Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mengeldichten (3 delen) (1716-1722)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mengeldichten (3 delen)
Afbeelding van Mengeldichten (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Mengeldichten (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.14 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mengeldichten (3 delen)

(1716-1722)–H.K. Poot–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Tot myne gedichten.

 
GY tedre wichtjes van myn brein,
 
Onnoosle schepsels zonder arregh,
 
Ai hoort, al zyt ge zwak en klein,
 
Wat ik uw krank vermogen verregh.
 
Gy weet dat gy myn kinders zyt,
 
En zult my mooglyk overleven.
 
Och! waert gy waert, na langen tydt,
 
Alle in den grooten brant te sneven.
 
Als gy dan door de werelt reist,
 
Om ergens goet verblyf te krygen,
 
En men u blyk van afkomst eischt,
 
Toont dat aen elk, doch niet met zwygen.
[pagina 10]
[p. 10]
 
Spreekt; stamelt dus: u quam misschien
 
De naem van Poot weleer ter ooren;
 
Die was ons vader zelf, doordien
 
Wy uit zyn harssen zyn geboren.
 
Zegt voorts dan hoe ik d'eerste was
 
Van al de Nederlantsche boeren
 
Die 't Zanggodinnendom belas
 
Dat het zich by den ploeg liet voeren.
 
Maer hoe! wat wil dit droef geschrei?
 
Wat perst, wat drukt myne arme dieren?
 
Neemt toch, 't gene ik van branden zei,
 
Voor mutsaertvlam noch martelvieren.
 
Men vint alsins barmhartigh volk.
 
Schept moedt: u staet niet eens te vreezen
 
Voor vier, verscheuring, wint of kolk.
 
Gy zult beminde weezen wezen.
 
Ik ken wel liên die (dit voedt hoop)
 
Alzullek wankroost mogen lyden.
 
Denkt hoe 't geleerde Athene Ezoop
 
Een bogchelachtigh beelt gingk wyden.
 
Hoe 't gaen magh, houdt me mynen naem
 
By onze vrienden toch onsterflyk,
 
En helpt me aen eene heldre faem.
 
Loflauwerblaên zyn onverderflyk:
 
Al hangt'er noch zoo zwaer een weer
 
De blixem zengt ze nimmermeer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken