Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De poppen van het Abbekerker Wijf (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van De poppen van het Abbekerker Wijf
Afbeelding van De poppen van het Abbekerker WijfToon afbeelding van titelpagina van De poppen van het Abbekerker Wijf

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

Scans (7.59 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De poppen van het Abbekerker Wijf

(1983)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 123]
[p. 123]

Taalfiguren in A & O

1

O zet handtekeningen of wist ze uit.

E tekent met Spengler.

F imiteert of annuleert zichzelf en geeft voor 't laatst zijn naam: kapitein Nemo.

S legt een dodemansknoop in zijn hoofd en vergeet hoe hem te ontknopen.

A voelt zich 1-maal, P nog niet.

H denkt zich een magies getal en benoemt alles & iedereen met dit getal.

C kruipt door het oog van een 0 (nul) en ziet deze als noemer van alles & iedereen.

M drinkt dagelijks thee met de minister-president en brengt zijn eigen suikerklontje mee (: zijn inbreng, ja).

K hinkt op 2 gekalkuleerde benen naar het oneindige en stapt er naast.

R beschouwt de hele wereld als een boek, geschreven door anderen; hij leest het boek tussen de bedrijven door.

Q vindt leven zonde van zijn tijd (en van mijn tijd).

B woont als Adam-in-ballingschap in Amsterdam, G als Lucifer in Scheveningen. (Zij weten van elkanders bestaan via de SF-fanklub.)

C1 heeft een notie dat hij iemand anders was dan hij was toen hij was voor hij (iemand anders) werd; hij vergeet de notie.

X keert alles om wat niet omkeerbaar is en verkiest de historiese weg naar de toekomst die hem bekend is.

[pagina 124]
[p. 124]

K kwadrateert zichzelf en verliest zich in de volgende vergelijking.

H konsipieert een nieuwe notie van onsterfelijkheid en sterft vervolgens permanent en konstant niet.

F2 noemt zijn dubbel een idioot, een schizo, een kloon, maar speelt met hem als een zoon, die hem overleeft.

R leest Roland Barthes en ontdekt voor 't eerst in zijn leven wie hij (in de ogen van anderen) be-tekent; de ontdekking kost f 32.50.

E zegt 1 en blijft er bij.

U zegt A en O en meent het.

Z zwijgt in alle talen, zoals het behoort.

[pagina 125]
[p. 125]

2

S voelt zich 1-maal, P nog niet.

A zegt: De verrassing is er af.

N is de absoluut zwijgende minnaar - geen woord! L praat zich via de meerderheid voortdurend tot leven, tot zij zwijgt (een vrouw).

O heeft ogen die door gesloten oogleden been kunnen kijken, door gesloten deuren en gesloten literatuur, daarom ziet hij alles het liefst gesloten.

U zit zoals altijd op zijn gespleten ponteneur en veert als door een scherp nee gestoken overeind. Zegt: Ja of ja?

K wordt nog steeds vertederd door de gedachte aan een robot die een mens droomt. W is er al een.

D ruikt zelfs de rook van een sigaret op het televisiescherm; hij dooft de sigaret.

J bedenkt een elektroniese sigaret, een ondoofbare.

V houdt alleen van natuurkunst, natuurtaal, natuurmensen.

V1 alleen van zijn natuur.

X pendelt tussen pandemonium en panharmonium, tussen solitair en solidair.

R bewondert het neutmm; R1 het werkelijk gezegde; R2 alles wat konjunktief en indefinitief is.

Z naait de nar een extra oor aan, de zon een extra oor aan en coupeert de oren van zijn hond, Z1 die van zijn vrouw.

R3 laat de woorden elkander vermoorden en knijpt er zelf tussenuit.

[pagina 126]
[p. 126]

R4 gooit zijn woorden als voedsel voor zijn schaduw, zijn schaduw verslindt ze, uitgehongerd.

H beschouwt zelfs de dood als een vorm van kreativiteit en kan er zo mooi mee uit de voeten. (De hond loopt als een hazewind en blijft hem voor.)

H2 koopt een hond (koopt!) en duwt hem een krant in de bek vol overlijdensadvertenties; de hond loopt hem achterna.

E zegt 1 en blijft er bij, EF respekteert dit, Y zwijgt veelzeggend.

[pagina 127]
[p. 127]

3

P zegt A en O en hij meent het.

K maakt etniese kengebaren en is bereid zich te laten duiden, maar niemand kent het systeem. Daarop speelt hij voor harlekijn, danst zijn karakters & runen en zie, ieder begrijpt hem, intuïtief.

Z is voortdurend bezig de wereld niet te veranderen; maar de wereld verandert ook zonder hem, dus zonder hem; daarop verandert hij mèt de wereld.

OQ beschouwt zijn ‘zelf’ als straf en besluit een einde te maken aan alle zelfbestraffing. U handhaaft zijn ‘zelf’ en bestraft de maatschappij er mee; de hele maatschappij wordt nu zijn ik en de tijd waarin hij leeft noemt hij zijn ik-tijdperk.

S+1 denkt een kind in zich, hij voedt het op, een dag lang en vergeet het. De dag erop is het een oude man (F), gebukt gaand onder zijn d.i. S+1's verleden. Ik zie hem lopen: eerst in mijn gedachten, daarna in werkelijkheid op de tevee.

T houdt niet van televisie en sneeuwt zichzelf wit. Ook J houdt het verder voor gezien & gedacht.

E zegt 1 en denkt de 0 (nul) er bij of er voor. B kruipt er door. C bemint zozeer W dat hij hem uitstoot, waarna Y hem, de uitgestotene, in zich opneemt & absorbeert, in de hoop op haar beurt door C opgenomen & geabsorbeerd en vervolgens uitgestoten te worden.

V zegt het woord vogel, daarna vogelnest.

G houdt het verder voor gezien & gedacht.

[pagina 128]
[p. 128]

Z+ kijkt naar een plant en de plant beweegt. (Zeker!) Z1 denkt aan een plant en de plant beweegt in hem. Z2 praat met de plant: de plant wordt er horendol van.

MM aanbidt de boom als boom, het groen van de boom, het chlorofiel van de boom en de groene ionosfeer van de boom en volgt gespannen zijn groei gedurende 120 jaar.

X+Y aanbidt alleen de abstrakte boom, de levensboom èn de dodelijke vleesboom - afhankelijk van zijn melancholie of terapie -, maar beiden beoefenen het houthakken als hobby. (Terloops wijst R2 er op dat van hout ook potloden worden gemaakt.)

H beschouwt de dood als een vorm van leven en leert er zo aardig mee leven.

PM's naïviteit kent geen taalgrenzen; O protesteert; NO zwijgt.

A vergist zich in anderen, verwisselt zich in anderen.

E zegt 1 en handhaaft dit. CO protesteert.

[pagina 129]
[p. 129]

4

Voor MM betekenen woorden nog iets. IK koopt een dikteerapparaat.

S luistert op veilige afstand alles af.

R wil 'n rivier verdrinken in z'n eigen water. RO stroomt of droomt iedereen onder met zijn oo's. E voelt overal nattigheid.

A voelt zich 1-maal, P nog niet of zelfs minder.

FS wil 'n nakomeling, maar pas over honderd jaar. S+1 bedenkt al vast een naam (voor over honderd jaar).

V heeft weer hoofdpijn in't kunsthart. Bij P funktioneert alles nog redelijk.

Q heeft last van een klappende ekster en wil een psychiater op hem afsturen.

S heeft last van een psychiater en wil een ekster op hem afsturen.

X bereidt zich voor op een begin dat hij nog niet kent, Xx niet op een einde dat hij sinds lang kent.

E zegt 1 en vermenigvuldigt dit met 1. U zegt zero en blijft er bij.

Pim is als een mens geboren uit een naam. De naam van Pim is een vergissing.

G noemt God een verborgen verleider, Z in de zon liggen een vorm van zelfverbranding. TT schudt zijn hoofd en zegt: Tuttut (zijn eigen woordkern).

NN in zijn eetwoede verslindt hele globes, maquettes, simula-

[pagina 130]
[p. 130]

tiemodellen, speelgoedarmeeën. Ronald nodigt hem thuis uit. S wil nergens de nadruk op leggen, niets aksentueren en maakt zich, denkt hij, aldus ongrijpbaar, als een neutraal taalveld, een negatief tijdveld, een onafzienbaar veld van menswetenschappen.

J houdt het verder voor gezien & gedacht & gezegd.

U beperkt bewust het alfabet en denkt hiermee de wereld overzichtelijker te maken, zijn leven overzichtelijker te maken en het aantal kombinaties & vergissingen kleiner.

P+ breidt het aantal letters juist uit en bereikt er sneller niets mee, of het Niets.

S verspreekt de werkelijkheid, zoals gewoonlijk.

O rebelleert (nog steeds) in alle talen.

U zwijgt veelzeggend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken