Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Face au mur (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Face au mur
Afbeelding van Face au murToon afbeelding van titelpagina van Face au mur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Face au mur

(1979)–Filip de Pillecyn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Nood zoekt troost

Nood zoekt troost. Meer dan één zoekt zijn toevlucht tot het gebed. Het sterkt hen in de beproeving; er zijn er ook die aan een ware bidwoede onderhevig zijn. En een groepje van vier, vijf, zit verschillende keren per dag in een brevier te bidden. Het gebed is voor hen een verdovingsmiddel en zij grijpen naar hun gebedenboek zoals anderen naar de fles cognac.

's Avonds zitten er een dertigtal de paternoster te bidden. Zij bidden met ernst en vroomheid, voor hen krijgt het gebed een hogere betekenis dan vroeger.

Er is veel belangstelling voor het protestantisme. Maar de

[pagina 101]
[p. 101]

dominee schijnt het op zijn gemakje te nemen en verschijnt zeer onregelmatig. Er zijn er dan die op eigen kracht de Bijbel lezen. Een brievenbesteller uit Aalst doet het ook, en zittend hoog op zijn strozak, verkondigt hij de tekst van de hoer van Babyion die hoereerde met de koningen der aarde.

Een is er die de barakken afloopt om propaganda te maken voor het Rijk Gods. Dat is een verzameling van vier en dertig duizend uitverkorenen die ‘heiligen’ worden genoemd. Hij wil van mij één van die vier en dertig duizend maken. Ik behoor echter reeds tot een gemeenschap van uitverkorenen die achter prikkeldraad en tralies zitten. Heel wat meer dan vier en dertig duizend. De proseliet spreekt Nederlands met een sterk Duits accent. Als ik hem vraag of hij Duitser is, antwoordt hij: ‘Geweest, nu behoor ik tot het Rijk Gods’. Ik zeg hem dat ik deze nationaliteit niet ken; hij gaat verder en klampt een fabriekswachter aan, die aarzelt tussen de vrouw die hij te Gent en deze welke hij in Duitsland heeft. Hij zal misschien één der uitverkorenen worden. Niemand denkt eraan de mensen in hun vroomheid te storen. Men tracht stil te zijn tijdens de paternoster. Maar daar worden op zekere dag briefjes rondgedeeld met de ‘Litanie der christelijke naastenliefde’. De meesten krijgen onmiddellijk de indruk dat het niet voor ons bestemd is, dat ze daarbuiten best een extra-uitgave kunnen gebruiken. Moet het dan altijd de geslagene zijn die vergiffenis vraagt om bedreven wreedheid? Deze litanie kreeg het imprimatur van Mechelen in September '44, en ging uit van de bonden van het H.Hart. Hoeveel van die bondsmensen hebben met hun vrienden helpen slaan en plunderen? En nu willen zij dat wij de litanie van de christelijke naastenliefde opzeggen waarin men vraagt niet toe te geven aan de zonde der verklikking en herinnerd wordt dat Jezus zelfs voor Judas een goed woord over had.

Het is op geen koude steen gevallen. De eerste avond verlaten een tiental bidders de rijen als men de litanie begint; de tweede avond wordt er gebromd in de barak, en de liefhebbers van de naastenliefde worden verwittigd dat

[pagina 102]
[p. 102]

er spektakel komt als zij voortgaan. Het was uit met de naastenliefde.

Wij vermoeden dat deze smakeloosheid komt van de tweede aalmoezenier. Deze zieltechnieker die zijn voeten steeds vol haast over het plein slingert en vanuit de hoogte zijn uilenblik op ons laat neerkomen, is van dat soort aalmoezeniers die aan de geïnterneerden laten voelen dat zij, onder de zondaars, het uitschot vormen. Gelukkig is de eerste aalmoezenier een pater, een verstandig en hartelijk mens. Hij begrijpt, hij helpt, kent de noden en lenigt waar hij kan. Misschien kunnen de paters goedmaken wat de pastoors verkorven hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken