Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Face au mur (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Face au mur
Afbeelding van Face au murToon afbeelding van titelpagina van Face au mur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Face au mur

(1979)–Filip de Pillecyn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Gewetensonderzoek

Wij hebben radio in de cel. En onze eigen radio, betaald door ons, bediend door ons. Buiten wat van een paar andere posten wordt doorgezonden, zijn er muziek, voordrachten, lessen en hoorspelen die door ons worden verzorgd.

Na meer dan drie jaar horen wij de stem van daarbuiten, de echo van het leven daarbuiten. Met een gevoel van meerderwaardigheid luisteren wij ernaar: wat ons uit België, Luxemburg, Frankrijk, Nederland en Engeland bereikt, getuigt van zo'n verval, staat zo laag. Het is alsof het leven zonder inhoud is geworden. De liedjes die wij horen zijn zo onbeholpen banaal; vrouwen zenden hysterisch geschreeuw uit en in de stem der mannen ligt een temerige klaagtoon die zij schijnbaar van de Engelsen hebben overgenomen. En die geestigheid, o God, die geestigheid.

Er zijn soms ogenblikken, als men naar dat gekrijs luistert van een maatschappij die haar ondergang tegemoet gaat, dat men zich in zijn cel veilig voelt voor deze rotte wereld daarbuiten. Wij zijn manieren ontwend en gezichten vergeten; onze ziel zal onwennig staan tegenover het voze spel. Wij hebben gedurende jaren tijd gehad, ver van het gewoel der mensen, de levenswaarden, af te wegen en het met ons zelf eens te worden. En elk onderzoek drijft ons verder weg van de mensen, drijft ons terug naar onszelf.

Niemand wordt beter met in de gevangenis te zitten. Niettegenstaande de bitterheid die in ons is, zijn wij beter geworden voor elkaar. Er is in ons een maatschappelijk gevoel ontstaan dat wij niet kenden en dat niet afhankelijk is van de leerstellingen die daarbuiten worden verkondigd, en door geen mens worden toegepast. Want wij zijn opge-

[pagina 145]
[p. 145]

nomen in een nieuwe gemeenschap zonder rechten. De ongeschreven wetten van menselijke goedheid, medelijden en behulpzaamheid, zijn voor velen onder ons slechts op deze, onze eigen gemeenschap gericht. Na het spel dat met ons werd gespeeld, zijn ook de regels van het spel anders geworden.

Wij weten niet hoe wij zullen zijn als de zoetheid van het gezin opnieuw in ons leven is gekomen. Er zijn wonden in ons geslagen die alleen daardoor misschien kunnen geheeld worden. Misschien door de liefde van een vrouw, haar duldende goedheid en haar groter begrijpen, toestanden aanvaarden die thans voor ons niet aanvaardbaar schijnen. Misschien; ik weet het niet. Want ik weet niet hoe wij opnieuw door het leven zullen omsloten worden. Maar zoals de meesten onder ons thans zijn, zal er wel een zwaar en bitter bezinksel op de grond van de ziel blijven liggen, zo lang zij leven.

Wij zijn steenkoud voor de bedreigingen die over de wereld hangen en, naar wij horen, de mensen daarbuiten met angst vervullen. Het is verkeerd te menen dat overmaat van lijden het hart opent voor het medelijden met anderen. Het brengt u alleen dichter bij degenen die met u aan dezelfde ellende deelachtig zijn en verwijdert u van de anderen.

Men spreekt thans niet meer over wederopvoeding. Ik weet niet of er, in heel het land, honderd mensen aan geloofd hebben. De heren die rapporten uitbrengen over de wederopvoeding zijn reeds tevreden als zij een woord van spijt kunnen ontlokken aan hen die menen dat het hen dichter bij de vrijheid brengt. Men wordt voorzeker niet wederopgevoed door hen die, in plaats van een idee een paar formules zonder inhoud schenken. Hun wereld en de onze zijn in de grond verschillend ‘and the twain shall never meet’.

Als wij, met wederopgevoed te zijn, worden zoals zij, denken zoals zij, handelen zoals zij, en de burgerzin opvatten zoals zij, dan is hun moeite tevergeefs, want zij schenken ons niets beters. Wat wij van hen hebben gezien overtuigt ons niet, het draait rond in zijn onmacht, heeft geen zedelijk

[pagina 146]
[p. 146]

impuls en wordt gedragen door mannen die, op zijn zachtst gezegd, er zelf niet aan geloven, die koehandel aan de basis leggen van het publieke leven en geen enkel principe buiten het sjacherspel kunnen houden. Moeten wij tot zoiets wederopgevoed worden?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken