Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mengeldichten (3 delen) (1716-1722)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mengeldichten (3 delen)
Afbeelding van Mengeldichten (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Mengeldichten (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.14 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mengeldichten (3 delen)

(1716-1722)–H.K. Poot–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 115]
[p. 115]

Dankbaerheit, aen twee Heeren, voor hun Bezoek en Tafelschenkaedjen.

 
WElwaerde Vrienden, eer der braven,
 
Wat droop uw heusch bezoek van gaven
 
En frisschen nektar dien het schonk
 
En aenboodt toen ik al myn' kommer,
 
Bedekt van bruine lindelommer,
 
In uwen koelen wyn verdronk!
 
Toen door uw mildtheit. waert te vieren,
 
't Gemeste kalf zyn vette spieren
 
Ten beste gaf in blyden schyn,
 
En ieder noodde om toe te tasten!
 
Zoo mogten wy uw waerdt en gasten
 
En dischgenooten t' onzent zyn.
[pagina 116]
[p. 116]
 
Het kon u niet alleen behagen
 
Ons slechts van verre zucht te dragen
 
Met zoete vrientschap en bescheit:
 
Gy most in ons, die 't graeg belyden,
 
De ronde eenvoudigheit verblyden,
 
Door uwe tegenwoordigheit.
 
Dus quamen eens de hemelheeren
 
Filemons schamel dak vereeren
 
Met hunne komste, ryk van vrê;
 
Doch d'armoê vulde 'er disch en schalen.
 
Gy brogt om 't nedrigh huis t' onthalen
 
De vleeschhal en den kelder mê.
 
Gy hoede lyf en ziel voor honger.
 
Myn vader wert veel jaren jonger.
 
Myn zufters kenden geen verdriet.
 
Wy rekten 't nachtje tot den morgen.
 
De muskadel verdreef de zorgen.
 
Onze ooren dronken liedt op liedt.
 
Uw wakkre geesten, die met dichten
 
Naer glori dingen, node zwichten,
 
Verschaften 't lekkerste banket.
 
Wy woegen 't onderscheit der zaeken
 
Die steên en buitenbuurten raeken,
 
En lachten vrolyk altemet.
 
Hierna verhief men, stil gezeten,
 
Den lof der heilige poëten
[pagina 117]
[p. 117]
 
Tot aen de starren, onbedaert.
 
Al dit en meer hield d'oogen wakker.
 
Ik dacht om velt noch ploeg noch akker.
 
Wat was uw byzyn ons al waert!
 
Maer welk een trek mogt u verrukken
 
Zoo laeg een stulpdeur in te bukken,
 
In een wydtafgeweken velt?
 
O gunst, wat kunt gy wondren werken!
 
O liefde, hier zoo klaer te merken!
 
O heuscheit die myn ziel ontstelt!
 
Hoe opent zulx myn' boezemkoffer!
 
Ai Vrienden, neemt dit dankbaer offer
 
Om vaders dankbaerheit toch aen
 
En myner zustren, bly van zinnen:
 
Zoo moet Apollo u beminnen,
 
En met laurieren overlaên.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken