Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Face au mur (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Face au mur
Afbeelding van Face au murToon afbeelding van titelpagina van Face au mur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Face au mur

(1979)–Filip de Pillecyn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wandluizen

De lente is voorbij. De zomer staat weer over de wereld. De derde zomer voor de meesten onder ons.

Wij zien door de tralies van het berenhok waar wij mogen ronddraaien ‘om te wandelen’, de bloemen en de bomen in de grote tuin. Er groeien tomaten op de plaats waar Karel de Feyter gevallen is onder de kogels van het executiepeloton. Soms sta ik stil en zie, door de ijzeren staven heen, naar de muur waarop de sporen van het gruwzame spel nog duidelijk zichtbaar zijn. Ik tracht mij voor te stellen hoe het geweest is.

Hier is een jonge man uit het Leuvense die, vanuit zijn cel, zijn vader in de gevangenis heeft zien fusilleren. Een andere jonge man heeft te Gent het salvo gehoord dat zijn vader heeft neergeveld. Of die ooit zullen vergeten.

Het wordt onuitstaanbaar heet in de cellen. Van 's morgens af, als wij de scherpe reuk van de soep reeds in de neus krijgen nog vóór ze met de koffie komen. Men heeft het vizioen van koele schaduw, van de lindeboom voor de afspanning, van de koele lafenis van het bier. Met ontzettend heimwee denk ik aan de dijken, aan het water, aan het groene paradijs van mijn kinderjaren. De zomer verdubbelt de verdoemenis van de cel nu de wereld daarbuiten davert onder de zon.

En nauwelijks valt het duister in of de wandluizen komen uit hun schuilhoeken. Heel de gevangenis is er van vergeven. Het luizenpoeder dat ze u soms spaarzaam geven, hindert ze zoveel als het water de gans. Ge ziet ze 's morgens kruipen, wit van poeder, net alsof ze erin gespeeld hebben. Heel de nacht duurt de foltering; ge voelt dat vunzig ge-

[pagina 136]
[p. 136]

dierte over uw lichaam kruipen en met walg drukt gij ze dood. Het is het ergste en vernederendste van het gevangenisleven en ieder van ons ziet met angst het uur tegemoet waarop hij zich op zijn strozak moet uitstrekken. En als ge 's morgens uit uw aanhoudend onderbroken sluimer komt, de vingers kleverig van de platgedrukte viezigheid, armen, benen en borst vol beten, dan walgt gij van uzelf.

Als het licht aan de hemel komt, ziet gij ze wegkruipen over de wanden. Heel de cel is vol bruine, vuile vlekken van het doodgestampte ongedierte. Met honderden zijn er, grote en kleine; ze gaan van de dikte van een speldekop tot het dubbele van de kop van een lucifer, dik gezogen. Heel de dag moeten wij doorbrengen bij het schouwspel van de honderden dode wandluizen die tegen de muren en op de zoldering zijn geplakt. Het is mij soms of ze terug levend worden; als ge er lang naar kijkt is het alsof zij bewegen. En ge wacht met walg naar de volgende nacht.

En echt goed poeder tegen de wandluizen mag niet binnenkomen. Wij zouden het kunnen opeten. Ik begrijp niet waarom ze zo bekommerd zijn dat we ons zouden ophangen, de polsen oversnijden of vergif innemen. Deze hele repressie is er toch op gericht om ons te vernietigen. Waarom kunnen ze niet verdragen dat wij een handje toesteken?

Wanneer zal er eens iemand opstaan om een einde te maken aan het onterend en barbaars celregime. Ik vraag dat niet alleen voor ons, maar voor allen die in de toekomst boeien zullen dragen, moordenaars, dieven, kinderverkrachters, schriftvervalsers en politieke gevangenen. Maar zij die daarover beslissen, die minister zijn of zogenaamde specialisten in deze vorm van het sociale leven, hebben nooit in een cel gezeten evenmin als de rechters die even kwistig met jaren gevangenisstraf omspringen als de pastoor met de wijwaterkwispel. En wie weet of hij die het gevangenisregime menselijker en menswaardiger zal maken, op zekere dag van deze verbetering niet zal profiteren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken