Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ydelheyt des werelts (1645)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ydelheyt des werelts
Afbeelding van Ydelheyt des wereltsToon afbeelding van titelpagina van Ydelheyt des werelts

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

Scans (19.30 MB)

ebook (4.67 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ydelheyt des werelts

(1645)–Adriaen Poirters–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Liedeken.
Van Iesusken en Sint Ianneken die spelen met het Lammeken.

 
1. LEstmael op eenen somerschen dagh,
 
Maer hoort wat ick bevallijcks sagh,
 
Van Iesvs en sint Ianneken:
 
Sy speelden met een Lammeken
 
Al in dat groen gheklavert landt,
 
Met een pap-schoteltjen inde handt.
 
 
 
2. Die witte, vette voetjens die waren bloot,
 
Hun lippekens als corael soo root,
 
De soete vette praeterkens
 
Die saten by de waterkens,
 
Het Sonneken dat scheen daer soo heet,
 
Sy deden malckanderen met melcksken bescheet.
 
 
 
3. D'een troetelde dat Lammeken sijn hoot,
 
En d'ander kittelde het onder sijnen poot:
 
Het Lammeken gingh springhen,
 
En Ianneken gingh singhen,
 
En huppelde, en trippelde deur de wey,
 
En dese crollebollekens die dansten alle bey.
 
 
 
4. En als het danssen was ghedaen,
 
Soo moest het Lammeken eten gaen,
 
En Iesvs gaf wat broeyken,
 
En Ioannes gaf wat hoeyken;
[pagina 171]
[p. 171]
 
Ter wereldt wasser noyt meerder vreught,
 
Als dese twee Cousijntjens waren verheught.
 
 
 
5. Ioannes sijn cleyn Neefken nam,
 
En sette hem boven op dat Lam:
 
Schoon Manneken ghy moet reyen,
 
Ick sal u t'huys gaen leyen:
 
Want Moeërken die sal zijn in pijn,
 
Waer dat wy soo langh ghebleven zijn.
 
 
 
6. Sy saten, en reden al over-handt,
 
En rolden, en tuymelden in het sandt,
 
En dese twee cleyn jonckskens
 
Die deden sulcke spronghskens,
 
En al de kinderkens saghen hen aen,
 
Tot dat-se ten lesten zijn t'huys ghegaen.
 
 
 
7. De Moeder die maeckte op staende voet
 
Van suycker en melck een pappeken soet;
 
Daer saten de twee babbaertjens,
 
Daer aten de twee slabbaertjens,
 
En waren soo vrolijck en soo bly,
 
Gheen Coninghs banquet en heefter by.
 
 
 
8. Naer tafel soo danckten sy onsen Heer,
 
[En vielen be]yd' op hunne kniekens neer,
 
[Maria gaf ee]n Cruyseken,
 
[Daer toe een] suycker huyseken,
 
[En songh] hen stillekens inden slaep,
 
En naer het stalleken gingh het schaep.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken