Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Voor eenzaamen (1790)

Informatie terzijde

Titelpagina van Voor eenzaamen
Afbeelding van Voor eenzaamenToon afbeelding van titelpagina van Voor eenzaamen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.10 MB)

ebook (4.71 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Illustrator

Jacobus Buys



Genre

proza
poëzie

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Voor eenzaamen

(1790)–Elisabeth Maria Post–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 72]
[p. 72]

't Geluk.

 
Neen, 't geluk is niet te vinden,
 
Op het steile pad der eer;
 
't Is te moeilijk, 't is te glibbrig,
 
't Stort mij ligt in d'afgrond neer.
 
Rijkdom - wat zoudt gij mij geven?
 
Kalme rust in 't zwoegend hart?
 
Neen! slechts heeten dorst naar meerder;
 
Bij 't genot ook nieuwe smart.
 
Gij met moeite en zorg verkregen,
 
Vliegt, helaas! te ras weer heen.
 
Lig ik in mijn enge woning,
 
Dan laat gij mij gansch alleen.
[pagina 73]
[p. 73]
 
Vrienden? ja die zijn mij dierbaar:
 
Doch hun trouw is onvolmaakt;
 
Onbestendig, daar de dood, ook
 
De allernaauwste banden slaakt.
 
Ware Godsdienst, - uw betrachting
 
Geeft alleen de stille rust:
 
Daar gij ijdele schepselsliefde,
 
In het woelig harte, blust.
 
Daar gij mij de bron der blijdschap
 
Vinden doet in Jezus dood:
 
Mij een schuilplaats tegen rampen
 
Aanwijst in Gods liefdeschoot.
 
Gij doet mij de gansche wereld
 
Aanzien, als mijn vadersgoed;
 
Daar ik zoo veel van zal krijgen,
 
Als ik noodig hebben moet.
 
Daar mij ieder kruipend rupsje,
 
Ieder vliegje, dat er zweeft,
 
Ieder zandje, dat bewoond wordt,
 
Van zijn Almacht blijken geeft.
 
Daar mij ieder groeiend plantje,
 
Ieder beekje, dat er ruischt,
 
Ieder blaadje, dat er ritzelt,
 
Ieder windje dat er zuischt,
[pagina 74]
[p. 74]
 
Ieder daauwdrop, die zoo glanzend,
 
Op een gloeiend bloempje beeft,
 
Mij een schoone proef der goedheid,
 
Van zijn rijken Schepper geeft.
 
En - die Schepper is mijn Vader!
 
Is als Vader wijs en goed;
 
Dan ook, als hij mij iets weigert,
 
Als mij ongeluk ontmoet;
 
Dan ook - als de weg mijn 's levens
 
Ruw, en vol van doorens is,
 
Dan ook is hij noch mijn Vader -
 
Dan, mijn licht in duisternis.
 
Mag ik op Gods woord gelooven,
 
Dat zijn Almacht voor mij waakt;
 
Dan is ligt de dorste landstreek
 
Mij ten paradijs gemaakt.
 
Dan is mij de nacht niet donker,
 
Hemelglans de dageraad!
 
Dan is mij het lage hutje, -
 
Dat in 't veld zoo eenzaam staat,
 
In het luw van koele boomen,
 
Aan een stille beek - ter woon
 
Ver verkieslijk boven zalen,
 
Boven scepter, troon en kroon.
[pagina 75]
[p. 75]
 
Want ook in die stille schuilplaats,
 
Woont mijn Vader, die het riet,
 
Die de moschjes zelfs tot dekking
 
Voor dat hutje groeien liet;
 
Die de zwaluw blij doet zingen;
 
Die de bloempjes kweekt in 't veld;
 
Die alom zijn gunst doet voelen:
 
Zelfs de kleinste wormpjes telt.
 
Dat dan vrij de stormwind loeie,
 
Dat mijn nedrig hutje kraak;
 
Dat de donder aaklig romle
 
't Bruine zwerk zijn bliksem braak;
 
Laat natuur aan alle kanten
 
Woedend dreigen; grimmig zien;
 
'k Zal niet vreezen; maar beveiligd
 
In mijns vaders armen vlien.
 
'k Weet, geen leed kan ooit mij nadren
 
Dan alleen op zijn bevel,
 
En beveelt hij 't - laat dan komen
 
Wat er koom, 't is altijd wel.
 
Al moest mij zijn donder dooden,
 
Ik verlies met sterven niet.
 
Daar mijn ziel een beter wereld
 
Aan het eind van deze ziet.
[pagina 76]
[p. 76]
 
Godsdienst gij - maakt mij gelukkig.
 
'k Laat den dwazen zijnen schat,
 
Daar gij al de ruime wenschen
 
Van mijn zwoegend hart bevat.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken