Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mengeldichten (3 delen) (1716-1722)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mengeldichten (3 delen)
Afbeelding van Mengeldichten (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Mengeldichten (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.14 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mengeldichten (3 delen)

(1716-1722)–H.K. Poot–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Rechte Wegh.

 
DAer is een wegh die onvermoeit,
 
Uit 's werelts kromme wandelperken,
 
Naer d'Elyzeesche velden spoeit
 
Door twee aeneengeboude kerken,
 
Van outs der Deugt en Eer gewydt.
 
Dees wegh, met heldenschreên te meten,
 
Wort om zyn regelrechtheit, zydt
 
En veer, de rechte wegh geheeten.
[pagina 106]
[p. 106]
 
De wysheit lei hem, zonder bogt,
 
Naer 't strakgeschoren snoer der reden
 
Opdat hem ieder kennen mogt
 
En zonder bysternis betreden,
 
En zonder dolen, nimmer stil.
 
Hier valt naer geenen koers te gissen.
 
Eneas hoeft geen Strantsibil,
 
En Thezeus kan zyn kluwen missen;
 
Mits 't padt, waervan myn vedel rept,
 
Het leven is der welbezinden
 
Dat uit de deugt zyn leven schept.
 
Maer is dit heilzaem spoor te vinden?
 
Gewis: 't gemoedt weegt goet en quaet.
 
De Hemel schonk den mensch dien zegen,
 
Dat dit als leitsman met hem gaet
 
En hemt op dwalende ommewegen.
 
De vromen, die, bedacht en wys,
 
Op deze heirbaen niet bezwyken,
 
Maer vaerdigh rennen om den prys
 
En opgehangen palm te stryken,
 
Genieten aen het endt hunn' loon;
 
Een kroon van goude zonneglanssen,
 
Daer Ariadnes starrekroon
 
Voor zwichten moet aen 's hemels transsen.
 
Ook treên ze met verheugden voet
 
Op rozeblaên langs mirtetelgen
[pagina 107]
[p. 107]
 
Ter plaetse daer ze uit Lethes vloet
 
Een eeuwigh leetvergeten zwelgen;
 
Wel blyde en vrolyk om dit lot,
 
Hun toegekeurt als hemelneven,
 
Terwyl hun namen onverrot
 
Op 't bladt van duizent tongen leven.
 
Dus quam myn dicht ten halven maer:
 
Want nu resteerde'er nogh te zingen
 
Wat zwarigheên den wandelaer
 
Op dezen Kolchistogt bespringen,
 
Wat dolle stieren hy al kort
 
In 't ongewoon gareel moet spannen,
 
Eer hem dit gulde Vlies geword',
 
En welk een' boschdraek overmannen;
 
Of weifelaer betradt de baen.
 
Hy wou den steilen wegh passeren
 
En is hem spoedigh opgegaen
 
Om spoedigh weêr te rug te keeren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken