Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mengeldichten (3 delen) (1716-1722)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mengeldichten (3 delen)
Afbeelding van Mengeldichten (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Mengeldichten (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.14 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mengeldichten (3 delen)

(1716-1722)–H.K. Poot–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Dankdicht aen den heere Kornelis van Gyzen, doktor in de medicynen.

 
VAN GYZEN, Febus zoon en schoor van 't waglend leven,
 
Ai! laet uw heuscheit toch myn Zangheldin vergeven
 
Dat ze u verhindere in uw nyvre bezigheit
 
Daer gy voor 't leven der verlate kranken pleit
 
Op 't spoor van Hippokraet, Galeen en Avicenne,
 
Al helden waert geroemt met mont en fenixpenne;
 
Zoo moet de lauwerkrans, die in dees heldenbaen
 
Is opgehangen, uw verdiensten noit ontstaen.
 
Gy eert Apol en kiest zyn goddelyke gaven,
 
Dees tot uitspanning, die om zweetende in te slaven:
 
Na 't moedigh dempen van 's volks ziekten, u bewust,
 
Schaft u de Poëzy een aengename rust.
 
Zoo waert ge al lang vermaekt (dies wentelde ik in weelde)
 
Als myn geringe harp bywyl een deuntje queelde.
 
Sokraet schiep eertydts in eenvoudigh kinderspel
 
Geen hartelyker lust na lastigh boekgequel.
[pagina 32]
[p. 32]
 
Hoe dikwerf placht ge my tot dichten aen te sporen,
 
Als uw bescheidenheit zich blydlyk dus liet hooren:
 
Zing op, ô veltpoëet: uw zangen ons zoo zoet
 
Bekomen als de slaep aen een vermoeit gemoet.
 
ô Overhooge lof voor al te lage toonen!
 
ô Heerelyke prys, wie zal, wie kan u loonen!
 
ô Onverwachte gunst en bron van dit gezang!
 
ô GYZEN! 'k zong te kort al zong ik eeuwen lang.
 
Dees vrientschap heeft me dier tot dankbaerheit verschuldigt,
 
Dees heuscheit heeft zoo dik myn vreugt vermenigvuldigt,
 
(Hoewel ge midlerwyl de myn der artzeny
 
Doorwroet) dat ik u dank, maer zonder vleiery.
 
Had gy nu ook Homeers of Maroos kopre klanken
 
Of Flakkus gulde lier of Pindars luit te danken!
 
Doch by de Goden geld een offer al is 't kleen.
 
Wie doet dat hy vermagh doet wat oit Cezars deên.
 
Zoo waerlyk moet, myn Heer, uw vlyt de doot verslinden.
 
Zoo waerlyk moet ik aen uw gunst een' toevlucht vinden,
 
En 't kermend ziekbedde aen uw kunst, die dooden wekt:
 
Terwyl ge 't prinslyk Delf een' Eskulaep verstrekt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken