Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu (1640)

Informatie terzijde

Titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu
Afbeelding van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt IesuToon afbeelding van titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.95 MB)

ebook (20.85 MB)

XML (1.31 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

monografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

(1640)–Adriaen Poirters–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 266]
[p. 266]

Het werckende leuen helpt het aenschouwende.



illustratie

Descensus iuuat ascensum. { Het sijghen
 { Doet stijghen.
 
AL woon ick by de kercken niet,
 
Het ure-wercksken dat ghy siet,
 
Dat heeft een wijser en een handt,
 
Die wordt ghedraeyt op menigh tandt.
 
Het heeft sijn wielkens altemael,
 
En 'tklocksken dat spreeckt oock sijn tael:
 
VVant als den hamer dat eens tuckt,
 
En dat hy sich weer achter ruckt,
[pagina 267]
[p. 267]
 
En soo gheduerigh sit op't lijf,
 
Terstondt het klocksken roept seer stijf,
 
En ick leer vanden laetsten slagh
 
De uren vanden heelen dagh.
 
Maer hongh ick gheen ghewight daer aen,
 
Niet een van altemael souw gaen:
 
VVant, siet, als dees gaen op en neer,
 
Soo gaen de wielkens wegh en weer.
 
Doch, soo ghy wilt, houdt v ghesicht
 
Een weynigh noch op dit ghewight.
 
Siet, als het een maer nederdaelt,
 
Dan wordt het ander opghehaelt,
 
En reden dat het bouen gongh,
 
Dat was om dat het ander sonck,
 
Het leeghste dat hier neerwaerts dijst,
 
Maeckt dat het hooghste opwaerts rijst.
 
Vraeght ghy hier van beduydenis,
 
En watter doch gheslaghen is?
 
Ick seggh', wanneer het lichaem slaeft,
 
VVanneer het hier beneden draeft,
 
'tZy dat het op de stoelen staet,
 
tZy dat het nae de kerckers gaet,
 
'tZy dat het seylt verr' van het strandt,
 
'tZy dat het gaet ten platten landt,
 
'tZy dat het hier de iongheyt leert,
 
'tZy dat het elders een bekeert,
 
Hoe dat het van Godt verder gaet,
 
Hoe dat het hem noch naerder staet.
 
Daelt hier het een deel door ghewight,
 
Het ander wordt oock opghelicht.
 
'tFonteynken dat sich 'tleeghste dringht,
 
Dat is oock dat het hooghste springht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken