Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal
Afbeelding van Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taalToon afbeelding van titelpagina van Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.59 MB)

Scans (18.99 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/schoolboek
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal

(1898)–Antoine Pijpers–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 21]
[p. 21]

Ontkennende en vragende wijze van spreken.

Het ontkennend woord niet wordt in het Papiamentsch vertaald met no. Het woord no wordt gewoonlijk geplaatst achter het persoonlijk voornaamwoord, dus voor de werkwoorden, b.v.

Zij speelt met hem niet – El no ta hunga coe el.

Het woord nooit vertaalt men in 't Papiamentsch met nunca en wordt achter het werkwoord geplaatst, b.v.

Ik heb hem nooit gezien – Mi no a mir'e nunca.

Niet meer wordt vertaald door no mas en wordt geplaatst:

No wordt duidelijk na het persoonlijk voornaamwoord geplaatst, terwijl mas helemaal achteraan komt te staan, b.v.

Ik speel niet meer – Mi no ta hunga mas.

In 't Papiamentsch zijn de vragende zinnen gewoonlijk aan andere zinnen gelijk, b.v.

Ik eet – Mi ta come.
Eet ik? – Mi ta come?

Alleen moet men dan den vragenden toon gebruiken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken