Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stadgasten (2009)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stadgasten
Afbeelding van StadgastenToon afbeelding van titelpagina van Stadgasten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.96 MB)

Scans (7.05 MB)

ebook (3.20 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stadgasten

(2009)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 141]
[p. 141]

Garm en de hoge bloeddruk

En wat zag ik daar op een dag die zich voordeed als een andere dag? De niet zo oude heer Grunsven had een hond, een fraaie jonge cocker spaniel, terwijl hij er altijd smalend over had gedaan, evenals over mensen die er een hielden.

- Jaja, zei de heer Grunsven wat besmuikt, je ziet het goed. Al lang lopen mij mijn kinderen of wat er voor doorgaan mij aan de kop te zeuren - ja, ik heb kinderen, dat wist je niet hè? een soort dochter en een soort zoon - al lang lopen die twee me aan de kop te zeuren van pa neem nou toch een dier. Nou vraag ik je een dier!, een kat of een hond, een marmot of een kanarievogel, het dondert niet wat, desnoods een kom met goudvissen die je met hun stomme vissenogen aanstaren. En waarom moet ik dat? Om minder eenzaam te zijn en wat meer aanspraak te hebben, nou vraag ik je, aanspraak van een marmot of een vis. Ze zeggen maar wat.

- Het mooiste is juist dat ze niks terug kunnen zeggen.

- Je zegt het, zei de heer Grunsven. Maar nu las ik onlangs in de krant dat bij mensen die er een dier op na hielden, een hond en zelfs bij vissen, de bloeddruk en het cholesterolgehalte omlaag gaan, ze leven ontspannener en hebben minder hoofdpijn, dus ik dacht, wat let me, laat ik het eens proberen met een hond, van een ander mens gaat je bloeddruk alleen maar omhoog.

- Zeg dat wel, zei ik.

- Wat?

- Dat de mensen je een hoge bloeddruk bezorgen.

[pagina 142]
[p. 142]

- Een hond dus niet; die heeft zelf constant een lage bloeddruk omdat ie heel slim met mensen om weet te gaan. Hij krijgt altijd zijn zin, óf hij past zijn zin naadloos bij de jouwe aan en speelt dan dat je de beste hondenhater ter wereld bent, geeft je een likje en eventueel een paar vlooien en verder geen gezeur aan z'n kop, daar is ie niet van gediend, daar spint niemand garen bij. Dus aan zijn lijf geen polonaise. Verder zijn alle honden, op een paar rothonden na, vrienden van hem die hij zodra hij de kans krijgt in het kruis ruikt omdat ie dat lekker vindt, dus wat wil je nog meer. De hele soort is een lopende parfumeriefabriek, een biolab. De mensen moorden elkaar uit, maar de hond is de hond een hond, ook als ie tot het vuilnisbakkenras behoort. - Garm! kom hier! riep de heer Grunsven.

En de hond kwam en snuffelde aan zijn broekspijp, toen in mijn kruis.

- Hoe komt u aan die naam?

- Het is treffend dat je daarnaar vraagt, zei de heer Grunsven. Ik heb geprobeerd achter de hem toekomende naam te komen die dan zijn naam zou zijn. Ik heb wel vijfhonderd namen genoemd voor hij erop reageerde. Dat was dus Garm, dat was dus zijn naam.

- Het is toevallig ook de naam van een noordse godenhond, zei ik.

- Mij niet bekend, zei de heer Grunsven lichtelijk geraakt, de naam kwam spontaan in me op. Of ik moet hem gehoord hebben in een vorig leven, maar daar geloof ik niet in. Garm, geef eens een pootje. - Mooi zo! Nu ook het andere baasje.

De hond kwam op me af en gaf me een pootje, het goede. Maar om de een of andere reden vertrouwde ik de hond niet. En ik zag aan zijn ogen dat hij het doorhad. Hij draaide zich om en ging verongelijkt bij het fonteintje liggen.

De heer Grunsven keek me met een raadselachtige blik aan, maar hij zei niets.

[pagina 143]
[p. 143]

- Hij houdt ook van een goede sigaar, zei de heer Grunsven. Garm haal eens een sigaar.

Maar ik had genoeg van het circus; ik verontschuldigde mij en zei dat ik nog het nodige te doen had.

Op weg naar de binnenstad keek ik een paar maal om. En hoewel ik hem niet zag vertrouwde ik het nog steeds niet. Daarentegen had ik het gevoel dat mijn bloeddruk omhoog ging, hoewel je dat niet schijnt te kunnen voelen.

Ik mompelde een rebusachtige regel uit de Koran die ik kort tevoren gelezen had: ‘Zij zeggen drie, en de vierde is hun hond.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken