Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De noodzaak van het overbodige (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van De noodzaak van het overbodige
Afbeelding van De noodzaak van het overbodigeToon afbeelding van titelpagina van De noodzaak van het overbodige

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (3.14 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Laurens Ham



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De noodzaak van het overbodige

(2014)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

18

De horizontale dieptedimensie

De dieptedimensie van deze tijd - de ‘diepe idee’ van de negentiende eeuw - is die van het gekantelde oppervlak.

De dieptedimensie was die van het individu en de diepteemotie werd vooral opgewekt door de spanning tussen individu en het individu als groepsfiguur, de algemene idee, de religieu-

[pagina 43]
[p. 43]

ze opgave e.d. (Kierkegaard). Nietzsche was waarschijnlijk de eerste consequente filosoof van de oppervlakte, het oppervlak dat zijn dieptedimensie moest zoeken in de breedte en in zijn rechtopstaande zelf de bron van mystiek en mythe. De heftigheid van de persoonlijke emoties droeg bij tot de algemene sensaties, zoals existentiële melancholie kon overgaan in religieuze diepte-ervaringen. Bij Nietzsche kantelde het oppervlak tot diepte- en hoogtedimensie en de mens werd tot horizontale vlaktedimensie.

De grote verdieper van het gekantelde oppervlak was echter Musil met zijn dagheldere mystiek zonder god: hij exponeerde alles wat de mens als individu in zich had aan psychische krachten & ontgrenzende ervaringen die niet voortkwamen uit blikseminslagen van boven, maar vanuit het menselijk bewustzijn zelf dat zich in steeds grotere rimpelingen & kringen uitbreidde.

Bij Musil wordt de oppervlakte, meer dan bij enig ander schrijver, als diepte ervaren, zozeer zelfs dat men het gevoel heeft dat in de suprème momenten het gekantelde oppervlak weer terugkantelt, dat de mens erop weer tot verticale dimensie wordt en zich opnieuw als zodanig ervaart: de mens als zijn eigen (diepte)dimensie.

Het is in feite moeilijk in te denken hoe dit anders kan. Met dien verstande, dat de gekantelde dieptedimensie de normale staat van de mens is (een staat die bijvoorbeeld bij Beckett de enige is).

De voornaamste andere dieptedimensie is die van het gat. Het is misschien deze sensatie die de twee verbindt of omvat: het dieper en wijder wordende gat, individueel, sociaal, dat onze oppervlakte-ervaringen ‘verdiept’ en intensiveert tot aan ‘existentiële melancholie’ toe.

Daarnaast is er, als vanouds, het gat van de historie als een meer complexe dieptedimensie. De historische 0. Een nul gevuld met historie, waar alleen de verbeelding raad mee weet.

[pagina 44]
[p. 44]

De verbeelding herschept de historie tot een gekanteld en uitgebreid heden, de omgevallen nul waarin we moeten leven. En alleen de verbeelding is in staat die nul op te heffen.

 

*

Wisselstroomidee

Het komt maar een enkele maal voor dat een nieuw idee, of een oud-nieuw idee, je hele gedachtewereld een halve slag doet draaien. Zo'n recent, wisselstroom-opwekkend idee is te vinden in de inleiding tot The Selfish Gene van Richard Dawkins, een boek waar ik verder niet al te zeer van onder de indruk ben. In zijn inleiding tot het boek schrijft Robert L. Trivers, en hij geeft hier de essentie van Dawkins' stellingen weer: ‘if deceit is fundamental to animal communication, then there must be strong selection to spot deception and this ought, in turn, to select for a degree of self-deception, rendering some facts and motives unconscious so as not to betray - by the subtle signs of self-knowledge - the deception being practised, the conventional view that natural selection favors nervous systems which produce even more accurate images of the world must be a very naïve view of mental evolution’.

De conclusie uit de laatste zin is aanvechtbaar, ook als men de inhoud uit de voorafgaande accepteert, en zou op z'n minst genuanceerd moeten worden. De boodschap uit de eerste zin is echter zo vérdragend dat we weliswaar niet onze theorieën hoeven bij te stellen, maar wel onze visie op de natuurlijke achtergrond van sommige civilisatorische verworvenheden, als de taal, de kunst, de literatuur en de menselijke omgangs- en communicatievormen in het algemeen. Schrijvers en culturele antropologen zullen daar niet veel moeite mee hebben; zij hebben de taal al lang beschouwd als een versluierend medium, een medium dat vrijgeeft en verhult, dat moreel is (moraliseert) en -

[pagina 45]
[p. 45]

evenals het creatieve proces - amoreel te werk gaat, dat waar is als het onbewustzijn zelf en tegelijk waarheden ontkent, soms dezelfde als die het naar voren brengt. Want een van de fundamentele functies van de taal is en blijft een anticommunicatieve of geïnverteerd communicatieve: verhullen, versluieren, liegen, bedriegen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken