Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 1 (1722)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 1
Afbeelding van Gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.71 MB)

ebook (5.64 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 1

(1722)–H.K. Poot–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 159]
[p. 159]

Rozemonts Tovery.

 
Gy eunjers, die, in schemerige wouden,
 
By 't flikkeren der halve maen,
 
U pynt, langs naere paên,
 
Snô samenkomst te houden;
 
Gy kollen, die op wint en bare zee
 
Rinkinkt en danst, en na uw feesten
 
De menschen plaegt en beeften,
 
Ten dienst van Hekaté;
 
Flux uit het licht der schitterende dagen
 
Naer Plutoos donkren jammerpoel:
 
Loopt daer in 't helsch gewoel
 
Verdoemde schimmen plagen.
 
Boort deur den gront naer 't heillooze ikkerhol,
 
En bint den yzren staf der goden
 
Van Stix aen uw geboden,
 
Ja tovert Cerbrus dol.
[pagina 160]
[p. 160]
 
Wech, zelf Medé; wech, Circe; wech, Armide:
 
Vaert my noit stout noit reukloos toe,
 
Opdat dees dorenroê
 
U geenen oorlogh biede.
 
My plaegt genoeg de strenge tovery
 
Van een die zelf myn ziel betovert,
 
Ontheistert en verovert,
 
Door zoete dwinglandy.
 
Maer wie, wie heet me u dus ten afgront dryven?
 
Wie anders toch dan Rozemont
 
Die 't hart van binnen wont
 
En 't lichaem heel laet blyven?
 
Wat wonder is 't, dat fluisterend gelol
 
En preveltael en toverrymen
 
De blonde maen doen zwymen?
 
En dat een graeuwe kol
 
De stroomen stuit, de bloemen doet verslenschen?
 
Den mensch herschept en plompt in wee?
 
Myn Schoone kan het meê;
 
Zy maekt geraemt van menschen.
 
Haer wangen, die vrou Flora siert, niet dom,
 
Doen myn gelaet, helaes! verbleeken.
[pagina 161]
[p. 161]
 
Haer zwygen doet my spreken.
 
Haer spreken maekt my stom.
 
Haer lachen doet my heete tranen schreien.
 
Haer voortgaen doet my stille staen.
 
Haer stilstaen doet my gaen.
 
Wie zal myn wanhoop peien?
 
Ik klaeg, ik zucht, ik steen by dagh by nacht.
 
Ik kan haer aenschyn niet ontberen,
 
Of zou in lucht verkeeren,
 
Gelyk myne ydle klagt.
 
Och! kon haer zoet gezicht myne oogen blinden;
 
Zoo zou misschien heur aerdigh beelt,
 
Daer Venus glans in speelt,
 
Op my geen vatten vinden.
 
Nu voedt haer ys myn vier, op hoop van gunst.
 
O vreemt, o onbegryplyk wonder!
 
Hier speelt een eunjer onder,
 
En dit is toverkunst.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken