Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu (1640)

Informatie terzijde

Titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu
Afbeelding van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt IesuToon afbeelding van titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.95 MB)

ebook (20.85 MB)

XML (1.31 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

monografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

(1640)–Adriaen Poirters–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 286]
[p. 286]

De Societeyt toont den vvegh des leuens door gheleertheydt en stichtbaerheyt.



illustratie

Ga naar margenoot+Quasi lumen de suo lumine accendat, Facit,
Vt nihilo minùs ipsi luceat, cùm alteri accenderit.
Sy licht
 { En sticht.
 
'tVVAs eene in de kortste daghen,
 
Op het vuylste van het iaer,
 
Alsser vallen al die vlaghen
 
Die Nouember wordt ghewaer:
 
'tVVeer dat ghingh syseluen wassen,
 
Schoon het bleef al euen vuyl,
 
VVant de straet die stondt vol plassen,
 
Door soo menigh leeghen kuyl.
[pagina 287]
[p. 287]
 
Soo den auendt was ghevallen,
 
En den swerten nacht quam aen,
 
Daer was iemandt van ons allen
 
Die moest om een boodschap gaen,
 
'tLot dat viel op den bevreesten,
 
VVant den lecker was soo schouw,
 
'tScheen hy vreesde voor de gheesten,
 
Oft den swerten bitebouw.
 
By gheluck ghingh ouer straeten,
 
Met een fackel in de handt,
 
Een van sijn lief kameraeten;
 
Desen heeft hy aengherandt.
 
En dien heeft hem licht ghegheuen,
 
Anders wouw hy't niet bestaen.
 
Siet, doen hiel hy op van beuen,
 
En is daer mé deur ghegaen.
 
Doch al had hy't in sijn handen,
 
En dat hy het met hem nam,
 
D'ander torts die bleef noch branden,
 
En had euen groote vlam.
 
Dat hy gaf dat bleef hy houwen,
 
En nu sien sy bey ghelijck,
 
En sy gaen op dit betrouwen
 
VVt de plassen, en het slijck.
 
O daer zijn soo duyst're weghen,
 
Daermen schier nae tasten moet,
 
En sy zijn soo verr' gheleghen,
 
En daer stooter veel den voet.
 
VVilt ghy op den wegh niet dwalen,
 
Komt hier, steeckt v fackel aen,
 
Hoe veel lichts dat ghy komt halen,
 
Noch soo blijftse branden staen.
margenoot+
Ennius apud Cic. l. 1. de Offic.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken