Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal
Afbeelding van Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taalToon afbeelding van titelpagina van Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.59 MB)

Scans (18.99 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/schoolboek
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal

(1898)–Antoine Pijpers–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Over de persoonlijke voornaamwoorden.

De voornaamwoorden voor den eersten persoon zijn Mi enkelvoud ik, en Nos voor het meervoud wij; voor den tweeden persoon Bo, in het enkel- en Boso gij of gijlieden in het meervoud; genoemde woorden worden zoowel voor mannen als vrouwen gebezigd.

De derde persoon mannelijk, vrouwelijk, en onzijdig is El of E, terwijl men in het meervoud voor de drie geslachten zonder onderscheid Nan gebruikt.

De persoonlijke voornaamwoorden zijn dus als volgt:

[pagina 10]
[p. 10]
Mi – ik
Bo – gij
El (E) – hij
Nos – wij
Boso – gij
Nan – zij
di mi – van mij
di bo – van u
di dié – van hem
di nos – van ons
di boso – van u
na mi – aan mij
na bo – aan u
na el (n'e) – aan hem
na nos – aan ons
na boso – aan u.

Aanmerkingen.

a.De persoonlijke voornaamwoorden ondergaan in de verbuiging geene verandering zooals boven blijkt.
b.Het voorzetsel di – van wordt vóór E (el) herhaald en de laatste i wordt met E ineensgesproken, dus di dié.
c.El gebruikt men vooor de welluidendheid, b.v. El a bini – hij is gekomen.
d.De voorzetsels na (aan) pa (voor) worden samengetrokken tot pé, né, voor of aan hem.

In 't Hollandsch komt het werkwoord achter het persoonlijk voornaamwoord. In 't Papiamentsch is dit het geval niet, want dan komt het persoonlijk voornaamwoord heelemaal achter te staan, b.v.

Ik heb haar gezien – Mi a miré.
Gij zult hem straffen – Lo bo castigé.

Uit bovenstaande voorbeelde ziet men dat

[pagina 11]
[p. 11]

het werkwoord en het pers. naamw. samengetrokken worden, b.v.

Ik heb 't gelezen – Mi a lez'e (van leza).
Ik heb 't gekregen – Mi a hanj'e (van hanja).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken