Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu (1640)

Informatie terzijde

Titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu
Afbeelding van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt IesuToon afbeelding van titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.95 MB)

ebook (20.85 MB)

XML (1.31 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

monografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

(1640)–Adriaen Poirters–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 388]
[p. 388]

De Societeyt wordt te vergheefs vande benijders bevochten.



illustratie

Solem nulla sagitta ferit. { Als't Gode behaeght,
 { Beter benijdt, dan beklaeght.
 
NIiders ooghen noyt ghedooghen
 
Dat de son in't waeter schijnt,
 
Hy wilt daeghen vol van vlaeghen,
 
Het schoon weer is't dat hem pijnt,
 
Sijn quaey lusten noyt en rusten,
 
Onghestaedigh ure-werck,
 
Sijn ghedachten gaen by nachten
 
En by daeghen euen sterck;
[pagina 389]
[p. 389]
 
Rust hy, gaet hy, sit hy, staet hy,
 
Ouer al is't dat hy loert.
 
Siet hem loncken, siet hem voncken,
 
Vanden nijdt heel wegh ghevoert.
 
Kond' hy maecken en gheraecken
 
Daer toe dat sijn herte snaeckt,
 
Hy sou meughen sich verheughen:
 
VVant hem noyt iet beter smaeckt,
 
Als het suchten en het duchten
 
Van sijn buer-man die hy haet:
 
Iae het bijt hem, en het spijt hem,
 
Al dat sijnen vijandt baet.
 
Sulcke gasten sietmen vasten
 
Nae Loiolas ongheval;
 
Maer het keffen kan niet treffen,
 
Hunnen bout die wispelt al.
 
Laetst gheleden ghingh ick treden
 
En ick vondt een wonder rot:
 
De ghesellen droeghen bellen,
 
Altemael was't euen sot:
 
En die wouwen, en die souwen,
 
Schieten teghen 'tsonnen-licht,
 
Doch van dwaesen, die maer raesen,
 
Quam noyt een ghewissen schicht.
 
VVat sy deden van beneden
 
'tVVas al maer een sot bestaen,
 
'tVielen blutsen door haer mutsen,
 
Daer mé was het spel ghedaen.
 
Al die spotten gh'lijck dees sotten
 
Met Loiolas sonnen-schijn,
 
VVat is't wonder dat sy onder
 
Dierghelijcke gulden zijn?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken