Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu (1640)

Informatie terzijde

Titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu
Afbeelding van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt IesuToon afbeelding van titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.95 MB)

ebook (20.85 MB)

XML (1.31 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

monografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

(1640)–Adriaen Poirters–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het tvveede capitel.
Vanden voortgangh der Societeyt in haere bevestinghe ende regeringhe onder den H. Ignatius.

De vergaderinghe van soo luttel menschen en conde niet langer dueren als het leuen vande selue: op datse dan noyt vergaen en soude, heefter Ignatius een eeuwigh-blijuende Orden af willen maken. Den Paus Paulus den III. heeft het hem toeghestaen, met bespreeck dat de Ga naar margenoot+Professen, die in desen nieuwen legher als Compagnie-Colonelle waeren, niet meer als sestich in getal en moghten

[pagina 148]
[p. 148]

wesen. Dan hebt ghy moeyte vanden boom sijnen breederen uytwas te beletten, als ghy hem eens gheplant hebt: soo wanneer Godt den wasdom gheeft, te vergheefs stelt ghy hem paelen, oft beschrijft sijne grootte. 'tScheen claerblijckelijck dat de Godtlijcke goetheyt eene merckelijcke vermeerderinghe beloofde. Nauwelijck en hadde de Societeyt begonst in Europa te wortelen, ende sy sagh alreede haere tacken met ouervloedighe vruchten uytghespreyt tot d'uyterste landen vanden Oosten: quaelijck haddese noch haeren voet in weynighe prouincien ghestelt, ende wierdt schier van alle andere versocht. Men verstondt daghelijcks door brieuen en ghesanten de begheerte vande Princen, steden ende ghemeynten: ende alsmen ouerdacht het verlies vande menighte der sielen, soo scheen het een' ellende te wesen, datmen d'ellendighe niet en konde ghehelpen. En wat soude doch konnen uytrechten soo kleyn een ghetal teghen den grooten hoop van alle de ketters? en hoe soude't aende ruyme Indien (daer sich sulck eenen schoonen oogst liet aensien) met een handt-vol werckliedenGa naar margenoot+ voldoen? Ten desen opsichte heeft den Paus, die in't beghinsel proefsghewijse de Societeyt in soo cleynen ghetal ghedronghen hadde, toeghelaeten, datter oock soo vele Professen souden moghen ontfanghen worden, als't van noode was. Dese jonste des Paus hebben de Patres als een goet teecken van't aenstaende gheluck opgenomen. Dus zijnder van stonden aen seer vele, soo ionghe als ghedaeghde mans, allegader uyt-ghelesen in verstandt ende wetenschap, tot de Societeyt ghecomen: ende de selue heeft haer, ghelijck eenen water-stroom, die de dijcken nu ghewonnen heeft, begonst te verspreyden.

Hoe moeste doen den H. Ignatius ghemoedt zijn, wanneer hy de sijne schier op de selue maniere heeft sien

[pagina 149]
[p. 149]

vermeerderen, als onsen Saelighmaker sijne naevolghers sagh vergrooten? Ignatius heefter eerst thien verkosen; Christvs twelf: by dese zijnder terstont twee-en-seuentigh ghevoeght; by die sestigh; groeyende bynae beyde met ghelijck-matigh ghetal. Ten laetsten, euen eens als de werelt ontallijcke vercondighers des Euangeliums verkreghen heeft: soo hopen wy oock dat die vande Societeyt ontelbaer sullen worden; waer ouer wy de Godtlijcke goedertierenheyt grootelijcks hebben te bedancken.

Voorwaer ten tijde dat Ignatius noch leefde, heeft desen Ga naar margenoot+nieuwen wijngaert sijne rancken soo wijdt verspreydt, dat den Paus Marcellus den II. seyde, datter noyt eenighen fondateur van eenighe Orden gheweest is, die sijne Religie binnen sijn leuen soo verre verbreydt heeft ghesien, als den H. Ignatius de sijne. Andere zijn oock wel vruchtbaer in haere beghinselen gheweest, ende hebben haer in sommighe Coninghrijcken verdeylt, maer weynighe hebben haer buyten een deel der werelt ghestreckt. De Societeyt heeft d'uyterste paelen der werelt te water ende te lande doorloopen, ende t'alle canten niet alleen wooninghen, maer oock Prouincien ghestelt. In Europa heefts'er neghen ghetelt, in Asia eene: maer soo groot, dat die de Indien en Iaponien (dat is de laetste streken der werelt) begreep. In Africa eene van Ethiopien: wantse alsdan voor Prouincie gherekent wierdt. De laetste was Brasilien in America. By de welcke hoe vele daer noch souden by comen, en heeft de Godtlijcke goedtheyt voor den H. Ignatius, noch hy voor de sijne niet willen verswijghen: Ga naar margenoot+want in een sieckte ghevallen zijnde (waer van men meynde dat hy soude steruen) als hem sijne ondersaeten baden om de reyse nae den hemel noch wat uyt te stellen, vreesende dat de Societeyt noch niet ghenoegh versterckt

[pagina 150]
[p. 150]

en was, ende by 'tverlies van haeren fondateur soude comen te vervallen; heeftse seer goeden moedt ghegheuen, segghende, dat de Societeyt op Godt, ende niet op Ignatius en steunde: datse door sijne jonste sulcken voortgangh hadde, ghelijck men sagh; maer nochtans voortaen al veel meer soude vermenighvuldighen: dat de tijden souden comen, inde welcke sy ghelijck een volwassen lichaem, by haer selue soude staen, ende door de goede discipline haer soo bevestighen, dat de vermenighvuldinghe (die den oorsprongh van verslappinghe plagh te wesen) haer soude dienen tot eene vestinghe. Een selsaem gheluck, 'twelck ons niet alleen de voorsegghinghe van S. Ignatius, maer veel meer sijne verdiensten ende ghebeden, die hy nu ghestaedighlijck inde hemelsche glorie voor sijn Gheselschap aen Godt opdraeght, vastelijck doet verhopen.

margenoot+
'tGhetal vande eerste Professen:
margenoot+
'tvvordt vermeerdert.
margenoot+
Ignatius siet de Societeyt de heele vverelt door verbreydt:
margenoot+
voorseyt haere vermeerderinghe.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken