Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis van België. Deel 5 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis van België. Deel 5
Afbeelding van Geschiedenis van België. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis van België. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.86 MB)

ebook (3.22 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Vertaler

Richard Delbecq



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis van België. Deel 5

(1929)–Henri Pirenne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Het einde van het Spaansch stelsel. Het Oostenrijksch stelsel. De Brabantsche omwenteling en de Luiksche omwenteling


Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Eerste boek
Het einde van het Spaansch stelsel

[pagina 3]
[p. 3]

[Inleiding]

In de geschiedenis vindt men wellicht nergens een voorbeeld van een zoo voortdurend verheerde streek als de katholieke Nederlanden waren van de regeering van Philips II tot den vrede van Utrecht. Eerst burgeroorlog van 1566 tot de inneming van Antwerpen door Alexander Farnese (1585), vervolgens oorlog in het Noorden tegen de Vereenigde Provinciën en, van 1635 af, oorlog in het Zuiden tegen Frankrijk. De eerste eindigde te Munster in 1648; de tweede duurt niet alleen voort, doch herneemt - evenals een flink gebouwd treurspel - met verdubbelde woede na elk der tusschenpoozen, welke de verdragen van de Pyreneeën (1659-1667), van Aken (1668-1674), van Nijmegen (1678-1683), van Regensburg (1684-1688) en van Rijswijk (1697-1702) brengen. Gedurende de vijf-en-zestig jaar, die verloopen tusschen het verdrag van Munster en dat van Utrecht (1713), mag vredestoestand als buitengewoon beschouwd worden. Nooit verdiende België beter dan toen, Europa's slagveld geheeten te worden.

Want dat hoekje gronds, gelegen tusschen Frankrijk, Engeland, de Vereenigde Provinciën en het Duitsche Rijk, is, voor elk hunner, een levensquaestie. Slaagt Lodewijk XIV er in het te veroveren, dan bestaat het Europeesch evenwicht niet meer. Door de heropening der Schelde, brengt de Allerchristelijkste Koning Amsterdam ten onder en bezit hij tegenover Londen, aan de Noordzee, een onvergelijkelijke strategische stelling, terwijl hij den Rijn kan bedreigen, Duitschland in den rug aanvallen en het in zijn macht houden. Heel Europa spant dan ook samen, om Spanje te laten, wat Spanje niet meer bij machte is te verdedigen. De oorlog, die in Vlaanderen begon als een tweestrijd tusschen het huis Habsburg en het huis Bourbon, ontaardt weldra in een algemeenen oorlog. Op de slagvelden van Neerwinden, van Ramillies, van Malplaquet vielen soldaten van al de groote mogendheden der Westerwereld. Doch zoo Europa zoovele pogingen inspant ten bate van den Ka-

[pagina 4]
[p. 4]

tholieken Koning, is het omdat deze niemand meer in den weg staat en dat de nominale heerschappij, waarmede hij zich vergenoegt, België schier tot een onzijdig land maakt.

Zoo België niet door Frankrijk opgeslorpt werd, heeft het dit niet te danken aan Spanje, dat ‘gebroken riet’, zooals Jan de Witt zeide. Bovendien hecht Spanje sedert den dood van Philips IV niet meer aan de Nederlanden. De tijd is voorbij, dat hun bezit hetzelve in staat stelde, zijn opperheerschappij aan Noord-Europa op te leggen. Doch hoe duur had het dien roem niet betaald! De opstand der protestantsche provinciën had, na een tachtigjarigen reuzenstrijd, over al zijn inspanningen gezegevierd en het had zich ten slotte, in 1648, moeten vernederen tot erkenning van haar onafhankelijkheid. Welke waarde vertegenwoordigden voortaan de katholieke Nederlanden die, door de sluiting der Schelde, tot de ellende gedoemd waren? Ongetwijfeld konden zij nog dienen als operatiebasis tegen Frankrijk en een oogenblik schenen de wapenen van Philips IV er de nederlaag van Rocroi te zullen wreken. Doch na den slag der Duinen, is er geen twijfel meer mogelijk omtrent den toestand. Bij den vrede der Pyreneeën, erkent Spanje eindelijk zijn nederlaag en staat het aan zijn tegenstrever een eerste stuk der Nederlanden af. Aan het overige blijft het hardnekkig vasthouden, wellicht uit eergevoel, maar vooral om ermede de eerzucht van Lodewijk XIV te kunnen voldoen, door hem stukken en brokken van de landen van ‘herwaarts over’ af te staan en, zoo doende, zijn eigen grondgebied, zijn Italiaansche bezittingen en zijn Amerikaansche koloniën ongeschonden te bewaren.

En niet alleen offert het, bij elken vrede die hem opgelegd wordt, zijn oud Bourgondisch erf, maar het toont ook niet de minste belangstelling, tenzij met woorden, voor dat ongelukkig land, dat al de klappen krijgt. Het blijft de Belgen de toelating weigeren, om in Indië te koopmanschappen en neemt geenerlei maatregel om hun kwijnenden handel op te beuren.

In der waarheid, handelt het slechts zóó, omdat het niet anders handelen kan, want, van zijn zwakheid bewust, laat het aan zijn bondgenooten, en vooral aan de Republiek der

[pagina 5]
[p. 5]

Vereenigde Provinciën, - die er het meeste belang bij hebben Frankrijk van de Nederlanden af te houden, - de zorg over dezelve te verdedigen. Tegen de nationale politiek van Lodewijk XIV, zoekt het zijn toevlucht tot de handelspolitiek van Holland. Om den wille van dezes medewerking, onderwerpt het zich aan al Holland's eischen. Nu, wat de Republiek wil, zoowel onder het bestuur van de Witt als onder het stadhouderschap van Willem III, is dat België niet alleen voorgoed in de onmogelijkheid verkeere haar handel te hinderen, doch vooral dat het voor dezelve een bolwerk tegen Frankrijk weze. De rol, dat het hetzelve oplegt, is die van bufferstaat, van een soort van vóórterrein, dat al de stormloopen moet onderstaan, welke tegen Holland gericht worden. Met een onvermoeibare volharding streefde hetzelve, gedurende heel de tweede helft der XVIIe eeuw, zijn politiek na, en het slaagde er ten slotte in, ze Europa op te leggen en zich als toevoegsel tot het verdrag van Utrecht, het Barrière-tractaat te doen verleenen.

België is dus, in den loop van het tijdperk, waarmede dit boekdeel begint, het slachtoffer van de door de Vereenigde Provinciën uitgedachte en ingegeven evenwichtspolitiek. Het verduurt lijdelijk al de rampen, die op het volk nedervallen; het gedraagt zich in zijn lot, doch behoudt voor een verre toekomst een vertrouwen, waarvan, in zoovele Vlaamsche dorpen, uithangborden van afspanningen: ‘In de hoop van vrede’ nog tot den huidigen dage getuigen. Bij den aanvang van elk jaar, verwacht het dat de oorlog met de lente zal terugkomen en is het heel gelukkig een verdrag te zien sluiten, dat hem toelaat tot bezinning te komen en zijn wonden te heelen. Heen en weer geschommeld door den wil van zijn machtige naburen, door de legers van Frankrijk, van de Vereenigde Provinciën, van Engeland, van het Duitsche Rijk, achtereenvolgens of zelfs gelijktijdig bezet en gebrandschat, kan het slechts met berusting zijn lot dragen. Te Brussel bestaat de hoofdregeering nog slechts bij naam. Elke provincie keert zich in zich zelve, enkel bedacht op het vrijwaren harer belangen, op het treffen van schikkingen met den vreemdeling die haar knevelt, op het uitzien naar middelen om aan de velerlei opeischingen te voldoen. De natie

[pagina 6]
[p. 6]

vervalt in een bedeesd en schier slaafsch particularisme. Geen politiek leven meer, en ook geen kunst en geen verstandelijke bedrijvigheid meer. Alleen blijft een diep godsdienstig gevoel heerschen. De eenige beweging waaraan de gemoederen nog aandacht schenken, wordt verwekt door het Jansenisme.

Hoe vreemd dit ook schijne, blijft het volk, bij al zijn rampen, aan de Spaansche dynastie gehecht. Het ziet immer in Philips IV en in Karel II zijn wettige vorsten. Hun ongeluk, dat het deelen moet, vermeerdert nog zijn trouw. Het beklaagt zijn koningen, en dat medelijden maakt ze schier populair. Hun zwakheid, overigens, die het land den rampspoed der oorlogen berokkent, houdt daarentegen dezes plaatselijke vrijdommen in stand. Men mag zeggen dat, sedert het midden der XVIIe eeuw, de koning van Spanje nog in België heerscht, doch er niet meer regeert. De uit Madrid gezonden landvoogden houden zich nog slechts met het commando der legers bezig. Heel het burgerlijk bestuur wordt aan de inboorlingen overgelaten. Zelfs als de crisis op haar hoogste gestegen is, blijft de staatsinrichting ongeschonden. De Staten blijven volkomen zelfstandig over de bede stemmen en de zaken der provinciën besturen. En de inwoners hechten zoozeer aan die zelfregeering, dat deze hen vertroost te midden hunner ellende en hun nog lang de herinnering aan de ‘vaderlijke regeering’ van het Spaansche huis zal laten.

Als de beroering voorbij is, zal België, dat gedurende den Spaanschen successieoorlog bijna verdwenen was, zich dan ook in het begin der XVIIIe eeuw bevinden, zooals het in het midden der XVIIe eeuw was. Het zal zijn plaats op de landkaart van Europa weder innemen, met zijn aloude instellingen en zijn oude zeden. Zijn wonden waren niet doodelijk. Het blijft kloek en gezond. Doch de onderstane crisis hield het een halve eeuw achteruit. Het kenschetst zich voortaan, en voor langen tijd, door een in 't oog vallend archaïsme en conservatisme.

Gedurende het lange tijdstip (1648-1713), dat het nog slechts een door alle winden der staatkunde heen en weer geslingerd wrak was, heeft zijn geschiedenis maar weinig

[pagina 7]
[p. 7]

omvang. Het blijft vreemd aan de groote gebeurtenissen die het beroeren. De oorzaken daarvan liggen niet te Brussel, doch wel te Parijs, te Madrid, te Londen, te Weenen en vooral te 's-Gravenhage en te Amsterdam te zoeken. Wij hoeven dus slechts van dezelve te spreken in zooverre België daarvan den weerstuit voelde, en de eentonigheid van hun verhaal zal ten volle strooken met dat tijdstip van ellende zonder einde en van smart zonder roem.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Geschiedenis van België (7 delen)


auteurs

  • Richard Delbecq


landen

  • over België (Wallonië)

  • over Nederland

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over Frankrijk

  • over Spanje

  • over Duitsland

  • over Oostenrijk