Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De verlooren schildwacht (1686)

Informatie terzijde

Titelpagina van De verlooren schildwacht
Afbeelding van De verlooren schildwachtToon afbeelding van titelpagina van De verlooren schildwacht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.26 MB)

Scans (1.45 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

klucht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De verlooren schildwacht

(1686)–Joan Pluimer–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Tiende tooneel.

Jan, met zyn botelje, Leander, Izabel, voor 't venster.
Jan.
 
Werda! werda! ha! qui vala!
Leander,
 
Uw vrind, uw beste maar.
Jan.
 
Myn beste maat?
Leander.
 
Wel ja;
 
Wat ben ik u verplicht, hoe kan ik oit vergelden
 
Die dienst, toen gy voor my in zulk gevaar u stelde.
[pagina 20]
[p. 20]
Jan.
 
Ik voor u in gevaar?
Leander.
 
Ja toch, myn waarde vrind;
 
Gy hebt my 't lyf gebergd, dies ik geen reden vind,
 
Om u myn dankbaarheid, na uw waardy te toonen.
Jan.
 
Wanneer borg ik jou 't lyf?
Leander.
 
Hoe kan ik 't oit beloonen?
 
Myn Hector, Orondaet, Achilles, op die nacht...
Jan.
 
De drommel! wel dat is heel treffelyk bedacht,
 
Zo is het waar?
Leander.
 
Ja toch; en op dat gy mogt merken,
 
Hoe veel zo groote dienst kan op de herten werken,
 
Schenk ik u dit.
Jan.
 
Ja wel, ja wel het is dan waar!
Leander.
 
Hoe twyffeld gy dan noch of 't waar is?
Jan.
 
Dat komt raar.
 
'k Verhaalde laast myn Heer, dat is zo wat geleeden,
 
Gedroomd heb dat ik vocht.
Leander.
 
Gedroomd! Gy hebt gestreeden.
Jan.
 
Wel is 't geen droom geweest, zo heeft myn blank rapier
 
Der menig neergeveld. O bloed! ik was zo fier.
Leander.
 
Gy vocht gelyk een Turk.
Jan.
 
Hoe zal myn Heer staan kyken.
 
Als ik hem dat vertel.
[pagina 21]
[p. 21]
Leander.
 
O! gy gaaft schoone blyken
 
Van uwe dapperheid.
Jan
 
Zo heb ik meerder moed,
 
Als onze Heer. Laar nou, laat nou die bloode bloed
 
My eens weer zeggen, dat ik bang ben.
Leander.
 
Dorst ik 't waagen,
 
Myn befte maat, 'k zou u noch wel wat willen vraagen.
Jan.
 
Dat heb je wel te goed.
Leander.
 
Maar ik durf uw geduld
 
Zo veel niet vergen, 'k ben te diep noch in uw schuld.
Jan.
 
Tut! tut! dat 's niet met al.
Leander.
 
Ik heb nu vier vyf weeken
 
Geleerd, hoe dat men met een Jufferouw moet spreeken,
 
Om dat der ymand van myn vrinden trouwen zal.
 
Nu wou ik zien, hoe ver dat ik in zulk geval
 
Al gavanceert ben, mag ik u wel eens ontmoeten
 
Gelyk een Juffrouw? Ei laat ik u zo eens groeten,
 
Het is maar om te zien, of ik myn les noch kan.
Jan.
 
Hoe lessen! leerd men dat!
Leander.
 
Ja toch.
Jan.
 
Nou lustig dan,
 
Ik ben de Juffrouw.
Leander, tegen Izabe!
Leander steld Jan met de rug na het venster.
 
Zo! O wonder onzer daagen,
[pagina 22]
[p. 22]
 
Volmaakte schoonheid, ach! wie kan uw glans verdraagen?
 
'k Vind in dit oogenblik Mevrouw, dat u te zien,
 
Niet, zonder dat men voort u slaaf werd, kan 't geschiên;
 
Dat u te kennen, en met hart, met ziel, en zinnen,
 
Uw groote schoonheid, en uw gaaven te beminnen
 
De zelfde zaak is; dat, al wie 't geluk zo hoog
 
Heeft begenadigd, dat een straal slechts van uw oog
 
Op hem geschooten werd, alleen voor u moet leeven.
 
Gy, gy hebt my een blyk van uwe gonst gegeven,
 
Die ik niet waardig ben; want ik heb wel verstaan,
 
Dat gy begeerd, dat ik in uwe dienst voortaan
 
My zal begeeven; ja, ik offer uw myn daagen;
 
En, op dat aan myn woord geen twyffel werd geslaagen
 
Bezweer ik by u zelf, myn schoone, dat myn hert,
 
Daar gy geëerd, gevierd, ja aan gebeeden werd,
 
Uw waarde beeltenis steeds heilig zal bewaaren.
 
De goden hoeven, door geen woorden te verklaaren,
 
't Geen zy beveelen; zy doen zonder spraak verstaan
 
Wat zy begeeren, van de sterflykheid gedaan.
 
Volg, volg dat voorbeeld na, wild toonen door uwe oogen
 
Myn schoone godheid, of wy iets op u vermoogen!
 
Toon door uw weezen, dat myn dienst u niet mishaagd,
 
Dat zo als ik u min, gy my ook liefde draagd.
Zy wenkt, dat zy hem bemind.
Jan.
 
Moet ik nou nygen?
Leander.
 
Ja.
Jan.
 
Maar, als ik jou zou zeggen,
 
Myn rechte meening, dien jy my wel uit te leggen
 
Hoe groot de Juffrouw is, die jy dit zeggen zoud.
Leander.
 
Omtrent als ik.
Jan.
 
Wel dan heb jy geen kleine fout.
[pagina 23]
[p. 23]
 
Neen, neen; dan heb ik jou al veel te vroeg gepreezen.
 
Ik docht in 't eerste, dat het een Reuzin zou weezen,
 
Zo zag je na om hoog. jou kompliment was meer
 
Als vier vyf voet te hoog.... t' is zeeker waar myn Heer.
Leander.
 
'k Bedank u zeer; en zal uw les zien na te komen.
Jan, alleen.
 
Wel dat komt schoon! ja wel! verdiend men dat met droomen!
 
Hy heeft gewis'lik een verkeerde voor; ik docht
 
Laat ik't maar neemen; 't hoeft niet nader onderzocht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken