Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gezangen der liefde (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gezangen der liefde
Afbeelding van Gezangen der liefdeToon afbeelding van titelpagina van Gezangen der liefde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gezangen der liefde

(1794)–Elisabeth Maria Post–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 143]
[p. 143]

Huwelijks-lied.

 
Zie daar mijn bruidegom! ons nu, voor 't oog der menschen,
 
Verbonden aan elkaêr:
 
Wij zwoeren hier voor 't eerst, den duuren eed der liefde,
 
Voor 't heilig Echtaltaar.
[pagina 144]
[p. 144]
 
't Is deeze blijde dag waar naar de liefde haakte,
 
En toch ben ik niet blij':
 
'k Voel in mijn peinzend oog, een' traan van weemoed drijven,
 
Mijn dierbaare! aan uw zij!
 
 
 
't Is toch geen naberouw dat spreekt in deeze traanen;
 
Neen edle, lieve man!
 
'k Gevoel al mijn geluk, nu ik, voor altijd de uwe,
 
Voor u maar leeven kan.
 
 
 
Uw vreugde en uw geluk geduurig aantekweeken,
 
Te weenen om uw pijn,
 
Te lagchen in uw vreugd, zal steeds mijn trouwe pooging,
 
Mijn grootste wellust zijn.
 
 
 
En gij, ik weet het, gij zult mij ook alles weezen,
 
Uw reine, trouwe min,
 
Uw zachte ziel belooft een huislijk stil genoegen,
 
Aan uwe lotvriendin.
 
 
 
Geen droesheid doet mij thans zoo stil, zoo somber peinzen;
 
't Is ernst, 't is tederheid;
 
't Is diep gevoel van all' des levens wisselingen,
 
Dat zorgend in mij schreit.
[pagina 145]
[p. 145]
 
Ik dank Gods goedheid, ja, dat zij deez' dag liet komen;
 
Ik neem u als een pand
 
Van zijne gunst, als 't grootst geschenk, dat hij kan geeven,
 
Recht dankbaar uit zijn hand.
 
 
 
Maar ach, geliefde! - ligt noemt gij die vrees ontijdig;
 
Zij knaagt toch aan mijn hart -
 
Misschien word ons de trouw, die wij zoo vrolijk sloten,
 
Weldra een bron van smart!
 
 
 
Men ziet op Aard zoo schaars gelukkige echtgenooten;
 
Daar waare liefde knoopt,
 
Vernielt de norsche dood zoo rasch die zachte banden;
 
Vernietigt daar men hoopt.
 
 
 
Zoo eens.... Doch neen, ik zwijg; gewoonheid aan de rampen
 
Benevelt mijn genot;
 
Maar 't is toch dwaas, ons heil door naare vrees te stooren;
 
't Is in de hand van God.
 
 
 
Hij schonk ons aan elkaêr; hij telde reeds de dagen
 
Van ons geluk; Hij houdt
 
Den besten zegen veil, voor 't hart dat op zijn goedheid
 
Recht kinderlijk vertrouwt.
[pagina 146]
[p. 146]
 
Wij knielen zamen neêr voor u, ô goede Vader!
 
ô Dat uw liefde ons blijk'!
 
Zij maakt alleen ons meer dan allen aardschen zegen,
 
In waar genoegen rijk.
 
 
 
Bewaar ons leven! maak dat nutrig voor elkander!
 
Voed onze liefde en vreugd
 
Door godsdienst; geef vooral ons in elkaêr een voorbeeld
 
Van onbemerkte deugd.
 
 
 
Doe ons steeds welgemoed ons wandelpad betreden;
 
Niet slechts bij zonneschijn.
 
Maar dan, als 't onweèr loeit, als woeste stormen huilen,
 
Ook wèl te vreden zijn:
 
 
 
Wij smeeken om geen ruim genot van aardsche schatten,
 
Maar zoo veel levensgoed
 
Als uwe wijsheid best voor ons geluk zal keuren,
 
En dan een ruim gemoed:
 
 
 
Dat nooit die bange zorg, die 't huwlijks-heil zou stooren,
 
Ons knage- aan 't angstig hart!
 
Geef ons, bij 't sober deel, dat edle vergenoegen,
 
Dat overvloed zelfs tart.
[pagina 147]
[p. 147]
 
Ei! leer ons, door 't geloof, in all' de wisselingen
 
Van ons toekomstig lot,
 
Ons wijs gedragen, en door voor- en tegen-spoeden
 
Gerust te zijn in God.
 
 
 
Laat ons door alles, wat uw hand ons doet ontmoeten,
 
Meer rijpen voor 't geluk,
 
Dat waare liefde wacht in gindsche beter wereld,
 
Verlost van alle druk.
 
 
 
Schenk, na beproefde trouw, wanneer de traage grijsheid
 
Des levens last vergroot,
 
Ons in elkaêr een staf, een troost, een trouwe hulpe,
 
Een blijde lotgenoot.
 
 
 
't Herdenken van het heil der jaaren onzer liefde
 
Zij, in den avondstond
 
Des levens, nieuw genot! en geef ons bij het scheiden
 
Een danklied in den mond!
 
 
 
En dan, als een van ons, tot aan de grens des levens
 
Den ander' brengen zal,
 
Wanneer een kusch, een blik, het laatste spraakloos afscheid
 
Zal zijn in 't jammerdal,
[pagina 148]
[p. 148]
 
ô Vader! stort dan troost, die vloeit uit Jesus sterven
 
In beider bloedend hart!
 
Verzacht, door blijde hoop op een onsterflijk weêrzien,
 
Dan onze diepe smart.


illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken