Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mengeldichten (3 delen) (1716-1722)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mengeldichten (3 delen)
Afbeelding van Mengeldichten (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Mengeldichten (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.14 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mengeldichten (3 delen)

(1716-1722)–H.K. Poot–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

Rozemonts tovery.

 
GY, eunjers, die, in schemerige wouden,
 
By 't flikkeren der halve maen,
 
U pynt, langs nare paên,
 
Snô samenkomst te houden;
 
Gy kollen, die op wint en bare zee
 
Rinkinkt en danst, en na uw feesten
 
De menschen plaegt en beesten,
 
Ten dienst van Hekaté;
 
Flux uit het licht der schitterige dagen
 
Naer Plutoos donkren jammerpoel:
 
Loopt daer in 't helsch gewoel
 
Verdoemde schimmen plagen.
 
Boort deur den gront naer 't heillooze ikkerhol
 
En bint den yzren staf der goden
 
Van Stix aen uw geboden,
 
Ja tovert Cerbrus dol.
 
Wech, zelf Medé; wech, Circe; Wech, Armide:
 
Vaert my nooit stout nooit reukloos toe:
 
Opdat dees dorenroê
 
U geenen oorlogh biede.
 
My plaegt genoeg de strenge tovery
 
Van een die zelf myn ziel betovert,
[pagina 64]
[p. 64]
 
Ontheistert en verovert,
 
Door zoete dwinglandy.
 
Maer wie, wie heet me u dus ten afgront dryven?
 
Wie anders toch dan Rozemont
 
Die 't hart van binnen wont
 
En 't lichaem heel laet blyven?
 
Wat wonder is 't, dat fluisterend gelol
 
En preveltael en toverrymen,
 
De blonde maen doen zwymen?
 
En dat een graeuwe kol
 
De stroomen stuit, de bloemen doet verslenschen?
 
Den mensch herschept en plompt in wee?
 
Myn Schoone kan het meê;
 
Zy maekt geraemt van menschen.
 
Haer wangen, die vrou Floresiert, niet dom,
 
Doen myn gelaet, helaes! verbleeken.
 
Haer zwygen doet me spreken.
 
Haer spreken maekt me stom.
 
Haer lagchen doet my heete tranen schreien.
 
Haer voortgaen doet me stille staen.
 
Haer stilstaen doet me gaen.
 
Wie zal myn wanhoop peien?
 
Ik klaeg, ik zucht, ik steen by dagh by nacht.
 
Ik kan heur aenschyn niet ontberen;
 
Of zou in lucht verkeeren,
 
Gelyk myne ydle klagt.
[pagina 65]
[p. 65]
 
Och! kon haer zoet gezicht myne oogen blinden!
 
Zoo zou misschien heur aerdigh beelt,
 
Daer Venus glans in speelt,
 
Op my geen vatten vinden.
 
Nu voedt haer ys myn vier, op hoop van gunst.
 
ô Vreemt! ô onbegryplyk wonder!
 
Hier speelt een eunjer onder,
 
En dit is toverkunst.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken