Het aaahh & ooohh van de verbonaut. Achtergelaten gedichten

[p. 75]

VIII

[p. 76]

Tegenaards donker

1

Als in de schaduw van een oude Yggdrasyleik
een barende man,

persend, persend

tot het nog onvoldragen leefsel uit hem komt

onder de schrikbarende geboortekreten

van een in levensnood verkerend vruchtbeginsel.

*

De verweesde horrorklanken die zich doorheen
het hele heelal voortplanten

als elkaar achtervolgende echo's.

O, de angst voor mislukte proefgeboortes

en hun misvormende echo's.

2

Tegenaards donker waarin vele, vele

dinosauriërgrote dieren opgelost zijn,

elefantiasisachtige monsterlijkheden:

een geladen donker

alsof ze zich

elk moment opnieuw kunnen materialiseren.

Een vormloos reuzenlichaam dat zwanger is van dit donker
met zijn over elkaar heen buitelende superposities.

*

Als een kind zo bang in dit donker

met zijn archaïsche echodieren.

Plus de angst er uiteindelijk in op te gaan.

*

Bange kinderen beginnen soms in het donker te zingen.