Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land, in brieven (1792)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land, in brieven
Afbeelding van Het land, in brievenToon afbeelding van titelpagina van Het land, in brieven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (10.85 MB)

ebook (3.25 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land, in brieven

(1792)–Elisabeth Maria Post–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 246]
[p. 246]

XXXIX. Emilia aan Eufrozyne.

Den 15 August.

17-

 

Hoe aakelig was mij het oogenblik, dat gij u uit mijne armen moest scheuren en mij in de beklemmendste eenzaamheid laten! - De eenzaamheid, voorheen mij zo waard, is, na dat ik uw gezelschap ben gewoon geworden, mij bijna ondragelijk. - Nooit vergeet ik ons hartroerend scheiden, toen ik mijne aandoeningen verborg om de uwe te beteugelen. Het denkbeeld, ‘mogelijk omhels ik haar voor het laatst!’ benaauwde mij bij elke hervatte afscheidsgroet; Nog zie ik u, na een stamerend vaarwel!......! telkens in mijne armen wederkeeren, terwijl eene, halfgeboren, uit liefde ingehouden traan, mij uw gevoel teekende; - doch wij moesten scheiden; - en, zo ik hoop, niet voor altijd. - Waarom ben ik zo mismoedig? Waarom wil mijn hart den troost niet aannemen dat ik u ras zal wederzien? Ik ben geheel treurig en de treurige

[pagina 247]
[p. 247]

vindt overal voedzel voor zijne hartstogt. Zorgenvry is mij een droevig oord, nu gij het verlaten hebt; alles dat mij te voren toelachte, grimt mij nu aan; het vrolijke groen is als met floers behangen; - het gezang der vogelen is een klaaglied voor mij; - ik hoor van verre den landman zingen, - en naauwlijks kan ik begrijpen, hoe de mensch vrolijk wezen kan; ieder, dunkt mij, moest gevoelen dat ik gevoel; ik kan mij niet verbeelden, dat ik hier voorheen gelukkig was; - nu ben ik het nier meer! - waar ik ben, overal mis ik u; - in huis, denk ik, daar zat, daar stond zij; daar hield zij dit, of dat vertrouwlijk gesprek met mij; en de opslag harer vriendschapvolle oogen stortte vreugde in mijnen boezem. - Het verblijf in uw kamer is mij ondragelijk, daar vind ik eene nare ledigheid; - zie ik 't een of ander, door u gebruikt, in eene beklemmende rust liggen, dan word mijn somberheid grieving. - Ga ik wandelen, mijn betrokken gelaat, mijn mijmerende gang tekent den staat van mijn ziel af; - alles roept mij toe, ten minste, 't is alles wat ik hoor: ‘Eufrozyne heeft u verlaten.’ In het priëeltje, daar gij 't liefst zat, in het laantje, dat gij meest bewandelde, ga ik uwe voetstappen drukken, en daar voel ik uw gemis het allermeest: uwe afbeelding (en duizendmaal dank ik u, lieve Eufrozyne, voor dit ontelbaar geschenk) is gedurig in mijne hand,

[pagina 248]
[p. 248]

ik zie al die zagte trekken, - die bevallige vrolijkheid - die levendige schrandere oogen, - die gulle mond. - Dit alles schijnt mij nog van de duurzaamheid uwer vriendschapstrouw te verzekeren: en ik voel een stille blijdschap dat de schoone ziel, wier beeld dit is, zo naauw aan de mijne verbonden is; - maar de gedachte: ‘ik moet haar missen,’ pijnigt mij dubbeld. - Mijn ziel is thans voor alle aandoeningen gesloten, behalven voor die der vriendschap; alles wat ik zie brengt er mij van zelve toe; straks trok een verwelkte anjelier, die zeer schoon geweest was, mijn oogen tot zig; de verflenste bloem was mij aantrekkelijker dan de fleurigst bloeiende; - ik staarde op hare droevige verandering, en straks was mijn ziel, op, ik weet niet welke, vleugelen, bij u: ook die schoonste bloem van haare sex, dagt ik, mijne bevallige Eufrozyne, moet worden als deze bloem, en ik weende.

O! hoe onbestendig is het edelst geluk op deze aarde! - hoe veel zaliger het genot was, zoo veel aakeliger is het gemis, en toch behoort de afwisseling van genot en gemis tot onzen tegenwoordigen stand; maar er komt een tijd waarin het genoegen zo duurzaam zal zijn, als ons bestaan. - Dan zal geene vriendin om hare vriendin weenen; dan zal geen gevoelige ziel de bron van zoo veel lijden wezen, maar aan het fijnst gevoel zal dan de grootste zaligheid ver-

[pagina 249]
[p. 249]

bonden zijn! - Het flaauwe vooruitzigt hier van, stort een straal van vreugde in mijn hart.

Ik verlang naar eenen brief van u, even of ik u sedert twee maanden niet gezien had, en het zijn maar eerst vierendertig uren; zeg mij, dat gij wel zijt 'thuis gekomen, en dat gij, hoe ver afwezig, altijd denken zult aan uwe getrouwe

 

Emilia.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken