Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Evangelische leeuwerck deel 4 en 5 (1682)

Informatie terzijde

Titelpagina van Evangelische leeuwerck deel 4 en 5
Afbeelding van Evangelische leeuwerck deel 4 en 5Toon afbeelding van titelpagina van Evangelische leeuwerck deel 4 en 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.49 MB)

Scans (102.74 MB)

ebook (11.80 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Evangelische leeuwerck deel 4 en 5

(1682)–Christianus de Placker–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Niet kostelicker als den Tijdt.

Wijse: Cecilia.
De Noten, siet Dinsd. na den 5. Sond. in de Vast.

 
DAt moet zijn, met reden, Aldermeest geacht,
 
En zijn geen Landen, Steden,
 
Noch Conincklicke pracht,
 
 
[pagina 260]
[p. 260]
 
Geen Indiaensche perels,
 
Noch mijnen vol van Goudt,
 
Lust, eer, noch staet des Werelts,
 
Daer men, nu van houdt:
 
Maer dat men daer-en-teghen,
 
Moet voor kost'lick weghen,
 
En gaede slaen te degen, Is voor al den tijdt
 
Vergunt door 's Hemels zegen,
 
En rasselick verglijdt.Geen
 
Gelijck een snellen Vogel Wackert door de locht:
 
Of een geschoten kogel, Die niet is weer gebrocht.
 
Soo oock ons leven stonden Passeeren noch veel eer:
 
Noch worden oyt bevonden
 
Te keeren een-mael weer.
 
En al wat is in 't leven Goet, of quaet bedreven,
 
Sal voor altijt blyven Gedocht, gedaen, geseyt:
 
Want wy dat alles schryven
 
In 't Boeck der Eeuwicheyt.Soo
 
't Eeuwig wort vergeten: Godt uyt 't hert gestelt:
 
Den dieren tijdt versleten Nu meest in goet en gelt,
 
In wulpsheyt, en wellusten,
 
In eer-sucht, hoog-gemoedt,
 
In sorgen, en on-rusten Om dit werelts goedt.
 
In domme ydelheden Van het vleesch en leden.
 
't Leven wy besteden, 't Onser zielen schaed:
 
Ter wyl, met wijde schreden,
 
Den gouden tijdt vergaet.In
 
Ach! Godt sonderlinge, Als voor 't recht gy staet,
 
Sal eyschen Rekeninge, Des tijds van sijn genaed.
 
Hoe dat gy alle dagen, Hem hebt hier genomen waer;
 
Dat gy Godt moet behagen, En wel zijn hier naer.
 
Als ghy sult zijn na desen, In het ander wesen,
 
Sal zijn u meest gevoelen Desen tijdt verquist.
 
Dat ghy, om 's werelts woelen,
 
Den Hemel eeuwigh mist.Hoe
 
't Heeft, seyd', al sijn tijden,
 
 
[pagina 261]
[p. 261]
 
Salomon Godts vrient. Ga naar margenoot+
 
Kont gy 't dan niet wel mijden,
 
Dat gy de werelt dient:
 
Doet dit na redens maeten,
 
Aen Godt oock sijn beurte geeft.
 
Wat kan de werelt baeten,
 
Daer ziel schaede heeft? Ga naar margenoot+
 
‘Wy hebben geenen morgen,
 
‘Wil den tijdt niet borgen.
 
‘Smeden buygen 't yser, Wyl het noch is heet.
 
Het Mierken 's somers wyser,
 
Vergaert wat 's Winters eet.Doet
 
Dat Godt d'Overleden Maer een uur toe liet
 
In 't leven weer te treden, Wat deden sy al niet?
 
Den tijdt is u geschoncken
 
Om te doen in 't leven goet;
 
Maer gy hem (werelts droncken)
 
In onnut verdoet.
 
Och! hoe sal hy 't betruren, Noch na korte uren,
 
Die sijn schoone jaeren Eyndigt sonder vrucht:
 
Het eeuwige liet varen,
 
Voor 't tijdelick beducht.Den
 
Dwingt dan mensch u sinnen:
 
't Werelts u bedrieght.
 
Dat ghy hier denckt te minnen,
 
Als schaduwe vervliegt.
 
Wellust, eer, rijckdom, staeten,
 
En wat meer de werelt biet,
 
U, eer gy 't meent verlaeten: En vergaen in niet.
 
Op 't eeuwig goet daer boven
 
Van des Hemels hoven
 
Voor al slaet u oogen, Wyl den tijdt toelaet.
 
‘Is hy u eens ontvlogen:
 
't Zal eeuwigh zijn te spaed.Wel-
margenoot+
Ecles. 3. 1.
margenoot+
Mat. 16. 26.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken