Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De noodzaak van het overbodige (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van De noodzaak van het overbodige
Afbeelding van De noodzaak van het overbodigeToon afbeelding van titelpagina van De noodzaak van het overbodige

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (3.14 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Laurens Ham



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De noodzaak van het overbodige

(2014)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

7

Jeruzalem & Athene

Tertullianus (± 160 - ± 220), de oude kerkvader: ‘Wat heeft Athene met Jeruzalem te maken? - () ik roep u niet op als iemand die in de scholen is opgeleid, in boekerijen gevormd en opgevoed in Attische academies en zuilenhallen - zo iemand zou zijn eigen wijsheid opspuiten. Ik wend mij tot u, de eenvoudigen, ruwen, ongevormden en ongeletterden. Zoals gij nu zijt, mits gij maar uzelf zijt, onbedorven en zuiver, gij de man van de straten en werkplaatsen.’

Al heel vroeg is men begonnen, wanneer men zijn irrationele gelijk binnen wilde halen, een beroep te doen op ‘de eenvoudigen van geest’, die als beloning ‘de hemel zouden erven’; het ging dan overigens niet zozeer of alleen om het heil van de ‘eenvoudigen’, die men vanwege hun gezonde eenvoud toch niet

[pagina 26]
[p. 26]

hoefde te overtuigen, dan wel om de meer gecompliceerden en intelligenteren, die zich minder snel aan de kritiekloze eenvoud wensten over te geven. Vandaar dan ook zonder uitzondering de rancuneuze toon die met de zaligspreking van de eenvoudigen gepaard gaat.

De wrokkige toon komt overigens ook voort uit de gefrustreerde ziel van de geletterde zaligspreker die uit eigen ervaring weet wat de overgave aan het eenvoudsbeginsel inhoudt en wat het hem gekost heeft en nog kost, terwijl hij zich er bovendien van bewust is hoe de zelfstandig denkenden neerkijken op de zelfverkozen simpelman die alleen maar wenst te geloven en te voelen: Credo quia absurdum. Ik geloof omdat het ongerijmd is. Eerlijkheidshalve te lezen als: mijn geloven gelooft omdat het ongerijmd is, d.w.z. omdat mijn geloof niet bewezen kan worden; niet dat men in alles wat ongerijmd is moet (kunnen) geloven. (Credo quia credo quia absurdum.) Indien bewezen was het geen geloven meer. Geloven wordt zo toch weer tot een zelfstandige intellectuele acte van positieve aard.

(Credo quia credo, quia absurdum absurdum est.) Of op z'n heideggeriaans: Ik dicht omdat ik dicht dat het dichten zich dicht in het/mijn gedicht. Sela.

Van meet af aan wordt daarom een beroep gedaan op de manin-de-straat, die, in tegenstelling tot de geletterden, het gezonde verstand zou bezitten, of de goede gezonde smaak, of de onbesmette potentie tot verandering. Geletterdheid & nadenken zijn alleen maar een nadeel, persoonlijk verworven wijsheid is minderwaardig aan overgeleverde en alleen wie zonder deze overbodige ballast zichzelf is, is zuiver & onbedorven en mag zichzelf zijn.

 

*

 

‘Ich bin so grosz als Gott, Er ist als ich so klein. Er kann nicht über mich, ich unter Ihm nicht sein.’

[pagina 27]
[p. 27]

Soms heb ik het gevoel dat ik met mijn ego, alter ego of superego hetzelfde spel speel als Angelus Silesius met God: ik ben hem (het) niet en tegelijk kan ik niet buiten hem treden. We zijn aan elkaar gekoppeld zonder elkaar altijd volledig te dekken of altijd dezelfde te zijn. Ik ben zo groot als hij (ik), etc.

Vreemd perspectief zo te lezen. Ook Silesius heeft natuurlijk in wezen over zichzelf gedicht. God als dubbel, de mens als dubbel van God en beiden als twee schizoïde persona aan elkaar gebonden. Sterker: twee zelfstandige, autonome personen die samen één, van beiden afhankelijke, onzelfstandige persona vormen.

(‘Gott ist ein lauter Nichts, ihn rührt kein Nun noch Hier.’)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken