Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De noodzaak van het overbodige (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van De noodzaak van het overbodige
Afbeelding van De noodzaak van het overbodigeToon afbeelding van titelpagina van De noodzaak van het overbodige

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (3.14 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Laurens Ham



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De noodzaak van het overbodige

(2014)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

50

Realisme

Behalve een kwestie van consensus en conventie is realisme ook, of vooral, een kwestie van aandacht. Het is de aandacht die een situatie of een ding realiseert en realistisch maakt, vooral een warme, intense aandacht. De buitenwereld en de afzonderlijke objecten worden dichterbij gebracht en wekken het gevoel dat ze bestaan. De neuronale realisatie wordt indringender en emotioneler wanneer de membranen van de cellen maximaal vibreren; ‘sympathie’, het oude filosofische begrip, heeft een nieuwe, realistisch-materiële achtergrond gekregen.

Vervolgens worden de neuronenbanen, de gecodeerde, mentale configuraties omgezet in een andere code, een verbale, die van geladen woorden.

Aandacht, intensiteit, emotie behoren tot de belangrijkste realiteitsmakers in het codeverkeer dat ook de literatuur is.

 

*

 

Een van de schijntegenstellingen die zich oplost in de creatieve activiteit is die tussen fictief en reëel. Voor schrijvers levert dit over 't algemeen weinig problemen op, tenzij ze gedwongen worden dit ‘probleem’ theoretisch te verwoorden als antwoord op een suggestieve vraagstelling, waarna ze de fictionele werkelijkheid nog wel eens als ‘tussenwerkelijkheid’ of ‘overgangswereld’ willen benoemen, of in het ergste geval als ‘logen’ of ‘schijnwerkelijkheid’. Maar de realisering voltrekt zich realiter van neuronale semi-abstractie naar concrete taalwereld. De neuronale wereld is echter ook reëel en de concreetheid van de sociale werkelijkheid is een volstrekt andere dan beide. De wordende of geworden fictionele wereld bestaat niet in de tast-

[pagina 96]
[p. 96]

bare werkelijkheid, noch zal er ooit in bestaan en ze bestond evenmin in het brein voor ze opgewekt werd door de verbale verbeelding. Balzac, zich achter zijn schrijftafel zettend: ‘En nu terug naar de realiteit!’

De fictionele werkelijkheid van een boek is, voor schrijver en lezer, de primaire; deze heeft met de sociale werkelijkheid alleen een aantal herkenbaarheden en parallellen, analogieën, probleemstellingen en dergelijke gemeen. Paul Valéry noemde zijn Monsieur Teste ‘het leven van een theorie’, en dit geldt voor alle literatuur: geschreven leven, het leven van gedachten, woorden als vlees.

 

*

 

Wat je ook schrijft, hoe persoonlijk je je ook tot iemand richt, de taal richt zich altijd tot meerdere mensen; dat is het karakter van de taal. De taal spreekt altijd met mij mee, vaak buiten mij of de aangesprokene(n) om en vult zijn eigen taalruimte. In die taalraimte zit de aangesprokene, het aangesprokene, maar de ruimte is altijd wijder dan deze. Bovendien zit de schrijvende er altijd zelf in.

De taal spreekt altijd voor een groot deel over onze hoofden heen en het beste dat je kunt doen is proberen die taal te vangen en te begrijpen wat je of zij bedoelt.

Een taalproduct heeft vaak iets van een samenzwering, met of tegen mij, met of tegen een ander, maar nooit compleet tegen mij noch compleet zonder de ander. Daar zorgt de taal zelf voor. Want de taal is in feite die ander en in zekere zin alle anderen. De taal is het collectief bij uitstek, het wij-collectief en het ik-collectief, je 1-persoons massa.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken