Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bouck der bloemen (1904)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.93 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Editeur

Stephanus Schoutens



Genre

proza

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bouck der bloemen

(1904)–Dirc Potter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Dit es van der vij.der ende een goede bloem gheheiten. Ontfarmherticheit.

Ter eeren gods ende op dat hij onser ontfermen moet soe wil ic u voert vander ontfermherticheit scriven. dat een wtghelesen bloem is van allen die ic in de huysmans corff vant. Ende also aristotiles seit. soe is ontfermherticheit mit hertte ende mit synnen te doghen mit eens anders ongeval. Mij dunct na dat ic gheleert hebbe dat rechte ontfermherticheit is den misdadighen te vergheven. Den dolenden te weghe te wijsen. Den ongheleerden te castien. den onberaden dat best te raden nader wette. den onghehorsamen te castien. den drovighen te troesten. ende gode voer ander lude salicheit te bidden. Daer om seg ic dat inden mensche gheen scoenre doecht noch gode bequamer wesen en mach. dan den truerighen mede te doghen. almoesen te gheven. Die ghevanghen te lossen ende die doden ter erden brenghen. Thobijas halp die doden ter erden die van sijnre wet waren hoe wel dattet der coninc verboden hadde op lijff ende op goet. Ezechias die coninc van juda was sieck also dat sijn natuerlijke tijt van sterven comen was. Ende hem verdroet seer dat hij noch sterven soude ende screide ende hilt hem seer qualic. Doch om dat hij goet ende gherechtich was ende wel in gods erve gheleeft hadde. soe ontfermde god sijnre ende verlengde hem sijn leven .xv. jaer.

Die lede der ontfermherticheid sullen meest levende wesen inder heiligen kerken op dat sij als een waerachtighe moeder den misdadighen kinderen niet hoverdelijken en weder vaer. Ende die ghecorrigeerde kinderen niet lichtelijke en verghete. Die soeticheit des levens sal ernstich wesen ende niet slap. Die correctie sal ernstich wesen ende niet wret. Bijder gherechticheit sal ontfermheit wesen. na groeten val die sinte peter ghevallen was soe weten wij dat hem vele ghenaden ghedaen wart. Ende doen hij ghecorrigeert ende ghevesticht was soe woent hij inder ewigher glorien ons heeren. Die ghenade vervolchde hij alsoe als hij voer alle apostolen thoeft waert der heiligher kerken ende hem worden bevoelen die slotelen des hemels.

Salich is hij die strengheit ende sachtmodicheit te samen houdet in sijnre ghedachten op dat mit der eenre die castijnghe ghehouden werden ende dat bij der ander die onnoselheit niet verduct en werde. Du sulte eenen anderen ontfermhertich wesen op dat dij die overste ontfermherticheit ghemoete. Want wiltu dat god dij vergheve soe moestu dan ierst vergheven. Du sult den anderen doen dattu wilts datti ghedaen worde. die sijne oren stoppet voer eens anders mensche bede. als hij bidt soe en sal hij niet werden ghehoert.

Wij moghen billic ende gherne ontfermhertich wesen op onsen even keersten die wij doch nae gods leere sculdich sijn te mynnen ghelijc ons selven. Ende off wij gheen ontfermherticheit in onsen sijn en hebben. soe en sal god dan onser niet ontfermen. Nu staet doch al onse hope inder ontfermherticheit gods en soude ons die niet te hulp comen soe waren onse hope te verghefs. Onse heer god sprict selve inder evangilien salich sijn die

[pagina 30]
[p. 30]

ontfermhertiche want hen sal van gode ontfermherticheit ghemoeten. Machmen dat mit ontfermherticheit verdienen. die dan niet ontfermhertich en is die is te vollen gheck ende ontsinnich.

Hoe mach bequamer ende sueter bloem wesen dan die ghene daer men sulck goet mede verdienen mach. Die menighe jamert ende hem ontfermes dat hij een lam of een hoen siet doden soe mogen wij billick ende mit vele meerder reden ontfermenisse ende mede doeghen hebben mit een keersten mensche die in lijden is.Vander ontfermherticheit lesen wij inder hystorien vanden groten allexander. bij wiens tijden een vermart zee rover die een edel man was van gheborte ghevangen ende voer hem ghebracht wart dien hij vrachde waer omme hij alsoe sondighen leven leyde. ende alle die lude van hoeren goede beroefde die hij machtich worde inders zee. Die rover antworde als een desperaet man ende vrachde den coninc alexander wair omme hij allen die lude ende lande beroefde inder erden. Ende sprac ich ben arm ende doen roverie van armoede ende ghebrec inder zee. Du dij rijctse vander werelt ende beroefste nochtan alle der erden sonder noot. Ende alsoe du vele rijcker bist dan ic soe over vele meerder sonden ende scanden hebstuer van voer den goeden. Ende wart mit mij alsoe gheleghen als mit dij is ic en soude dese roverie niet pleghen. Als die grote heer dat hoerde ende sach dat die man in rechter onverdulcheit alsoe sprack ende hem oec sijn rechte leemte seide. Soe bedacht hij hem doechtlijc mit onfermhertighen synnen ende sach den noot aen dier hem aen lach. Ende vergaf hem sijn meesdaet ende hij onthielten in sijnen hove ende wart daer na een die beste ins conincs hof.

Hier om weest uwen even mensche mede dogende ende ommer altoes ontfermhertich dat selve sal u vrijlijken weder gemoeten. Die mogentheit des menschen sal billic wassen ende verheven werden inder erden mit tweerhande saken. Eerst mit also te leven ende te verdienen dat hij vele vriende cricht Ten anderen mael mit dat hij soetelijc verghift den ghenen die hem meesdaen hebben. Want god leert ons inder evangelien wij en sullen niet sevenwerf vergheven. mer tseventichwerven seven.

Men mach die ontfermherticheit ghelijken bijder weehoppen jongheren. Als sij sien dat haer ouders soe seer veroudert werden dat sij haer vederen verliesen. Ende haer vluchte van ouderdom seer cranct. ende haer oghen die beghinnen te duijsteren naden lope der natueren. Soe maken die jonghen haren ouders een neest daer sijse in houden ende procureren hen dair sij bij leven. Ende plucken hen die oude vederen en de pluymken wt soe hen die wijse natuer leert. Ende werden aldus bij ontfermherticheit ende doech van haeren jongheren ghevoet gelaeft ende besorget tot dat hen haer nu vederen wederen wassen ende sij dan selve moeghen vlighen.

 
Weest ontfermhertich ende genadich.
 
T uwen broederen goet ender radich.
 
Hebt altijt ontfermenis voer oghen.
 
God sal u vrien wt allen doghen.
[pagina 31]
[p. 31]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken