Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het masker van de wereldt afgetrocken (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het masker van de wereldt afgetrocken
Afbeelding van Het masker van de wereldt afgetrockenToon afbeelding van titelpagina van Het masker van de wereldt afgetrocken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.57 MB)

Scans (19.17 MB)

ebook (7.34 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Editeurs

Edward Rombauts

J. Salsmans



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het masker van de wereldt afgetrocken

(1935)–Adriaen Poirters–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Tijdt-verlies, dat is, Kleyn profijtelijcken arbeydt van de Wereldt.



illustratie

 
Naer soo veel tijdts,
 
Hoe weynigh profijts?
[pagina 13]
[p. 13]
 
GOdt voorder' u, Madamoisell',Ga naar voetnoot1.
 
Gaet dit voor goedt, of is't maer spel?Ga naar voetnoot2.
 
Soo neerstigh aen dat block-ghetouw!
 
Ghy zijt een peerle van een vrouw.
 
Ey, siet eens wat een suyver handt!
 
Ghy zijt het puyck van heel het landt,
 
Die't met soo menigh-vouden draet,
 
Door een fijn Spaensche kantjen slaet.
 
Ba! sulcke Lien die worden rijck,Ga naar voetnoot3.
 
En winnen 't geldt ghelijck als slijck.
 
Maer seght een reysje, van dit goedt
 
Hoe veel een vaeyem kosten moet?Ga naar voetnoot4.
 
Wel! lachte ghy als ick dit vraegh?
 
Het is misschien voor eenen kraegh
 
En voor een, al en weet ghy't niet,
 
Misschien die ghy niet noy en siet.Ga naar voetnoot5.
 
My dunckt dat sy van schaemte swijght,
 
Om niet te segghen wat sy krijgt.
 
En datse daerom heel den dagh
 
Ontrent de Spin wel wercken magh:Ga naar voetnoot6.
 
Want als het al ghekropen is,
 
En als het al gheloopen is,
 
En als het al ghekeken is,
 
En als het al ghesteken is,
 
En als het al gheslinghert is,
 
En als het al ghevinghert is,
 
En als haer netten zijn ghespreydt,
[pagina 14]
[p. 14]
 
En als haer kanten zijn ghebreydt;
 
Is't noch een mughsken voor de Spin,
 
Dat is voor haer noch groot ghewin.
 
Ga naar voetnoot1. Is't eenen schellingh voor een ell'.
 
Soo gaet de Koopmanschap noch wel:
 
Want dickwils sit sy daghen langh,
 
En wacht tot 'savondts sonder vangh.
 
En dickwils siet men dat den prijs
 
Hanght aen de Mode van Parijs,
 
Soo weynigh brenght haer wercken uyt.
 
Maer siet wat ick hier uyt besluyt;
 
Ick seggh', en ick wil houwen staen,
 
Dat veel de selve weghen gaen;
 
Ick seggh', al hevet gheenen schijn,
 
Dat sy maer Spelle-wercksters zijn.
 
Door-reyst de wereldt op en neer,
 
Siet op Me-vrouw', siet op Mijn Heer,
 
En wat ons Joffer, en haer Maeght,
 
En wat dat doch ons Heerschap jaeght,
 
Gaet, ondervraeght een armen Bloedt,
 
Ga naar voetnoot2. Hoe veel, en wat hy niet en doet,
 
'Tis altemael, 'tis om ghewin,
 
En steken daer haer leven in:
 
Ick seggh', al hevet gheenen schijn,
 
Ick seggh' noch eens dat Spinnen zijn.
 
Daer sït Me-Juffer heel den nacht
 
Maer naer een magher Vliegh' en wacht,
 
Ga naar voetnoot3. Die feselt haer wat in haer oor,
 
Ga naar voetnoot4. Dat is den vangh van onse Sloor.
 
'Tis wel ghevanghen, waer hy vast,
 
Maer neen, hy is te slimmen Gast,
 
Ga naar voetnoot5. Hy isser door, en trompter uyt;
[pagina 15]
[p. 15]
 
Wat seghje nu van onsen Guyt?
 
Doch sy en is het niet alleen,
 
Verloren arbeydt is ghemeen.
 
Is 't dat ghy 't heel de wereldt vraeght,
 
Wie isser die het niet en klaeght?
 
Den eenen wachten naer sijn Bruyt,
 
En streeck hem daeghs te vooren uyt.Ga naar voetnoot1.
 
Een ander was doen wel ghetrouwt,
 
Maer 't was hem 'sanderdaeghs berouwt.
 
En Floris, onsen erghen Loer,Ga naar voetnoot2.
 
Die letten hoe dat Besjen voer;
 
Hy wachte naer de leste ziel,
 
Om dat het goedt op hem verviel,
 
En wist dat in het testament
 
Alleen was sijnen naem bekent.
 
Dies hopten hy dats' reysen sou,Ga naar voetnoot3.
 
En Besjen sit weer in de schouw.
 
Mijn Heer was in het Hof gheacht,
 
Soo dat hy grooter saecken wacht:
 
Hy wachte seven jaeren lanck,
 
En scheyde noch met eenen stanck.
 
Ick ken hier naest een weeldigh Kindt,
 
Het spitste Fentje dat men vindt,Ga naar voetnoot4.
 
Het trotste Quantje van de straet,
 
Dat altijdt trots en trotser gaet;
 
Dat quam hier nimmermeer voor-by,
 
Of't had een Ioffer aen de sy,
 
En gingh spaceren naer den noen,Ga naar voetnoot5.
 
Want anders had het niet te doen.
[pagina 16]
[p. 16]
 
Ga naar voetnoot1. En dienden haer voor Valentijn,
 
En wou, en sou, en moest het zijn;
 
En dienden haer voor Serviteur,
 
Ga naar voetnoot2. En droegh een roosken voor faveur;
 
En aen't ghevest van sijn rappier,
 
Een lintjen van sijn Venus-dier:
 
En midts hy dit hiel voor gheluck,
 
So wou hy vast gaen op het stuck:
 
Ga naar voetnoot3. Dies schonck hij aen de Kamer-maeght,
 
Een bonte moffel die-se draeght,
 
En aen den voorschoot die soo kraeckt,
 
Daer isse oock soo aen-gheraeckt.
 
Maer siet den windt, en vrouwen aert,
 
Die keeren dickwils op een quaert;
 
Men vyert hem niet ghelijck-men plagh,
 
Hy krijght niet eenen soeten lagh,
 
Men laet hem dickwils bellen staen,
 
En komt dan iemandt noch ghegaen,
 
Die seydt: Ons Joffer is van huys;
 
En dat is Spitsaert sulck een cruys,
 
Ga naar voetnoot4. Dat hy gaet druypen langhs de Stadt,
 
Als of hy't niet wel vast en hadt:
 
En schoon of hy-se somtijds viendt,
 
Hem wordt niet eenen stoel ghediendt.
 
Men doet hem niet meer sitten neer,
 
Het is gheseydt: En komt niet weer.
 
En heb ick dan niet wel gheseydt,
 
Dat al dit volcksken webben breydt?
 
En soo dees spinnen allegaer,
 
Soo volghter hun met duysent naer.
[pagina 17]
[p. 17]
 
Ghy Philothea, wijser Kindt,
 
Ey, siet eens beter in den windt,
 
Siet eens voorsichtigh in den Tijdt,
 
Die vruchteloos daer henen glijdt:
 
Ghy zijt van nu al wat bejaert,
 
Wat vruchten hebje al vergaert?
 
Ey, siet eens Ruth haer ooghjens slaen,Ga naar voetnoot1.
 
En scheyden 't kaf van 't suyver graen.
 
Doet oock soo voor-raet eer-je scheydt,
 
Daer is gheen Tijdt in d'Eeuwigheydt:
 
Dies hoort wat dees trompette slaet,
 
Sy blaest den Tijdt als Tijdt vergaet;
 
Sy wackert op ons luy ghemoet,
 
Want Tijdt in Tijdt is 't beste goet.
 
Wie desen nu onnuttigh quist,
 
Die heeft sijn goedt voor goedt ghemist.

voetnoot1.
God bevordere, begunstige u (zie Kil.).
voetnoot2.
Is dit u ernst..?
voetnoot3.
Lieden, lui.
voetnoot4.
Vadem, lengtemaat van 6 voet (ongeveer de wijd uitgestrekte armen).
voetnoot5.
Niet noode, niet ongaarne.
voetnoot6.
Spin of spind(e) = o.a. (Kil.) cella penaria (spijskamer, schapraai, Schuermans) pars esculenta, panis gradilis, voedsel, bijzonder aan behoeftigen uitgedeeld. Dus: ontrent de Spin = met het oog op schapraai en voedsel of vangst. Daarbij komt zeker een woordspeling op de Spin, die haar web maakt om voedsel, muggen enz. te vangen, zooals deze Juffer kant maakt, dien ze geven zal om een minnaar aan te trekken.
voetnoot1.
Oudned. zilveren muntstuk = 6 stuivers.
voetnoot2.
Hoeveel hij doet, ja wat hij niet doet.
voetnoot3.
Fluistert.
voetnoot4.
Haveloos, onbenullig vrouwmensch.
voetnoot5.
Trompen = canere tuba en fallere, bij Kil.; dus = hij gaat er van door met veel lawaai, de Juffrouw verschalkende.
voetnoot1.
En bedroog zich nog daags voor den voorgestelden bruiloftsdag. Uitstrijken is bij Kil. decipere, fucum facere.
voetnoot2.
Loerer, speculator, captator (Kil.).
voetnoot3.
Hij hoopte dat Grootmoeder afreizen zou (naar de eeuwigheid) en... ze zit weer aan den haard.
voetnoot4.
Spits, aanstellerig, trotsch (Kil. acutus, arrogans.) Fentje (3e druk) is om den zin en om het vers te verkiezen boven Eentje: waarschijnlijk een drukfout in onzen druk en in vele andere overgegaan.
voetnoot5.
Spacieren, wandelen, spatiari, duitsch spazieren.
voetnoot1.
Minnaar, cavalier.
voetnoot2.
Faveur, gekleurd lint of strik, dat de ‘serviteur’ als gunstbewijs kreeg van zijn Venus-dier, en te harer eere droeg aan arm, hoed of degen.
voetnoot3.
Aan dit kamermeisje, een pelsen mof... Of, indien Kamer-maeght niet dezelfde is als Venus-dier, dan bedoelen die geschenken het kamermeisje te doen ten beste spreken bij haar meesteres voor den Serviteur.
voetnoot4.
Rondslenteren.
voetnoot1.
Ruth. II.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken