Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groots in eenvoud (2015)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.25 MB)

ebook (3.65 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Editeur

Tim Neutelings



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groots in eenvoud

(2015)–Jack Poels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een beredeneerde bloemlezing na dertig jaar Rowwen Hèze


Vorige Volgende

Wakker were

 
't Gebeurd neet duk
 
't gebeurd bijna noeit
 
mar vannacht is 't gebeurd
 
vannacht bin ik opgestoan
 
als in enne droem zaag ik meej van de trap afgoan
 
't waas perfect
 
de koffie kloar de taffel gedekt
 
en de zon die scheen
 
de baas brocht meej bloome
 
en zei blief mar thoes, ge dud meej
 
gen grutter plezeer
 
pak de rest van de weak mar vreej
 
en ik genoot,
 
zelfs miene baas vong 't good
 
en de zon die scheen
 
 
 
de fiets op en fluite de wind haj ik op de rug
 
de minse die lachte nar meej en ik lachte terug
 
en ik genoot, zelfs mien hoar zaate good
 
en de zon die scheen
 
 
 
oh en onderweg kwaam ik ow teage
 
ik woord van puur geluk verleage
 
 
 
't leave haj 't good veur met meej
 
alles zaat mei wat ik ok deej
 
met zo'n geveul dat ge nog van vroeger kent
 
allang vergeate neet gewend
 
zo'n bliej geveul wat mar door blieft goan
 
zo'n geveul van dit geveul dat deurt te lang
 
te veul roezegeur en moaneschien
vul te moei um woar te zien
 
 
 
oh, want toen ik vanmerge wakker woord
 
oaver mien onderboks veel
 
en in de speegel keek
 
drong 't langzaam tot meej door
 
alles wat ik haj gezeen dat waas neet woar
 
ik haj gedroemd de ganse nacht
 
en ien ding stong wir vast vur meej
 
's nachts is 't moeier als oaverdaag
 
 
 
en al hielemoal met ow d'r beej

(Poels, CD: Water, lucht en liefde, Hans Kusters Music 1997)



illustratie

Dit komische gedicht is de verpakking voor een liefdesverklaring aan de aanbedene van de lyrische ik, waarin met een afgewogen setje aan spitsvondigheden en stijlfiguren de boodschap nauwkeurig en doordacht opgebouwd wordt neergezet. Na een korte aanloop van twee zinnetjes die de aandacht van de luisteraar oproepen, zet de metafoor of ‘als-vergelijking’ de luisteraar al meteen op het verkeerde been. De droom wordt neergezet alsof het slechts een droom lijkt. Een afgewogen keuze, aangezien het een bekend verschijnsel is dat mensen vlak voor het wakker worden vaak dromen dat ze wakker worden. Zie hier de titel.

 

Om de vrolijkheid in de droom te accentueren, zien we in strofe twee, drie en vier het parallellisme ‘en de zon die scheen’ dat past binnen de beeldspraak voor geluk. De constructie ‘de fiets op en fluite, de wind haj ik op de rug’ valt allereerst op door de constructie als zodanig. ‘De fiets op en fluiten’ lijkt wel een bevel, gegeven door een moeder die haar kind leert dat je soms gewoon naar buiten moet om te genieten. Diezelfde zin wordt vervolgens volmaakt met de concreet gemaakte beeldspraak ‘de wind in de rug hebben’. Eigenlijk gaat dit overdreven neerzetten van het geluk maar door met gepaste trucage. Neem bijvoorbeeld de personificatie van het leven in ‘'t leave haj 't good veur met meej’, waarin wordt geschetst dat het leven het heft in eigen hand heeft genomen om de ‘ik’ gelukkig te maken. En het blije, pure gevoel van een kind, dat net als in de Peel in brand naar voren wordt gehaald, hier met de zin ‘met zo'n geveul dat ge nog van vroeger kent, allang vergeate neet gewend’. Om dát nog eens door te trekken volgt het mooi gevonden hyperboolachtige ‘zo'n geveul van dit geveul’.

 

Maar uiteindelijk komt de ommekeer, ook weer te zien in de talige middelen. De overdadige ‘te-constructies’ over de regels heen in de zevende strofe werken als een dreigende aankondiging van de anticlimax. Immers, te is niet goed, en dus was al het goede niet werkelijk. De anticlimax als zodanig wordt ook sterk neergezet in zijn soort, omdat het zinnetje ‘oaver mien onderboks veel en in de speegel keek’ de zin ‘alles zaat mei wat ik ok deej’ in antonymische (tegengestelde) relatie plaatst.

 

En al deze ogenschijnlijk onopvallende kunstgreepjes zetten het onderliggend thema, een mooie droom, zo sterk neer, dat de laatste zin er als de échte climax uitspringt. En dan valt het de luisteraar ook pas op dat de twee zinnetjes die het geluk in de droom mede accentueerden ‘oh en onderweg kwaam ik ow teage, ik woord van puur geluk verleage’ van grotere betekenis waren dan verwacht en inderdaad eruitspringen in ritme en lengte van de strofe, net als de laatste zin van het gedicht. Toch stond alles weer in dienst van zijn geliefde; verpakte liefde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken