Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het fin-de-siècle in de Nederlandse schilderkunst (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het fin-de-siècle in de Nederlandse schilderkunst
Afbeelding van Het fin-de-siècle in de Nederlandse schilderkunstToon afbeelding van titelpagina van Het fin-de-siècle in de Nederlandse schilderkunst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.88 MB)

XML (1.20 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

proefschrift
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het fin-de-siècle in de Nederlandse schilderkunst

(1955)–Bettina Polak–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

De symbolistische beweging 1890-1900


Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

Ten geleide

Bij deze studie is er naar gestreefd aan te tonen, dat datgene wat in het algemeen de geesten van letterkundigen en van beeldende kunstenaars in Europa bezighield gedurende de laatste periode der negentiende eeuw, ook, op een geheel eigen wijze, de schrijvers en schilders in Nederland occupeerde. De nadruk is hierbij komen te vallen op het internationale, Europese aspect van de symbolistische kunst in ons land. Het zou bij een dergelijk plan vermetel geweest zijn naar volledigheid te streven. Nu we het resultaat ervan voor ons zien, zijn we er ons ten zeerste van bewust dat hiaten en onvolledigheden eenvoudig niet te vermijden waren. We hebben dit feit moeten aanvaarden, ons troostend met het besef dat deze studie een eerste op dit terrein is.

Het onderzoek van de werken der beeldende kunst, in het kader van het symbolisme ontstaan, - dat ons als uitgangspunt voor ogen heeft gezweefd - noopte ons voortdurend ook te rade te gaan bij de scheppingen der woordkunst uit dezelfde periode. Zodoende kwam als vanzelf het verband naar voren tussen kunstgeschiedenis en literatuurgeschiedenis. Hierbij hebben we er ons van onthouden langer dan strikt nodig was bij het panorama der cultuurgeschiedenis te vertoeven, hoe aanlokkelijk een dergelijk vergezicht ons ook voorkomt. Desondanks vleien we ons, cultuurhistorische bouwstoffen te hebben bijeengebracht.

Het is vooral in de motieven en thema's, door de symbolistische kunstenaars gebruikt en uitgewerkt, dat literatuur en beeldende kunst elkaar ontmoeten. In de meeste gevallen bleek, hoe bij de conceptie, de formulering en de behandeling dezer thema's, de kunst van het woord de eerste is geweest. Begrijpelijkerwijze hebben we onze aandacht dan ook speciaal gewijd aan de afzonderlijke thema's (de symbolen), daar deze nog slechts sporadisch en niet systematisch door voorgangers onderzocht waren.

Bij de bestudering dezer stof is het accent komen te liggen op de beginperiode der symbolistische beweging in Nederland, van 1890 tot en met 1894. Daar het onderwerp ons oplegde, ons uitsluitend tot de studie der symbolistische werken te beperken, zijn werken van een ander karakter en geestesmerk slechts terloops besproken. Zo zal men vooral wat Jan Toorop betreft, in tekst en beredeneerde catalogus hoofdzakelijk diens vroege oeuvre aantreffen. Wat hier over Toorop niet is vermeld, zal men in de volledige monografie kunnen vinden, die eerlang zal verschijnen van de hand van de heer N.E.H.J.J. Zon.

[pagina VI]
[p. VI]

Zonder de hulp van de velen, die wegens hun leeftijd en hun studie in nauw verband met de door ons behandelde kunstenaars, hun milieu en hun tijd staan, zou een gedocumenteerd inzicht in hun werken en denkbeelden een vrome wens zijn gebleven. Aan al deze bereidwillige wegwijzers en helpers betuigen we hier onze hartelijke dank. Van de rijkdom aan gegevens, welke zij ons verstrekten, hopen we een vruchtbaar gebruik te hebben gemaakt. Mijn bijzondere dank gaat uit naar mijn leermeester Prof. Dr. J.G. van Gelder voor zijn steeds inspirerende wetenschappelijke steun, en naar het Curatorium der Rijksuniversiteit te Utrecht voor de niet genoeg te waarderen financiële bijdrage. Beiden hebben het ontstaan van deze studie en de uitgave van dit boekwerk (waarvan in 1953 een gedeelte als dissertatie werd gedrukt) in de reeks Utrechtse Bijdragen tot de Kunstgeschiedenis mogelijk gemaakt.

Onmisbaar waren ons de toegewijde hulp en waardevolle opmerkingen van Dr. J.B. Knipping, Prof. Dr. H. Schulte Nordholt en Prof. Dr. Garmt Stuiveling.

Zeer erkentelijk zijn wij tenslotte de heer H.M.J. Meijer te Nijmegen voor zijn samenvatting in het Engels.

 

Utrecht, Mei 1955.

B.P.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken