Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken. Deel 1. Proza 1837-1845. Eerste deel (1864)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken. Deel 1. Proza 1837-1845. Eerste deel
Afbeelding van De werken. Deel 1. Proza 1837-1845. Eerste deelToon afbeelding van titelpagina van De werken. Deel 1. Proza 1837-1845. Eerste deel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.54 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Editeur

Johan Carl Zimmerman



Genre

proza

Subgenre

schetsen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken. Deel 1. Proza 1837-1845. Eerste deel

(1864)–E.J. Potgieter–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige

Ophelderingen.

Bl. 314. Het Klooster Mariënburg.

 

Het Klooster Mariënburg, door Brigittijnen bewoond, lag onder de Parochie van Soest, bij Amersfoort, en werd in 1543 door het krijgsvolk van Maarten van Rossem geplunderd. De biechtvader, dien ik der nonnen gegeven heb, en die er duur voor boet, dat hij de plundering van het Stift niet even weêrloos aanzag, als toen hij vroeger zich de ingezamelde aalmoezen ontnemen liet (zie couplet 4), is niet historisch.

‘Keurmede’ (couplet 6) is een oud woord (curmetum), uit de dagen der knechtsche dienstbaarheid, maar werd hier slechts gebezigd voor eene aan de kerk gebruikelijke offerande, die bij de begrafenis het lijk van den gestorvene voorafging. Ik wil geen borg zijn, dat zij toen nog bestond, maar achtte de spotternij in den mond van een krijgsknecht van Maarten van Rossem karakteristiek.

‘'t Magnificat,’ laatse regel. Men wil, dat van Maar-

[pagina 354]
[p. 354]

ten van Rossem het spreekwoord dagteekent, dat het branden 't Magnificat van den oorlog is; eene toespeling op een der sieraden van den Vesper der R.C. Kerk.

 

Bl. 324. Vergeefs zoekt men er zijne Galathea.

 

Mogt het gebruik, dat ik hier van Hooft's Minnezangen, en later van zijn treurspel Geeraardt van Velzen maakte (bl. 342-348) den lezer - en voor de eerste ook de lezeres - uitlokken, die stukken te lezen; te herlezen, hoop ik.

 

Bl. 327. De Meistreel-Bruid van Blaricum.

 

De aanleiding tot dit stukje gaf het verblijf van Karel van Bourgondië, op het slot te Muiden, in 1462, door de historie vermeld. Hij was toen nog slechts Graaf van Charolois, en door een gift van zijnen vader, Hertog Filips den goeden, Graaf van Holland, enz. enz. Heer van Gooiland. Het is alles, geloof ik, wat tot toelichting der acht laatste regels van het 5de couplet vereischt wordt.

 

Bl. 350. De Meermin van het Huis te Muiden.

 

Hooft gewaagt in zijne Brieven van eene Meermin, van den Huize van Muiden; mijne historie valt voor in den tijd, toen er nog geen slot, maar slechts een tolhuis in die streek was, om den cijns voor de vaart op de rivier te innen. De lezer bepale het jaartal zelf, mits vóór Ao. 975, indien hij het der moeite waardig acht.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken