Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 2 (1728)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 2
Afbeelding van Gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.29 MB)

ebook (4.04 MB)

XML (0.56 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2

(1728)–H.K. Poot–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Lykklagt, op het ontydig afsterven van den weêrgalozen dichter Hubert Korneliszoon Poot.

 
Nu ga gansch Helikon in rou,
 
En stigte een marmer grafgebou:
 
Apolloos wonderzoon, 't orakel der Poëten,
 
De bloem en roem der dichtren, Poot,
 
De groote Abtswoudenaar is doot;
 
Al 't kunstgenootschap volgt de lykbaar, root bekreten.
[pagina 6]
[p. 6]
 
Die vlugge en schrandre Fenixgeest,
 
Zoo juist geschoeit op Flakkus leest;
 
Dat goddelyk verstant, van vrouw Natuur doorweven
 
Met aardigheên, heeft uitgedient!
 
Helaas! myn vrient, myn boezemvrient,
 
De doodt zal met uw doot de kunst den dootsteek geven.
 
 
 
Och! zou de toornige onweêrwint,
 
Die onlangs, razende en ontzint,
 
Quam waren over 't vlak van tweepaar wereltdeelen,
 
Dit onheil hebben voorbeduit?
 
Hoe 't zy; het zwanger noodtbesluit
 
Baart smart op smart, en wie, wie zal de wonden heelen?
[pagina 7]
[p. 7]
 
Dog lantverderf noch waterwee,
 
Door d' ongeruste faam alreê
 
Misschien wel al te wyt verkontschapt, roert myn snaren;
 
Maar dat gy onzen Sofokles,
 
o Doodt, o menschenmoorderes,
 
Verschalkt hebt, zal Parnas een eeuwig onheil baren.
 
 
 
Apol loost op dit naar gerugt,
 
Zelf klagt op klagt, en zugt op zugt;
 
Thalie laat het hooft van droefheit nederhangen;
 
Melpomené, door boezemsmart
 
Geprangt, ontlast haar droevig hart,
 
En mengt haar zugten met myn schorre lykgezangen.
[pagina 8]
[p. 8]
 
Treurdichters, staat de goê natuur
 
De lykpligt van haar' Zoon zoo duur,
 
En legt de Dichtgodt zelf, van ongeveinsden rouwe,
 
Zyn hemelsche juweelen af;
 
't Is pligtlyk dat men dan op 't graf
 
Des Fenixdichters dit eenvouwig grafschrift houwe:
 
 
 
Aanschouwer sta. Het lyk van POOT
 
Apolloos grootste gunstgenoot,
 
In d'eedle poëzy steets onvermoeit en bezig,
 
Rust onder deezen kouden zerk:
 
Maar 's mans doorlugtig letterwerk
 
Maakt zyn verheven geest in eeuwigheit aanwezig.

DIDERIK VAN BLEYSWYK. J. Cus.

MDCCXXXIV.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken