Evangelische leeuwerck deel 4 en 5

[p. 117]

X V. Augusti. Van onse Lieve Vrouwen Hemelvaert.

Wijse: Aen een rouwigh herte. Pronckje van de Maeghden.
Het Musijck, soeckt 24. Sond. na Pinxt.

SIet Maria heden Vaert na 's Hemels zalen
Engels, komt beneden,
Komt haer blijd inhalen:
Komt met u Cymbalen: Geleydt dees Coningin,
Met Bommen, en Trommen,
Baletten, Trompetten,
Ten Hemel in.Komt

Naer dat 's Menschs behoeder

Was om hoogh gevaren,
Liet hy hier sijn Moeder Drie-en-twintigh jaren,
Om wel te bewaren Sijn Kerck noch jonck en teer;
En stercken Door wercken,
Door zeden, Gebeden,
En door haer leer.Om

Maer sy oudt van dagen,

En de Kerck in 't bloeyen,
Wenscht' te zijn ontslagen,
Van al haer vermoeyen,
Christus dede spoeyen Een Engel tot haer af:
Die mare Van hare Victori' En glori'
Met palmen gaf.Chri-

Door mirakel quamen Van alle geweste

De Apostels t'samen In Marien leste.
Dees', en al de reste, Gebenedijde sy.
Hier mede, In vrede, Met luste, Sy ruste
Voor eeuwigh bly'.Dees'

't Lichaem nu begraven Met veel lichts en eere,

[p. 118]

 

Dat lof stadigh gaven d'Engels van den Heere,

 

Voer na 's Hemels haven De derde dag verheugt,

 

Met luyten, En fluyten, Musijcke Seer rijcke

 

Van 's Hemels Vreught.Voer

 

Haer in d'Hemel leyde Jesus haren Soone:

 

En den Vader seyde: Wellekom mijn Schoone:

 

Hy gaf haer een throone Ver boven d'Engele schaer,

 

Een Kroone Ten loone, Van sijne Robynen

 

Vereerd' hy haer.Hy

 

Met der sonne-stralen Siet men haer bekleeden,

 

En met sterre-pralen Op de Mane treden.

 

Och door u gebeden, Maria maeckt dat Godt

 

Ons geven Na 't leven Van strijden, En lijden,

 

Wilt 's Hemels Slot.Och