Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De noodzaak van het overbodige (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van De noodzaak van het overbodige
Afbeelding van De noodzaak van het overbodigeToon afbeelding van titelpagina van De noodzaak van het overbodige

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (3.14 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Laurens Ham



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De noodzaak van het overbodige

(2014)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

99

Eeuwigheid & tijd

Oneindigheid, eeuwigheid bestaat uit cirkelvormige gedachten; wordt de cirkel verbroken, dan bestaan er geen eeuwigheidervaringen meer. Eeuwigheid is in wezen een gevoel.

Het oneindige is en blijft rond, omdat het niet aan de realiteit noch aan enige veldtheorie is gebonden.

Tijd doorbreekt de cirkel, is rechtlijnig, is 1-dimensioneel.

Er is een ronde taalfiguur denkbaar die door een tijdrechte doorsneden wordt; je voelt de lijn als het ware door je heen gaan, als een schicht.

[pagina 175]
[p. 175]

Zowel in de literatuur als in ons dagelijks leven ervaren we bovendien eeuwigheid als een vorm van tijd en denktijd als een onderdeel van eeuwigheid.

Dagelijkse eeuwigheid is ook: het denken van steeds weer anderen aan iets, aan hetzelfde - dit denken houdt dit ‘zelfde’ in stand: een idee, een godidee, cultuur. De mens voelt zich deel van de oneindigheid zolang hij erover denkt en aan niets anders denkt; denkt hij er niet aan of over iets anders, dan verdwijnt het oneindigheidsgevoel van het ene moment op het andere. Eeuwigheid bestaat in feite uit losse gevoelsmomenten, tijd vult de rest als gaten in een Chinese muur.

N.B. Een mens die door een ander gedacht wordt, daarna niet meer gedacht wordt: een door anderen gedachte en ontdachte geest.

 

*

Schrijvend denken. Essentie als existentie

Het zelfbewustzijn dat zoekt naar realisering en objectivering in een vorm. Wanneer die vorm gevonden is - en hetzelfde geldt voor iedere geformuleerde gedachte - zijn vorm en idee van (zelf)bewustzijn ontheven. Oorspronkelijk, schrijvend denken is uit het onbewuste, ongerichte, zwevende denken opduiken in het bewuste, waar de gedachte haar maximale, geformuleerde helderheid verwerft, om vervolgens als heldere zwevende gedachte terug te vallen in de latente gedachtenwereld van het onbewuste.

Schrijvend denken is aan gedachten een zekere staat van onbewustheid en vanzelfsprekendheid verlenen. Daarna kan het brein ze desgewenst als een soort vanzelfsprekendheden produceren uit een vlechtwerk van potentiële associaties, een kleinere of grotere totaliteit waar ze zozeer deel van uitmaken dat ze zonder dit geheel bijna niet denkbaar zijn of alleen na een

[pagina 176]
[p. 176]

rationeel-chirurgische ingreep. De helderheid waar de deconstructivisten zo bang voor zijn - ten dele terecht, het hangt ervan af welke implicaties die chirurgische ingreep met zich meebrengt - is een geschapen helderheid die haar (tijdelijke) nut kan hebben en die beoordeeld zal worden naar haar gevolgen voor leven en denken in algemener zin, voor existentie en essentie.

Dat de cerebrale voorwereld onhelder en zwevend is houdt niet in dat een onheldere taalwereld of inconsistente verbeeldingswereld te verkiezen zou zijn boven of vruchtbaarder zou zijn dan een heldere. Het verlangen naar consistentie en duur is nu eenmaal eigen aan alle denken. Waar het uiteindelijk om gaat is greep te krijgen op die andere wereld en dat kan alleen via (productieve) gedachten van binnenuit, nooit via opgelegde, voorgeformuleerde. Binnen deze wereld schept iedere gedachte haar geheel en produceert ‘een’ geheel als haar realiteit en haar ‘waarheid’.

In, binnen dit zichzelf producerende en in totalen denkende denken ligt de essentie, die een, steeds andere, vorm van existentie is; essentie als existentie en niet existentie die haar eigen essentie al existerend uit de werkelijkheid puurt, zoals de existentiefilosofie het wil: essentie is existentie, voor zover essentie in die zin nog iets betekent. Worden als een modus van zijn en zijn als een vorm van worden of (als) geworden zijn, en dit zonder tegen-stelling. Worden is zijn.

 

*

 

Wie theoretiseert over literatuur dringt de literatuur iets op, dat is onvermijdelijk.

Iedere theoretisering, hoe zinvol ook uit het oogpunt van mentale of sociale encadrering, tast de literatuur aan in haar wezen, dat ongebonden is, zelfs als een duidelijke teleologische tendens aanwezig is, want die tendens is niet het enige element

[pagina 177]
[p. 177]

dat telt en meestal niet het belangrijkste, zoals het verhaal in goede literatuur vaak niet het belangrijkste literaire element is.

In wezen is ‘het literaire’ ongrijpbaar en laat zich niet ongestraft isoleren of definiëren. En hetzelfde geldt voor de structuur: hoe groot het belang ervan ook mag zijn, de structuur is het werk niet.

Dat literatuurtheorie de literatuur bijna altijd restricties oplegt houdt niet in dat deze daarom ongewenst of overbodig is, zoals sommigen stellen, maar het is wel gewenst dat ze zich van haar restrictieve werking bewust is en daar rekening mee houdt. Daar staat tegenover dat ze er ook iets aan toe kan voegen: bewustzijn, bewustzijn van het literaire, de structuur, de encadrering, het ontstaansproces, het werkingsproces, onthulling van verborgen perspectieven, sociale relevantie en noem maar op, en dat is altijd nog de moeite van het volle theoretische leven waard.

Maar al is een literair theoretisch werk denkbaar dat boeiender is dan veel literatuur - en niet alleen denkbaar -, er is amper een theoretisch werk denkbaar dat een goed literair werk overbodig maakt. Goed theoretisch werk - en zeker essayistisch werk, dat in ieder beschaafd land tot de literatuur wordt gerekend - inspireert tot literatuur. Een goed essay doet het verlangen rijzen het behandelde werk zelf te bedenken of opnieuw te schrijven, eventueel precies zoals het er ligt en zelfs als je helemaal niet kunt schrijven.

(Maar spaar me het pretentieuze deconstructivistische omspelen van een literair of literair-filosofisch werk als Derrida's boek Sporen over Nietzsche; dan liever het oorspronkelijke werk, of pure literaire essayistiek. Als literatuur is Sporen niet goed genoeg, als filosofie niet literair genoeg.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken