Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken. Deel 9. Poëzy 1832-1868 (1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken. Deel 9. Poëzy 1832-1868
Afbeelding van De werken. Deel 9. Poëzy 1832-1868Toon afbeelding van titelpagina van De werken. Deel 9. Poëzy 1832-1868

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (4.19 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Editeur

Johan Carl Zimmerman



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken. Deel 9. Poëzy 1832-1868

(1890)–E.J. Potgieter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XII Gehandhaafd eergevoel, Bl. 265-271.

Dante mogt zich, hij de voorafschaduwing der rampen zijner ballingschap door Cacciaguida, den schaarschen lof bedeelen,

 
- - - - - 't zal dan uw roem verhoogen
 
Dat ge een partij dorst vormen uit u zelven.

‘Il arriva donc,’ zoo schrijft Fauriel, met al de warmte van een edel gemoed, ‘il arriva donc, dans le courant de l'année 1315, peut-être à propos de la célébration de la fête de St. Jean Baptiste, la grande fête des Florentins, qu'il fut question à Florence de rappeler un certain nombre d'exilés, moyennant une contribution en argent et surtout moyennant la cérémonie religieuse de l'offrande. Plusieurs amis de Dante s'étant entremis pour le faire comprendre dans le nombre des individus rappelés, y réussirent, et lui écrivirent aussitôt pour lui faire part de la nouvelle: c'était, dans leur pensée, la plus heureuse qu'ils pussent lui annoncer.

Entre diverses lettres qui lui furent adressées à ce sujet, il y en eut une d'un parent, personnage inconnu, selon toute apparence, religieux ou prêtre. La réponse de Dante à cette lettre a été récemment découverte et publiée en latin. Elle est courte; mais, si longue qu'elle pût être, il n'en faudrait pas moins la citer en entier. Les occasions d'admirer le génie de Dante ne nous manqueront

[pagina 385]
[p. 385]

pas: c'est de son âme qu'il s'agit ici. Or, personne, sans l'écrit en question, ne saurait combien elle fut haute, forte, et supérieure au malheur. Voici donc la traduction de cette lettre qui, pour le dire en passant, est en fort mauvais latin, et ne peut rien perdre à être traduite.

“J'ai reçu vos lettres avec le respect et l'affection qu'elles méritent, et j'y ai reconnu avec empressement et reconnaissance, tout l'intérêt que vous prenez à mon rappel dans ma patrie. J'en ai été d'autant plus touché, qu'il est plus rare aux exilés de trouver des amis. Quant au contenu de ces lettres, j'y répondrai autrement peut-être que ne désire la faiblesse de quelques personnes; mais je vous conjure affectueusement de ne point juger ma réponse avant de l'avoir bien examinée.

Je suis informé par les lettres de notre commun neveu et de plusieurs autres amis, qu'en vertu d'une récente ordonnance du gouvernement florentin, relative à l'absolution des exilés, je puis, à condition de payer une certaine somme d'argent, et de subir la cérémonie de l'offrande, rentrer dès à présent à Florence.

Il y a là, ô mon père, deux choses ridicules et peu sensées; peu sensées, dis-je, de la part de ceux qui me les ont mandées, car vos lettres, à vous, plus convenablement et plus sagement conçues, ne contiennent rien de pareil.

Est-il généreux, dites-moi, de me rappeler dans ma patrie, à de pareilles conditions, après un exil de près de trois lustres? Est-ce là ce qu'a mérité mon innocence manifesté à tous? Est-ce là ce qui est dû à tant de veilles et de fatigue consacrées à l'étude? Ah! loin d'un homme familiarisé avec la philosophie, la stupide humilité de coeur qui le porterait à subir, en vaincu, la cérémonie de l'offrande, comme l'a fait certain prétendu savant, comme l'ont fait d'autres misérables! Loin de l'homme accoutumé à prêcher la justice et à qui on a fait tort, la bassesse de porter son argent à ceux qui lui ont fait tort, les traitant comme des bienfaiteurs!

[pagina 386]
[p. 386]

Non, mon père, ce n'est pas là, pour moi, la voie de rentrer lans ma patrie. Si vons en avez déjà découvert, ou si quelqu'un par la suite en découvre quelque autre où je puisse conserver intacts mon honneur et mon renom, me voici prêt à y entrer à grands pas. Que si, pour retourner à Florence, il n'y a pas d'autre chemin que celui qui m'est ouvert, je ne retournerai point à Florence.

Eh quoi! ne puis-je pas partout contempler le soleil et les astres? Ne puis-je pas me livrer partout à la douce recherche de la vérité? Ai-je besoin pour cela, d'aller perdre ma réputation, d'aller m'avilir dans la cité des Florentins? Non, certes! non pas mème pour avoir du pain....”’

Eene bevestiging der vroegere banvonnissen was het antwoord der Florentijnsche republiek; en Dante, die ten gevolge van den wederspoed van Uguccione della Faggiola uit Lucca de wijk moest nemen, zocht en vond eene schuilplaats bij Can Grande della Scala, in Verona; wiens lof door zijne dankbaarheid in Il Paradiso slechts te luid werd verkondigd.

Boccaccio schildert hem ons aan dat hof aldus:

‘Onze dichter dan was van middelbare lengte; sedert hij den rijperen leeftijd had bereikt’ (50 jaren) ‘ging hij ietwat gebogen; in houding en gebaren deftig en bedaard; altijd stemmig gekleed, zoo als het aan zijnen leeftijd voegde. Hij had een lang gezigt, een arendsneus, eer groote dan kleine oogen, sterk sprekende jukbeenderen, en zijn bovenlip drong over de benedenlip heen. Zijne gelaatskleur was donker, zijn haar zwart en zwaar, zijn baard gekroesd; de uitdrukking van zijn gezigt altijd zwaarmoedig en nadenkend. Daarom geviel het eens in Verona (waar, als overal, de faam reeds van zijne werken had gewaagd, vooral van dat gedeelte zijner Commedia dat hij de Hel betitelde, en 't geen bij vele mannen en vrouwen bekend was) dat hij eene deur voorbijgaande, voor welke verscheiden vrouwen zaten, eene van deze zachtkens, maar toch niet zoo of hij en zij die met hem waren konden het verstaan, tot de andere hoorde zeggen: Ziet gij hem,

[pagina 387]
[p. 387]

“die de hel in en uitgaat naar het hem lust, en berigt brengt van wie er in zijn?” Waarop eene van deze, in eenvoud antwoordde: “Wel zegt ge daar een waar woord! Hebt gij niet gezien hoe kroes zijn baard is, en hoe verbrand zijn gezigt van de hitte en de rook daar beneden?” Die woorden omtrent hem hoorend, en wetend dat de vrouwen in den goeden geloove spraken, vermaakte hij er zich mede, en ging, glimlagchend, zwijgend verder. In het openbare zoowel als in het bijzondere leven, was hij verwonderlijk ingetogen en geregeld, en in ieder opzigt, meer dan iemand hoffelijk en heusch. Spijze en drank gebruikte hij slechts met mate, alleen ter gezetter ure, en dan nog niet meer dan noodig; gulzigheid was hem in beide opzigten vreemd. Hij prees een keurigen schotel, maar vergenoegde zich meest met een alledaagschen; ernstig diegenen lakende, welke er veel tijds aan verkwistten om alles keurig te hebben, en alles lekker te doen klaarmaken. - - Niemand was ooit ijveriger èn in studie, èn in welke andere zaak het zijn mogt; zoozeer zelfs dat zijn gezin en zijne vrouw er zich over beklaagden, schoon zij, aan die werkzaamheid gewend, hem zijn gang lieten gaan. Als men het woord niet tot hem rigtte sprak hij zelden; deed men dit dan getuigde wat hij zeide van bedachtzaamheid, en hoorde men het zijne stem aan welk gewigt hij der zaak toekende. Echter was hij, waar het vereischt werd, niet slechts gevat en gelukkig in het wederwoord, maar zelfs voor de vuist welsprekend.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken