Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk 2 (1959)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.38 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk 2

(1959)–Filip de Pillecyn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van een zoete, venijnige tong

Aan het landhuis van Soera Belijn werkte ook een Fransman, Louis de la Place, slaaf van Soera Belijn's broeder. Die was te Agades aangeland na een wild en avontuurlijk leven. Hij was Hugenoot. Dit wangeloof had in zijn geboorteland vele mensen met oprechte ijver aangestoken. Talrijke families waren in die drift ondergegaan en in het gemoed van de la Place heerste zij steeds nog oppermachtig.

Voor hem was het een vernedering te moeten werken onder het bevel van een Rooms geestelijke. Het scheen hem toe als een voortzetting van de rampspoedigheden die zijn geloofsgenoten in Frankrijk hadden geteisterd. Want niet met het woord en de liefderijke redenering had men de Hugenoten aldaar bejegend, maar met het zwaard en de ketting.

Louis de la Place was echter geen man om openlijk Pieter Fardé in 't gemoed te treden. Het onstuimige van zijn hugenootse fanatisme was er door de zweep van de slavendrijver uitgeranseld. Hij probeerde 't met geslepen tong en huichelarij.

Nauwelijks had hij kennis gemaakt met de minderbroeder of hij begon met opperste lof te spreken over dezes hoedanigheden. Veelspraak en grootspraak zit in de Fransman bij geboorte; de verhouding tussen werkelijkheid en woord is niet dezelfde bij hem als bij ons. Daar was geen haar op Pieter Fardés hoofd dat geen vleiend woord kreeg en het onnozelste bevel van de bouwmeester werd opgehemeld als een blijk van haast boven-

[pagina 32]
[p. 32]

natuurlijke wijsheid. Maar het duurde niet langer dan een paar dagen of Pieter hoorde dat de vent op zijn sokken afkwam.

- ‘God heeft u de genade gedaan u in slavernij te voeren om u nader tot de kennis van de waarheid en tot de verfoeiing van de afgodisterij te brengen.’

Zo sprak hij Pieter Fardé aan op een mooie dag, na volbrachte arbeid, toen de avondstemming van de woestijn over Agades zich leggen kwam.

En dan begon het duel.

Het was voor Pieter Fardé alsof men pekel goot in een open wond met over zijn geloof te spreken als over afgodisterij. De eerste repliek was niet mals en Calvijn kreeg het lelijk te verduren. Maar de beide mannen hadden te zeer het proselietendom in hun lijf om niet tot de geleerdheid van gesprek over te slaan. Voor Louis de la Place was het een kwestie van samenwerking, - zo tenminste gaf hij voor. Het kwam er, volgens hem, op aan om hem bij te staan en met verenigde inspanning heel de bevolking tot het kristendom over te halen. Maar dit moest dan op ruime grondslag geschieden. Niet met het overplanten van de afgodisten-praktijken van het papendom, zoals daar zijn de sakramenten en nog andere uitwendigheden. Waarop Pieter Fardé in geleerdheid en citaten des Bijbels opsteigerde. Hij werd solemneel, zoals telkens als hij niet sprak met exempelen voor de ruwe en eenvoudige zielen. Hij voelde zich staan op de rots van Petrus: buiten de Katolieke, Apostolische, Roomse Kerk was alleen dwaling en bedrog.

Dit duurde zo een week aan een stuk, tot de la Place zijn poging opgaf. Aan zijn kant ook begon hij zijn medeslaven over geloofszaken te prediken, vooral bij deze lieden welke met zichtbaar plezier naar Pieter Fardé luisterden. Maar het anderhalf jaar dat hij onder hen had doorgebracht was voldoende geweest om hem hatelijk te maken. Een geniepigerd en een overdrager was hij steeds gebleken en de mensen vertrouwden hem niet.

[pagina 33]
[p. 33]

Toen waagde hij zijn grootste en laatste maneuver: hij kwam bij Pieter Fardé en, met dezelfde overdaad van woorden welke hij tegen de Roomse Kerk had gevonden, veinsde hij het katoliek geloof te willen aanvaarden. En daar Pieter Fardé, in de eenvoudige sterkte van zijn eigen geloof, een dergelijke huichelarij nooit had kunnen vermoeden, dankte hij God om deze moeilijke overwinning van de genade.

Intussen had de hugenoot afspraak gehouden met enige joden die vol verbittering hun geloofsgenoten van hun oude leer hadden zien afvallig worden. Samen met hen woonde hij de onderrichtingen bij die Pieter Fardé elke dag weer openlijk hield. En toen trad hij vooruit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken