Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 3 (1735)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 3
Afbeelding van Gedichten. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 3

(1735)–H.K. Poot–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 188]
[p. 188]

Nagedachten,
Over het afsterven van den geestryken en beroemden dichter Hubert Korneliszoon Poot.

 
Wat nare droefheit komt myn stille rust thans storen?
 
Wie perst m'een Duitsche toon te stellen op myn lier?
 
't Is Poot, die door zyn zang my eeuwig zal bekoren.
 
Ach had ik nu zyn geest, zyn kragt, zyn drift, zyn zwier!
 
Ik liet het keurigst oor na myne tonen luisteren,
 
En tarte met myn zang zelfs Vondels blanke zwaan.
 
Ik zouw als Orpheus aan myn lier de beesten kluisteren,
 
En leeren Sophocles in hooger laarzen gaan.
[pagina 189]
[p. 189]
 
Maar nu versteken, nu misdeelt van deze schatten,
 
Zing ik een lagen toon voor zo vermaard een man.
 
En, schoon myn' enge borst zyn vuur niet kan bevatten,
 
'k Ontvonk nogtans, en quyt myn pligt, zoo goed ik kan.
 
Komt halfgeleerden, komt waanwyzen, die, versteken
 
Van oordeel en verstand, met stamelend Latyn
 
Of met een luttel Grieks 't natuurlyk zyt ontweken,
 
En u nogtans verbeelt vol geest en kunst te zyn.
 
Leert van een landman, dat de kunst en zieleschatten,
 
Geenzins verbonden aan de Roomsche of Griekze kracht
 
Of statigheid of rang, een grote ziel bevatten,
 
Al is 't verblyf van zulk een ziel niet veel geacht.
 
Al uw gebrom kon noit in 't minst myn oor behagen;
 
Myn oor verlekkert op de lier van dezen man:
 
Een man, dien wy, helaas! nu al te vroeg beklagen;
 
Maar waar toe klagen, daar geen klagen baten kan?
[pagina 190]
[p. 190]
 
Poot wil zelfs niet te rug: Poot wil niet, dat wy treuren,
 
Nu zyn geluk, nog perk, nog maat, nog tyden kent:
 
Nu hem de zaligheid des Hemels mag gebeuren,
 
En hy voor eeuwig zig aan 't eeuwig heil gewent.
 
Wat fronsselt g'uw gelaat, geveinsde huichelaren,
 
Op 't lezen van dit vaers? om dat myn grote vriend
 
Gedwaalt heeft, kwam de man niet eindlyk tot bedaren?
 
En wie heeft door zyn deugd den Hemel oit verdient?
 
Kent gy Godts wegen? Godt is door berouw te winnen:
 
Hy ziet op zondaars, die met droefheit hun gezicht
 
Bekleeden, die met kragt hun langverdwaalde zinnen
 
Tot Godtsvrucht wenden en zig keeren na zyn licht.
 
Dus heeft myn vriend, zoo lang ik hem zag adem halen
 
In Delf, de grootze wieg van Grotius, geleeft.
 
Laat af dan, vuile tong, op dezen man te smalen.
 
Geen mensch leeft hier op aard, die niet zyn fouten heeft.
[pagina 191]
[p. 191]
 
En gy, myn grote vriend, bewoon de Hemelchoren!
 
Betrê de goude vloer des Hemels, daar 't geluit
 
Van driemaal heilig u een Hemeltaal doet horen;
 
Galm daar een heerlyk lied tot lof des Scheppers uit,
 
Terwyl wy hier uw' lof uit gulle vriendschap zingen.
 
Geen vleyery, gehaat van heusche eenvoudigheit,
 
Geen zugt tot eer kon my tot deze vaerzen dwingen;
 
Myn pligt heeft die alleen der vriendschap toegezeit.
 
En wel met regt: ik denk nog dikwils, hoe de dagen
 
Met snelle wieken ons ontvlogen, als wy t'zaam
 
Iets meêr dan menschelyk in Hooft of Vondel zagen,
 
En als ontroerden op het horen van hun naam.
 
Ik denk nog dikwils, hoe Theocrytus uw' ooren,
 
Dien ik u zomtyds eens vertaalde aan den haart,
 
Hoe u Callimachus al staamlend kost bekoren.
 
Dit tydverderf was ons ten hoogsten lief en waard.
[pagina 192]
[p. 192]
 
Hoe hong ik aan uw' lier, die nu helaas! moet zwygen,
 
Om dat 'er niemant is, die haar behandlen kan!
 
Waar zou dat kunstig tuig weêr zulke vingren krygen?
 
Uw lier zwygt, nu gy zwygt, o noit volpreze man!
 
Maar waar toe van uw' lier gesproken? zy brak stukken,
 
De snaren sprongen los, toen gy den doodsnik gaf,
 
Als ons de dood in u de dichtkunst ging ontrukken.
 
De Duitsche dichtkunst ach! zinkt met myn Poot in 't graf.
 
Kon wyze eenvoudigheit of kunst of zieleschatten
 
Een dichter uit den band der bleke doot ontslaan,
 
Men zag de zerk van 't graf wel haast aan stukken spatten;
 
Maar niemand kon de doot door kunsten oit ontgaan.
 
De dichtkunst zal nochtans den naam van Poot doen leven.
 
De onsterflykheit nam dien voor eeuwig op de tong.
 
De dichtkunst zal aan Poot meêr glans en luister geven,
 
Als menig door de staf of bondelbyl ontfong.
[pagina 193]
[p. 193]
 
Wat schittert 'er al goud! wat zien wy niet al schatten
 
In 's dichters boeken, daar zyn vlugge geest in leeft.
 
De Voorzang zien w' alleen meêr kunst en geest bevatten,
 
Als menig dichter ons in grote boeken geeft.
 
Maar wie werd niet verrukt door zyne bybelzangen?
 
Men ziet daar Jesus in de krib en aan het hout.
 
Men ziet ons leven daar gedoot aan 't kruishout hangen,
 
Maar weêr verryzen met een gloed van Hemels gout.
 
Hoe vrolyk zingt hy! hy geeft leven aan 't verjaren,
 
Als hy zyn' vrienden groet op hun geboortedag.
 
Ei, laffe wenschers, wilt uw koekkoekszangen sparen,
 
En leert van Poot, hoe men met kunst verjaren mag.
 
Is Naso in den geest van Poot dan weêr verrezen?
 
Als hy zyn Rozemond met ongedult verwacht,
 
Wie heeft iets teêrder? wie iets kunstiger gelezen?
 
Dan 't geen zyn geest besluit in menig minneklagt.
[pagina 194]
[p. 194]
 
't Is vuur, al 't geen hier gloeit o Jongling, wacht uw' handen
 
Van dit papier, hier is geen laffe jonkers taal;
 
Lees dit niet, zo gy niet in minnevuur wilt branden,
 
Dit minnedigt ontvonkt, al was 't een hart van staal.
 
De bruid kon zekerlyk den bruîgom meêr bekoren,
 
De bruiloftsvreugde heeft haar rechten eisch gehad,
 
Als Poot op 't vrolyk feest zyn lier en stem deet horen,
 
Hy zong den ouderdom zelfs 't rimplig voorhooft glad.
 
Wie schreit niet? als hy stort een vloet van zilte tranen;
 
Als hy zyn lier in 't zwart voor zyne vrienden kleet.
 
Wat ziet men hem op 't schoonst een pad voor and ren banen!
 
Hoe wel was zulk' een zang nu aan hem zelfs besteet!
 
Wat ryst in ons een zugt en achting voor de braven!
 
Als hy de lofbazuin voor zyne lippenzet.
 
Hoe blinkt de deugt door hem! hoe schittren 's menschen gaven!
 
Ach! had ik tot 's mans lof zo helder een trompet!
[pagina 195]
[p. 195]
 
Hoe vrolyk, hoe gerust rolt 't aangename leven
 
Des Lantmans in 't gezang van mynen Dichter heen.
 
Wie word dit lezende na 't land niet heen gedreven?
 
Ten zy hy heeft een oor en hart en ziel van steen.
 
Hoe wel past zyn gezang by al de Vissersdichten
 
Van Sannafaar, die 't eerst de Dicht kunst bragt aan 't strand!
 
Hoe volgt hy Wellekens, een van de grootste ligten,
 
Hoe evenaart myn Poot dat geestige verstand!
 
't Is nectar, 't geen de pen doet vloeien in zyn brieven,
 
't Is overkunstig 't geen wy lezen en vol kracht.
 
Een Naso zou hier zelfs op 's Dichters styl verlieven.
 
Waar heeft de geestigheid iet schoonder voortgebracht?
 
Dus discht myn Vriend voor elk veel aangename spyzen,
 
Dog is 'er iemand, die iets kort en kragtig mint?
 
Die zal zyn nageregt van mengeldichten pryzen,
 
Alwaar de smaak, al wat zy oit kan wenschen, vind.
[pagina 196]
[p. 196]
 
Dit zong ik voor myn Vriend: ei Dichters helpt my treuren!
 
Wie is 'er die deez' stof, deez' ryke stof mishaagt?
 
't Zal mooglyk in geen eeuw aan Hollant weêr gebeuren,
 
Dat zulk' een Dichter in een landman word beklaagt.

GERRARDUS SCHRÓDER.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken