Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stadgasten (2009)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stadgasten
Afbeelding van StadgastenToon afbeelding van titelpagina van Stadgasten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.96 MB)

Scans (7.05 MB)

ebook (3.20 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stadgasten

(2009)–Sybren Polet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 183]
[p. 183]

Op zoek naar de oerhond

Enkele dagen na mijn bezoek aan Corbijn op het stadeiland De Houttuinen zocht ik de niet zo oude heer Grunsven op, benieuwd hoe hij zou reageren.

In de tuin dreutelde Garm rond; hij kwam niet naar me toe, maar gaf me een vette knipoog. Een andere staartloze hond die eruit zag als een lief wrattenzwijn rook aan een broekspijp van de heer Grunsven - ruiken en snuffelen doen alle honden, ook hybride.

- Leuke hond, zei ik.

- Oók een leuke hond, verbeterde de heer Grunsven knorrig. De andere zou er niet zijn als de eerste er niet was geweest, als soort dan. De andere is een hybride of mutant die ik zal proberen terug te fokken tot zijn oorspronkelijke staat, via ‘cross overs’ van verschillende rassen.

- Wat is zijn oorspronkelijke staat?

- Dat is juist het verrassende dat ontsluierd moet worden, de oerhond. Verlekkerd: - Als we die nog eens terug konden krijgen. Spelen met de oerhond lijkt me het leukste wat er is. De opvatting is dat als je de genen van zoveel mogelijk honden weer tezamenbrengt en daarmee terugfokt, je op den duur weer bij de oersoort uitkomt.

De niet zo oude heer Grunsven legde zijn linkerwijsvinger langs zijn neus en zei als terloops: - We zijn ook nog bezig - we! - om uit fossiel organisch materiaal het dna te isoleren en zo allerlei uitgestorven dieren weer tot leven te wekken. Dat kan tegenwoordig. Van die experimenten

[pagina 184]
[p. 184]

dringt nog weinig tot de buitenwacht door - de buitenwacht! -, maar mij is bekend dat ze nog goed dna in versteende dino-eieren hebben aangetroffen en dat ze een kweek hebben gemaakt die levensvatbaar bleek.

De heer Grunsven keek vergenoegd alsof hij er een persoonlijk aandeel in had gehad.

- Wie weet lopen er binnenkort weer dinosaurussen op de aarde rond en minineushoorns, dwergolifanten en zelfs dodo's, de doodste vogel aller tijden! En wat denk je van een homo erectus of een homo habilis? samen met de oerhond!

Het gezicht van de heer Grunsven straalde, straalde terug naar het voorhistorische paradijs, stond weer aan het begin van de menselijke evolutie.

- Nooit geweten dat u zo'n historische belangstelling had, zelfs paleontologische, zei ik cynisch.

- Had ik ook niet, tot voor kort. Geschiedenis begint altijd met persoonlijke belangstelling, alle geschiedenis.

- En ze wordt zo tot persoonlijke geschiedenis?

- Precies.

- En anders bestaat ze niet?

De heer Grunsven legde weer een vinger langs zijn neus en keek slim, met de ontwaakte blik van een homo erectus.

- De wetenschap op zoek naar het oude geheim, niet naar nieuwe, steeds nieuwe geheimen, die we vaak zelf geschapen hebben om ze te kunnen oplossen, met als absoluut hoogtepunt een geheim dat we nooit kunnen oplossen. Kan God een geheim scheppen dat hij zelf niet kan onthullen? Ja, dat kan hij; en dat heeft hij gedaan door zichzelf te scheppen via de mens, die een al even onoplosbaar raadsel is en misschien wel daardóór.

- Hohoho, zei ik. Woordspel, zei ik.

- Nou en? Terug naar de oerknal van de culturele evolutie, dat is pas boeiend, zei de heer Grunsven. Je ziet, ik ben een late rijper, maar beter laat dan nooit. En toen hij zag

[pagina 185]
[p. 185]

dat ik weer naar de hybride hond keek: - Ja, gejat. Je weet het. Ik heb je wel zien lopen in de Houttuinen. Ik heb Garm afgericht om gemuteerde honden te organiseren in verband met de proefnemingen. Hij kiest zich een goede uit, taxeert de kracht van de eigenaar en de sterkte van de lijn - of ik doe dat voor hem - en dan springt hij toe.

- Ja, het spijt me voor de gedupeerden, zei de heer Grunsven die mijn blik zag, maar wat moet ik anders. Ik heb geen geld om die dure honden te kopen en het is in het belang van de tegenevolutie dat die proefnemingen doorgang vinden. Anders belanden we letterlijk nergens, zoals die generatie Nix waarover je zoveel leest, of liever las.

- Ik heb nog een ander nieuwtje voor je, zei de heer Grunsven als om het goed te maken en de morele bakens weer wat meer in balans te brengen, als je het niet in de krant zet tenminste.

- Nee, dat zal ik niet doen, zei ik.

- We zijn ook doende - we! - ik bedoel een groep die ik ken is doende - de geluiden uit lang vervlogen tijden te reproduceren. Denk aan een grammofoonnaald die de fijne groeven van een plaat aftast of aan een laserstraal die hetzelfde doet. Vroeger, in de Babylonische tijd bijvoorbeeld, hanteerden pottenbakkers houten pennen om groeven in de klei van hun urnen en waterkruiken aan te brengen die op een roterende schijf stonden welke aangedreven werd middels voetbewegingen. Gaat er al een lampje bij je branden?

- Nog niet, zei ik.

- De geluiden uit de omgeving - ezelgebalk, uitroepen van venters en kooplieden, geweeklaag om de doden, de pijn- en angstkreten van een gekruisigde - werkten in op de trilbewegingen van de houten pen, die vervolgens vastgelegd werden in de klei. Als de pot uit de oven kwam had je een soort antieke grammofoonplaat van keramiek.

- En jullie - jullie! - proberen die groeven met moderne middelen af te tasten en de oude klanken weer op te roepen.

[pagina 186]
[p. 186]

- Gesnopen, zei de heer Grunsven. Enige intelligentie kan je niet ontzegd worden, al zullen anderen het wel weer een ‘marginaal’ idee vinden.

- Ik hou me aanbevolen als het zover is, zei ik.

- Jaja, langs de zijlijn blijven zitten en afwachten, dat kunnen we allemaal. Maar zelf iets bedenken, ho maar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken