Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De noodzaak van het overbodige (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van De noodzaak van het overbodige
Afbeelding van De noodzaak van het overbodigeToon afbeelding van titelpagina van De noodzaak van het overbodige

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (3.14 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Laurens Ham



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De noodzaak van het overbodige

(2014)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

124

Geschapen zelfschepper

Het begint er steeds meer op te lijken dat niet de materie op zich, noch de met enige vorm van intelligentie en bewustzijn geladen materie of de met een hogere vorm van intelligentie en bewustzijn begiftigde levende materie de loop van de evolutie heeft bepaald, maar in de eerste plaats de intelligentie zelf.

Intelligentie, bewustzijn en leven zijn uit de materie voortgekomen, zijn eruit ontwikkeld, maar als ze er eenmaal zijn, zijn ze er en ontwikkelen zich verder, in samenspel met de drager, maar wel in die zin dat zij de ontwikkeling en de koers van beide bepalen en niet het toeval of het toevallige, al of niet sociaal beïnvloede, gedrag van de drager.

Je zou het kunnen vergelijken - behalve met de zelfontwikkeling van de taal in het brein via permanente interne dialoog, ‘Selbstsprache’, ‘self talk’ - met de computer. De hardware (het ding) betekent niets zonder software (het programma, de ingevoerde gegevens), maar die software is niet identiek met de computer. En die software blijkt in staat zijn eigen gang te kunnen gaan en, na een opdracht daartoe, zelf optimale oplossingen aan te dragen, vaak met verrassend resultaat. Wat dat betreft is volgens deskundigen het einde nog niet in zicht.

[pagina 221]
[p. 221]

*

 

Alles wat we gedacht hebben ligt op de een of andere wijze in onze hersenen opgeslagen, maar het is er pas als we het opgeroepen hebben en soms dringt het onopgeroepen tot ons bewustzijn door. Maar ook zonder dat is het aanwezig, als een machtige potentie die we koesteren als een kleinood.

Waar het precies huist als het er niet is, weten we nog niet, maar het is niet (altijd) lokaal gebonden, het is meer een lokale functie waarvan de mogelijkheden en potentialiteiten verspreid liggen over het brein en volgens sommigen misschien zelfs enigszins erbuiten, bijvoorbeeld deel uitmakend van een ‘veld’.

Sinds het begin van homo sapiens is de hersenmassa niet meer toegenomen; we zijn nu alleen nog bezig de mogelijkheden van onze hersenen te benutten en een maximale software te ontwikkelen en dat is er een die uitgebreider is dan de neurale materie alleen. Hij wordt net als de computer op gang gebracht door elektrische stroom, maar eenmaal ingeschakeld gaat hij in toenemende mate zijn eigen gang. Vóór alles is het dus ons brein dat ons heeft geschapen en heeft de door het brein ontwikkelde taal ons gemaakt zoals we zijn.

Schotsen springen

Schrijven is voor mij een soort schotsen springen, ik heb het een paar maal zo genoemd en ik ben de enige niet. Schotsen springen houdt in dat je maar kort op een schots mag verwijlen anders zink je, alleen door van schots naar schots te springen blijf je droog en bereik je misschien de overzijde, als je dit wenst. Voor de schrijver zowel als voor de lezer is het niet erg als je er eens naast springt, je grijpt je vast aan een andere schots of drijft mee op de (onder)stroom die de schotsen richting geeft.

[pagina 222]
[p. 222]

Toch is het niet zo - wat een literair criticus opmerkte naar aanleiding van mijn essay in Denkende schrijvers - dat ik (alleen) een warm pleidooi hield voor mijn schrijfmethode. Ik meende en meen nog dat hetzelfde voor iedere schrijver in het aanvangsstadium geldt en dat zo het creatieve proces werkt: de vondsten dienen zich min of meer zelfstandig aan na een prikkel of wens, maar heel vaak zonder een gerichte prikkelopdracht, waarna een bewustere fase volgt en een eventueel doelgerichte inspanning: denkwerk. Daarna wordt het min of meer autonome proces herhaald; alles hangt af van de zelfverstrekte opdracht en de mate van gerichtheid, de lijn die je wilt aanhouden, hoe strak je de teugel aanhaalt.

Ikzelf houd meer van een gevierde teugel, maar niet altijd. Alles hangt af van welke methode je op dat moment de beste vindt. Daarbij gaat het nooit om een grotere of minder grote ‘natuurlijkheid’, ‘natuurlijkheid’ speelt in de literatuur geen rol. Wat telt is van welke (bewustzijns)realiteit je uitgaat en welke (geschreven) realiteit je wenst. Realisme is dan ook niet een term die in het schrijfproces past: je schrijft je naar een bepaalde realiteit toe. Realisme is in de eerste plaats ‘bewustzijnsrealisme’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken