage toegelicht.

Ontbrekende teksten

Het Papieren Gevaar is niet compleet, aangezien verscheidene teksten waarvan het bestaan uit andere bronnen bekend is, tot op heden niet zijn teruggevonden.

Om te beginnen ontbreekt een aantal van de naar schatting 32 programmatoelichtingen die Pijper tussen 8 januari 1919 en 7 januari 1920 schreef voor de Tivoli-Gids. Omdat dit deel van het Tivoli-archief verloren is gegaan, zijn alleen die teksten overgeleverd die in andere collecties bewaard zijn gebleven. Zo zijn alle toelichtingen die Pijper schreef voor concerten van het Utrechtsch Stedelijk Orkest teruggevonden in het U.S.O.-archief in Utrecht. Het zijn Pijpers toelichtingen op de kamermuziekconcerten in Tivoli die grotendeels verdwenen zijn, met uitzondering van de programmaboekjes die bewaard zijn gebleven in de persoonlijke archieven in het NMI van Evert Cornelis en Charles van Isterdael.

Uit brieven aan Emmy van Lokhorst blijkt verder dat Pijper eind 1925, begin 1926 bijdragen leverde aan de Cetem, een zondagavondblad dat op 18 november 1923 voor het eerst verscheen en tot na de Tweede Wereldoorlog is blijven bestaan. In de paar incomplete nummers van de Cetem die bewaard gebleven zijn in het

[pagina 940]
[p. 940]

Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam, staat geen woord van Pijper. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat we ooit zullen weten hoeveel bijdragen Pijper leverde, laat staan dat ze worden teruggevonden.

In 1922 richtte fluitist Cor Kwant samen met Willem Pijper het Utrechtsch Sextet op, waarvoor Pijper een jaar later zijn Sextet componeerde. De enige programmatoelichting die van dit ensemble is overgeleverd (22 april 1923), werd geschreven door Pijper. Aan te nemen valt dat hij ook voor de andere concerten de toelichtingen schreef. Mogelijk duiken er in de toekomst nog sporen van op.

Tenslotte is de oorspronkelijke vindplaats van twee tekstfragmenten uit De Stemvork niet getraceerd: een paar alinea's over Schönberg in ‘Vier jaren hedendaagse muziek (Zürich 1926)’ en een belangrijk deel van ‘De Vliegende Hollander op de Kager Plassen’ (zie de voetnoten aldaar).

voetnoot1
Nog recent heeft dr. Harrison Ryker bij zijn onderzoekingen een repliek van Pijper uit februari 1922 aangetroffen, die niet meer in de chronologische opmaak van het corpus kon worden opgenomen; de tekst is, samen met de ingezonden brief van Pijpers opponent, afgedrukt op p. 830-831 van HPG 1. Het item is ook niet verwerkt in de statistiek van bijlage 2 (HPG 2, 920-921).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken