Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Face au mur (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Face au mur
Afbeelding van Face au murToon afbeelding van titelpagina van Face au mur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Face au mur

(1979)–Filip de Pillecyn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De kwakkels

De bladeren komen aan de bomen, de kwakkels nemen hun vlucht.

Aan de zijde van het kerkhof staan populieren, aan de andere zijde, naar het veld toe, staan canada's. Over hen heen hebben wij de vriesganzen naar het Noorden zien trekken. Rondom de stammen schemert het groen. In de voorspellingen van goed en slecht nieuws, speelt het botten of rijzen der bladeren een belangrijke rol. Het is misschien het geheim van lente- en herfstoffensieven. Maar deze lente, met het eerste groen rondom het kamp, geeft ons alleen het gevoel dat het lichaam ondergaat als de aarde haar vruchtbaarheid terugwint. Wij zijn aard-gebonden en de kracht van ons bloed doorruist ons als het sap door de schors naar blad en bloesem jaagt.

Die eerste adem van de lente maakt de mannen opgewekt. Door de openstaande deur van de barak zien zij de zon schitteren in de plassen die binnen een paar uren door het zandige plein zullen opgezogen worden. Zij durven niet goed hun verwachtingen uitspreken en hun vleug van optimisme krijgt dan ook de vorm van vragen: ‘Zou het nu niet gaan beteren?’ ‘Denkt gij ook niet dat het ergste voorbij is?’ Ik weet dat het ergste nog moet komen, het ergste, dat loert naar ons van uit de krijgsraden. En het is ook zeker dat het ogenblik waarop de concentratiekampen in Duits-

[pagina 66]
[p. 66]

land worden opengezet, een nieuwe editie van de septemberdagen zal leveren.

Maar in afwachting steekt hier en daar een bericht op dat de harten vlugger doet kloppen. Dat komt van een advocaat, dat wordt medegenomen van het bezoek en het duurt geen uur of in alle barakken wordt het voortverteld, verfraaid met commentaar. Ge hoort het van tien zijden tegelijk zodat het een echo schijnt te zijn van de openbare opinie. De kwakkels hebben hun vlucht genomen.

Dat zou zo jaren duren, met korte onderbrekingen. Maar de jaren '45 en '46 waren de bloeitijd van de kwakkels, als ik het zo zeggen mag. Zij hebben duizenden door zware tijden heen geholpen, want zij hielden de illusie levendig en illusie is het geestelijk voedsel van de onterfden. En te Lokeren hadden wij een specialist in het kwakkelbedrijf; hij is een weldoener voor duizenden geweest.

Hij had een sociale dienst ingericht die brood en tabak bezorgde aan de jongens die niets hadden. Er zijn zo van die mensen die van hun geboorte tot hun stervensdag, nooit iets hebben bezeten. Jef Kwakkel bezorgde hun brood en tabak, en aan allen schonk hij zijn kwakkels. Dat de stemming zo goed bleef, dat in de donkerste uren er toch nog een lichtschemer overbleef, was aan hem te danken.

Het gebeurde soms dat hij, in de barak komend, één van zijn bijzonder goede tijdingen vertelde. ‘En het is officieel’, zegde hij. Als hij aan het eind van de barak kwam, hoorde hij het product van zijn scheppende fantasie, opgesierd met nieuwe details, en deelde de vreugde van hen die het hem voortvertelden. Op éénzelfde thema werd met ongelooflijke vindingrijkheid gewerkt en het scepticisme vermocht daar niets tegen. De hardste werkelijkheid zal nooit de bekoring van de droom overwinnen. ‘Ge hoort het toch zo wat overal,’ zeggen de mannen. En zij die naar buiten hun ongeloof te kennen gaven, dachten bij zichzelf: ‘Het moest nu toch eens waar zijn’. En zij vochten tegen de hoop die zij rondom zich voelden.

Jef Kwakkel had de nodige lyrische begaafdheid om tot het

[pagina 67]
[p. 67]

gevoel te spreken. Al naar gelang het seizoen, sprak hij: ‘Als de blaren aan de bomen komen’. En met de seizoenen werd de verwachting vernieuwd en straalde de illusie over de dagelijkse zorg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken