Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu (1640)

Informatie terzijde

Titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu
Afbeelding van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt IesuToon afbeelding van titelpagina van Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.95 MB)

ebook (20.85 MB)

XML (1.31 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

monografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Af-beeldinghe van d'eerste eeuwe der Societeyt Iesu

(1640)–Adriaen Poirters–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 400]
[p. 400]

De Societeyt wordt door teghenspoedt ghesuyuert.



illustratie

Erit ex hoc purior. { Met smijten en slaen
 { Sal't schoonder staen.
 
Ga naar margenoot+IEder die wel wilt peltieren,
 
Slaet de vellen van de dieren,
 
Die alleen om haeren vacht
 
VVorden om den hals ghebraght.
 
VVant de quanten diese kelen
 
Sietmen met haer bloedt soo spelen,
 
Datter dickwils een roo-hant
 
Blijft noch in de wol gheplant.
[pagina 401]
[p. 401]
 
Zijn dat niet wel rouwe gasten
 
Die soo nae de sielen tasten,
 
Die't ons brenghen soo beslijckt,
 
Dat het qualijck wol ghelijckt?
 
Daerom is't dat wy met smijten
 
Hier den heelen dagh verslijten:
 
O men slaet soo menigh slagh
 
Op een heelen ronden dagh.
 
Dan beghint het vel te ruyuen,
 
En de buerte door te stuyuen,
 
En dat eertijdts leelijck stont,
 
VVordt daer nae het beste bont.
 
En dan worden't sulcke vellen
 
Die men kan in tabbaerts stellen,
 
Tot gherief van beste-vaer
 
Op het koudtste van het iaer.
 
Doch mijn konst is al in stocken,
 
Daer van komen witte vlocken:
 
Magh ick met gheen stocken slaen,
 
Al mijn konst die is ghedaen.
 
Leser wilt ghy noch wat leeren
 
Hier van onse bonte-kleeren?
 
Doet v iemandt eenigh leedt,
 
'tIs tot ciersel van v kleedt.
 
Ghy mooght dit Loiola vraeghen,
 
Die was met de tongh gheslaeghen,
 
Het is nu al hondert iaer
 
Dat hy slaeghen wierdt ghewaer.
 
Laet v slaen, en laet v stooten,
 
D'af-gunst kan gheen' eer' ontblooten.
 
Ghy wordt suyuer, niet ghewondt;
 
Schoon sy maeckten't noch soo bont.
margenoot+
Den bondt-vvercker spreeckt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken