Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu (1640)

Informatie terzijde

Titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu
Afbeelding van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt IesuToon afbeelding van titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.95 MB)

ebook (20.85 MB)

XML (1.31 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

monografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

(1640)–Adriaen Poirters–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]

Een suyuer hert verbeelt Godt.



illustratie

Assimilat mens casta Deum. { Hier speelt
 { Godts beelt.
 
OP een soeten morghen stondt,
 
Soo ick my wat ledigh vondt,
 
Ghingh ick treden aen de kant
 
Van het groen gheklauert landt:
 
Op den voordt van een riuier,
 
Die daer maeckte soet getier,
 
Die daer dwaelde met haer stroom
 
Om de wortel van een boom.
[pagina 107]
[p. 107]
 
Aen de kanten stondt wat riet,
 
Hier wat dicht, en elders niet:
 
Maer het water was soo claer,
 
Of het eenen spieghel waer,
 
Of het met den stillen val
 
VVaer verandert in cristal:
 
VVant de grondt, soo diep hy was,
 
Kond' ick sien als door een glas.
 
Als ick dan daer sat omtrent,
 
Quam de son daer aen gherent,
 
Met haer peerden altemael,
 
Ieder hadd' een goude strael.
 
Aen den waghen was gheen hout,
 
Noch gheen ijser, maer al gout,
 
Goude strenghen, gouden toom.
 
Al dit sagh ick in de stroom:
 
Iae mijn teer en kranck ghesicht
 
Kond' verdraghen al dit licht,
 
Sonder dat my glans oft schijn
 
maeckten eenigh ooghen pijn.
 
Hebdy, vriendt, dit wel ghevat?
 
Gaet niet deur of leert noch wat;
 
't Geen' ghy van dit water leest,
 
Eygent dat aen uwen geest.
 
Soo waer is een suyu're siel
 
Die daer in gheen smetten viel,
 
Schoon sy oock van liefde queelt,
 
Segt, dit is des Heeren beelt:
 
VVant een suyuer teer ghemoedt
 
Godt verbeelt, en g'lijck den vloedt
 
Toont aen die omtrent hem gaet,
 
Al wat in den hemel staet.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken